Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٨ / صفحة ١٥٠

Al-An'am 158-165, Koran - Djuz' 8 - Pagina 150

Djuz'-8, Pagina-150 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-8, Pagina-150 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-8, Pagina-150 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
هَلْ يَنظُرُونَ إِلاَّ أَن تَأْتِيهُمُ الْمَلآئِكَةُ أَوْ يَأْتِيَ رَبُّكَ أَوْ يَأْتِيَ بَعْضُ آيَاتِ رَبِّكَ يَوْمَ يَأْتِي بَعْضُ آيَاتِ رَبِّكَ لاَ يَنفَعُ نَفْسًا إِيمَانُهَا لَمْ تَكُنْ آمَنَتْ مِن قَبْلُ أَوْ كَسَبَتْ فِي إِيمَانِهَا خَيْرًا قُلِ انتَظِرُواْ إِنَّا مُنتَظِرُونَ ﴿١٥٨﴾
6/Al-An'am-158: Hal yanthuroona illa an ta/tiyahumu almala-ikatu aw ya/tiya rabbuka aw ya/tiya baAAdu ayati rabbika yawma ya/tee baAAdu ayati rabbika la yanfaAAu nafsan eemanuha lam takun amanat min qablu aw kasabat fee eemaniha khayran quli intathiroo inna muntathiroona
Zij wachten slechts tot dat de Engelen tot hen komen of dat (de bestraffing) jouw Heer tot hen komt of dat een aantal van de Tekenen van jouw Heer komt. Op de Dag dat een deel van de Tekenen van jouw Heer komt, zal het geloof van iemand niets baten wanneer hij daarvóór niet geloofde of niets goeds verrichtte toen hij geloofde. Zeg (O Moehammad): "Wachten jullie, voorwaar, Wij zijn (ook) wachtenden." (158)
إِنَّ الَّذِينَ فَرَّقُواْ دِينَهُمْ وَكَانُواْ شِيَعًا لَّسْتَ مِنْهُمْ فِي شَيْءٍ إِنَّمَا أَمْرُهُمْ إِلَى اللّهِ ثُمَّ يُنَبِّئُهُم بِمَا كَانُواْ يَفْعَلُونَ ﴿١٥٩﴾
6/Al-An'am-159: Inna allatheena farraqoo deenahum wakanoo shiyaAAan lasta minhum fee shay-in innama amruhum ila Allahi thumma yunabbi-ohum bima kanoo yafAAaloona
Voorwaar, degenen die hun godsdienst opsplitsten on tot partijen werden, jij (Moehammad) bent in niets verantwoordelijk voor hen, hun kwestie rust slechts bij Allah, Vervolgens zal Hij hun berichten over wat zij plachten te doen. (159)
مَن جَاء بِالْحَسَنَةِ فَلَهُ عَشْرُ أَمْثَالِهَا وَمَن جَاء بِالسَّيِّئَةِ فَلاَ يُجْزَى إِلاَّ مِثْلَهَا وَهُمْ لاَ يُظْلَمُونَ ﴿١٦٠﴾
6/Al-An'am-160: Man jaa bialhasanati falahu AAashru amthaliha waman jaa bialssayyi-ati fala yujza illa mithlaha wahum la yuthlamoona
Wie met een pede (daad) komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, dit wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden amgedaan. (160)
قُلْ إِنَّنِي هَدَانِي رَبِّي إِلَى صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ دِينًا قِيَمًا مِّلَّةَ إِبْرَاهِيمَ حَنِيفًا وَمَا كَانَ مِنَ الْمُشْرِكِينَ ﴿١٦١﴾
6/Al-An'am-161: Qul innanee hadanee rabbee ila siratin mustaqeemin deenan qiyaman millata ibraheema haneefan wama kana mina almushrikeena
Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, Mijn Heer heeft mij op een reht Pad geleid, de ware godsdienst, de godsdienst van Ibrâhîm, de Hanîf, en hij behoorde niet tot de veelgodenaanbidders." (161)
قُلْ إِنَّ صَلاَتِي وَنُسُكِي وَمَحْيَايَ وَمَمَاتِي لِلّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ ﴿١٦٢﴾
6/Al-An'am-162: Qul inna salatee wanusukee wamahyaya wamamatee lillahi rabbi alAAalameena
Zeg: "Voorwaar, mijn shalât, mijn aanbidding, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allah, Heer der Werelden. (162)
لاَ شَرِيكَ لَهُ وَبِذَلِكَ أُمِرْتُ وَأَنَاْ أَوَّلُ الْمُسْلِمِينَ ﴿١٦٣﴾
6/Al-An'am-163: La shareeka lahu wabithalika omirtu waana awwalu almuslimeena
Hij heeft geen deelgenoten, en dat is mij bevolen (te verkondigen). En ik ben de eerste van de Moslims." (163)
قُلْ أَغَيْرَ اللّهِ أَبْغِي رَبًّا وَهُوَ رَبُّ كُلِّ شَيْءٍ وَلاَ تَكْسِبُ كُلُّ نَفْسٍ إِلاَّ عَلَيْهَا وَلاَ تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَى ثُمَّ إِلَى رَبِّكُم مَّرْجِعُكُمْ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ فِيهِ تَخْتَلِفُونَ ﴿١٦٤﴾
6/Al-An'am-164: Qul aghayra Allahi abghee rabban wahuwa rabbu kulli shay-in wala taksibu kullu nafsin illa AAalayha wala taziru waziratun wizra okhra thumma ila rabbikum marjiAAukum fayunabbi-okum bima kuntum feehi takhtalifoona
Zeg: "Zal ik een andere Heer dan Allah zoeken, terwijl Hij de Heer van alle zaken is?" En niemand bedrijft iets of het rust op hemzelf en geen enkele drager draagt de last van een ander. Daarna is jullie terugkeer tot jullie Heer en dan zal Hij jullie inlichten over hetgeen waarover jullie van mening plachten te verschillen." (164)
وَهُوَ الَّذِي جَعَلَكُمْ خَلاَئِفَ الأَرْضِ وَرَفَعَ بَعْضَكُمْ فَوْقَ بَعْضٍ دَرَجَاتٍ لِّيَبْلُوَكُمْ فِي مَا آتَاكُمْ إِنَّ رَبَّكَ سَرِيعُ الْعِقَابِ وَإِنَّهُ لَغَفُورٌ رَّحِيمٌ ﴿١٦٥﴾
6/Al-An'am-165: Wahuwa allathee jaAAalakum khala-ifa al-ardi warafaAAa baAAdakum fawqa baAAdin darajatin liyabluwakum fee ma atakum inna rabbaka sareeAAu alAAiqabi wa-innahu laghafoorun raheemun
En Hij is het Die jullie heeft aangesteld als gevolmachtigden op de aarde, Hij heeft een deel van jullie in rangen verheven boven anderen, om jullie te beproeven met wat Hij jullie heeft gegeven. Voorwaar, jouw Heer is snel in de bestraffing, en voorwaar, Hij is zeker Vergevensgezind, Meest Bamhartig. (165)