Nederlands [Veranderen]

Al-'Imran-181, Soera Imrans Mensen Verset-181

3/Al-'Imran-181 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
181

Al-'Imran-181, Soera Imrans Mensen Verset-181

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-'Imran - vers 181

سورة آل عمران

Soera Al-'Imran

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

لَّقَدْ سَمِعَ اللّهُ قَوْلَ الَّذِينَ قَالُواْ إِنَّ اللّهَ فَقِيرٌ وَنَحْنُ أَغْنِيَاء سَنَكْتُبُ مَا قَالُواْ وَقَتْلَهُمُ الأَنبِيَاء بِغَيْرِ حَقٍّ وَنَقُولُ ذُوقُواْ عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿١٨١﴾
3/Al-'Imran-181: Laqad samiAAa Allahu qawla allatheena qaloo inna Allaha faqeerun wanahnu aghniyaon sanaktubu ma qaloo waqatlahumu al-anbiyaa bighayri haqqin wanaqoolu thooqoo AAathaba alhareeqi

Sofian S. Siregar

Voorzeker, Allah heeft de uitspraken gehoord van degenen die zeiden: "Voorwaar, Allah is arm en wij zijn rijk." Wij zullen opschrijven wat zij zeiden en ook het zonder recht doden van de Profeten en Wi zullen (tegen hen) zeggen: "Proeft de verbrandende bestraffing."

Fred Leemhuis

God heeft de uitspraak wel gehoord van hen die zeiden: "God is arm en wij zijn rijk." Wij zullen opschrijven wat zij zeiden en ook dat zij de profeten zonder enig recht doodden en Wij zullen zeggen: "Proeft de straf van de verbranding."

Salomo Keyzer

God heeft reeds de woorden gehoord van hen die zeiden: God is arm en wij zijn rijk. Wij willen opschrijven wat zij gezegd hebben, even als den moord der profeten, die zij zonder oorzaak hebben begaan en wij willen tot hen zeggen: Neemt nu de straf der verbranding aan.
181