Nederlands [Veranderen]

Al-Isra-57, Soera De Nachtreis Verset-57

17/Al-Isra-57 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
57

Al-Isra-57, Soera De Nachtreis Verset-57

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-Isra - vers 57

سورة الإسراء

Soera Al-Isra

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

أُولَئِكَ الَّذِينَ يَدْعُونَ يَبْتَغُونَ إِلَى رَبِّهِمُ الْوَسِيلَةَ أَيُّهُمْ أَقْرَبُ وَيَرْجُونَ رَحْمَتَهُ وَيَخَافُونَ عَذَابَهُ إِنَّ عَذَابَ رَبِّكَ كَانَ مَحْذُورًا ﴿٥٧﴾
17/Al-Isra-57: Ola-ika allatheena yadAAoona yabtaghoona ila rabbihimu alwaseelata ayyuhum aqrabu wayarjoona rahmatahu wayakhafoona AAathabahu inna AAathaba rabbika kana mahthooran

Sofian S. Siregar

Zij (de veelgodenaanbidders) zijn degenen die aanroepen, (en zij die aangeroepen worden) zoeken naar een middel tot hun Heer. Wie van hen het dichtst bij (hun Heer) zijn en op Zijn Barmhartigheid hopen en Zijn bestraffing vrezen: voorwaar, een bestraffing van jouw Heer is te vrezen.

Fred Leemhuis

Zij die zij aanroepen zoeken zelf naar het middel om nader tot hun Heer te komen, zij die van hen het naast zijn, zij hopen op Zijn barmhartigheid en vrezen Zijn bestraffing. Voor de bestraffing van jouw Heer moet men op zijn hoede zijn.

Salomo Keyzer

Zij, welke gij aanroept, begeeren zelven nader met hunnen Heer te worden verbonden, trachtende hem zoo nabij mogelijk te komen; zij hopen mede op zijne genade en vreezen zijne straf; want de straf van uw Heer is vreeselijk.
57