وَمَا نَقَمُوا مِنْهُمْ إِلَّا أَن يُؤْمِنُوا بِاللَّهِ الْعَزِيزِ الْحَمِيدِ
﴿٨﴾
Fred Leemhuis
Zij koesterden alleen maar wrok tegen hen omdat zij geloofden in God, de machtige, de lofwaardige,
Salomo Keyzer
En zij bedroefden hen om geene andere reden, dan omdat zij in den machtigen, den glorierijken God geloofden.