Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٧ / صفحة ١٣٨

Al-An'am 82-90, Koran - Djuz' 7 - Pagina 138

Djuz'-7, Pagina-138 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-7, Pagina-138 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-7, Pagina-138 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
الَّذِينَ آمَنُواْ وَلَمْ يَلْبِسُواْ إِيمَانَهُم بِظُلْمٍ أُوْلَئِكَ لَهُمُ الأَمْنُ وَهُم مُّهْتَدُونَ ﴿٨٢﴾
6/Al-An'am-82: Allatheena amanoo walam yalbisoo eemanahum bithulmin ola-ika lahumu al-amnu wahum muhtadoona
Degenen die geloven en niet hun geloof met onrecht (afgoderij) mengen: zij zijn degenen die veiligheid toekomt en zij zijn de rechtgelieden. (82)
وَتِلْكَ حُجَّتُنَا آتَيْنَاهَا إِبْرَاهِيمَ عَلَى قَوْمِهِ نَرْفَعُ دَرَجَاتٍ مَّن نَّشَاء إِنَّ رَبَّكَ حَكِيمٌ عَلِيمٌ ﴿٨٣﴾
6/Al-An'am-83: Watilka hujjatuna ataynaha ibraheema AAala qawmihi narfaAAu darajatin man nashao inna rabbaka hakeemun AAaleemun
En dat was Ons argument dat Wij Ibrâhîm tegen zijn volk gaven, Wij verheffen met graden wie Wij willen: voorwaar, jouw Heer is Alwijs, Alwetend. (83)
وَوَهَبْنَا لَهُ إِسْحَقَ وَيَعْقُوبَ كُلاًّ هَدَيْنَا وَنُوحًا هَدَيْنَا مِن قَبْلُ وَمِن ذُرِّيَّتِهِ دَاوُودَ وَسُلَيْمَانَ وَأَيُّوبَ وَيُوسُفَ وَمُوسَى وَهَارُونَ وَكَذَلِكَ نَجْزِي الْمُحْسِنِينَ ﴿٨٤﴾
6/Al-An'am-84: Wawahabna lahu ishaqa wayaAAqooba kullan hadayna wanoohan hadayna min qablu wamin thurriyyatihi dawooda wasulaymana waayyooba wayoosufa wamoosa waharoona wakathalika najzee almuhsineena
En Wij schonken hem Ishaq en Ya'qoeb, allen leidden Wij, on ervoor leiden wij Noeh, en van zijn nageslacht Dawoed en Soelaiman en Ayyoeb en Yoesoef en Mocsa en Hârôen: en zo belonen Wij de weldoeners. (84)
وَزَكَرِيَّا وَيَحْيَى وَعِيسَى وَإِلْيَاسَ كُلٌّ مِّنَ الصَّالِحِينَ ﴿٨٥﴾
6/Al-An'am-85: Wazakariyya wayahya waAAeesa wailyasa kullun mina alssaliheena
En Zakariyya en Yahya en 'Isa en Ilyas: allen behoorden tot de oprechten. (85)
وَإِسْمَاعِيلَ وَالْيَسَعَ وَيُونُسَ وَلُوطًا وَكُلاًّ فضَّلْنَا عَلَى الْعَالَمِينَ ﴿٨٦﴾
6/Al-An'am-86: Wa-ismaAAeela wailyasaAAa wayoonusa walootan wakullan faddalna AAala alAAalameena
En Isma'îl en Al Yasa' en Yoenoes en Loeth: allen hebben Wij boven de werelden bevoorrecht. (86)
وَمِنْ آبَائِهِمْ وَذُرِّيَّاتِهِمْ وَإِخْوَانِهِمْ وَاجْتَبَيْنَاهُمْ وَهَدَيْنَاهُمْ إِلَى صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ ﴿٨٧﴾
6/Al-An'am-87: Wamin aba-ihim wathurriyyatihim wa-ikhwanihim waijtabaynahum wahadaynahum ila siratin mustaqeemin
En van hun vaderen en hun nageslacht en hun broeders: Wij hebben hen verkozen en Wij leidden hen op een recht Pad. (87)
ذَلِكَ هُدَى اللّهِ يَهْدِي بِهِ مَن يَشَاء مِنْ عِبَادِهِ وَلَوْ أَشْرَكُواْ لَحَبِطَ عَنْهُم مَّا كَانُواْ يَعْمَلُونَ ﴿٨٨﴾
6/Al-An'am-88: Thalika huda Allahi yahdee bihi man yashao min AAibadihi walaw ashrakoo lahabita AAanhum ma kanoo yaAAmaloona
Dit is de Leiding van Allah, waarmee Hij van Zijn dienaren leidt wie Hij wil, maar als zij deelgenoten (aan Allah) toegekend hadden, was wat zij aan het doen waren vruchteloos geworden. (88)
أُوْلَئِكَ الَّذِينَ آتَيْنَاهُمُ الْكِتَابَ وَالْحُكْمَ وَالنُّبُوَّةَ فَإِن يَكْفُرْ بِهَا هَؤُلاء فَقَدْ وَكَّلْنَا بِهَا قَوْمًا لَّيْسُواْ بِهَا بِكَافِرِينَ ﴿٨٩﴾
6/Al-An'am-89: Ola-ika allatheena ataynahumu alkitaba waalhukma waalnnubuwwata fa-in yakfur biha haola-i faqad wakkalna biha qawman laysoo biha bikafireena
Zij zijn degenen die Wij de Schrift en de Wijsheid en het Profeetschap gaven en indien zij er ongelovig aan zijn: waarlijk, Wij vertrouwen het toe aan een volk dat er niet ongelovig aan is. (89)
أُوْلَئِكَ الَّذِينَ هَدَى اللّهُ فَبِهُدَاهُمُ اقْتَدِهْ قُل لاَّ أَسْأَلُكُمْ عَلَيْهِ أَجْرًا إِنْ هُوَ إِلاَّ ذِكْرَى لِلْعَالَمِينَ ﴿٩٠﴾
6/Al-An'am-90: Ola-ika allatheena hada Allahu fabihudahumu iqtadih qul la as-alukum AAalayhi ajran in huwa illa thikra lilAAalameena
Zij zijn degenen die Allah Leiding gaf: volgt dus hun leiding. Zeg: "Ik vraag U er geen beloning voor, het is slechts een vermaning voor de werelden." (90)