قُلْ يَا أَهْلَ الْكِتَابِ تَعَالَوْاْ إِلَى كَلَمَةٍ سَوَاء بَيْنَنَا وَبَيْنَكُمْ أَلاَّ نَعْبُدَ إِلاَّ اللّهَ وَلاَ نُشْرِكَ بِهِ شَيْئًا وَلاَ يَتَّخِذَ بَعْضُنَا بَعْضاً أَرْبَابًا مِّن دُونِ اللّهِ فَإِن تَوَلَّوْاْ فَقُولُواْ اشْهَدُواْ بِأَنَّا مُسْلِمُونَ
﴿٦٤﴾
Sofian S. Siregar
Zeg: "O Lieden van de Schrift, komt tot een gelijkluidend woord tussen ons en jullie: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets naast Hem tot delgenoot maken en dat wij elkaar niet als heren naast Allah plaatsen." Als zij zich dan afwenden, zegt dan: "Getuigt dat wij ons (aan Allah) overgegeven hebben."
Fred Leemhuis
Zeg: "Mensen van het boek! Komt tot een uitspraak die voor jullie en voor ons gezamenlijk juist is. Dat wij alleen God dienen, dat wij niets aan Hem als metgezel toevoegen en dat wij elkaar niet tot heren naast God nemen." Als zij zich echter afkeren, zeg dan: "Getuigt dat wij [aan God] onderworpenen zijn."
Salomo Keyzer
Zeg: o gij! die de schrift hebt ontvangen, komt en laat ons de volgende vereeniging tusschen ons vinden: Laat ons slechts God vereeren, en geen schepsel met hem gelijk stellen, en dat geen van ons een ander, buiten God, als Heer erkenne en aanbidde. Weigeren zij dit, zeg dan: Wees getuige, dat wij trouwe geloovigen zijn.