وَقَالُواْ هَذِهِ أَنْعَامٌ وَحَرْثٌ حِجْرٌ لاَّ يَطْعَمُهَا إِلاَّ مَن نّشَاء بِزَعْمِهِمْ وَأَنْعَامٌ حُرِّمَتْ ظُهُورُهَا وَأَنْعَامٌ لاَّ يَذْكُرُونَ اسْمَ اللّهِ عَلَيْهَا افْتِرَاء عَلَيْهِ سَيَجْزِيهِم بِمَا كَانُواْ يَفْتَرُونَ
﴿١٣٨﴾
Sofian S. Siregar
En zij zeiden: "Dit vee an (deze) gewassen zijn voorbehouden, niemand eet er van, behalve wit wij willen," zo beweren zij, "en er is vee waarvan hun ruggen verboden zijn (om op te rijden), en vee waarover de Naam van Allah niet uitgesproken is," als een verzinsel over Hem. Hij zal hen vergelden vanwege wat zij plachten te verzinnen.
Fred Leemhuis
En zij zeggen: "Dit is onschendbaar vee en gewas, alleen als wij het willen mag iemand dat als voedsel nemen -- beweren zij -- en vee waarvan de ruggen [voor gebruik] verboden zijn en vee waarover zij Gods naam niet vermelden." Het is een verzinsel over Hem; Hij zal aan hen vergelden voor wat zij verzonnen.
Salomo Keyzer
Zij zeggen ook: Dit vee en deze aardvruchten zijn geheiligd, niemand zal daarvan eten dan die ons behaagt (gelijk zij zich verbeelden); deze dieren mogen niet tot lastdieren gebruikt worden; en over deze dieren wordt Gods naam niet uitgesproken, als zij die slachten; zoo denken zij een leugen tegen hem uit, maar God zal hen beloonen voor hetgeen zij valschelijk uitdenken.