وَكَانَ لَهُ ثَمَرٌ فَقَالَ لِصَاحِبِهِ وَهُوَ يُحَاوِرُهُ أَنَا أَكْثَرُ مِنكَ مَالًا وَأَعَزُّ نَفَرًا
﴿٣٤﴾
Salomo Keyzer
En hij bezat een grooten overvloed. En hij zeide tot zijn makker, terwijl hij met hem redetwistte: Ik ben rijker dan gij, en bezit een talrijker gezin.