Nederlands [Veranderen]

Al-Layl 1-21, Soera De Nacht (92/Al-Layl)

Soera Al-Layl - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera Al-Layl - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera Al-Layl - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة اللـيـل

Soera Al-Layl

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَاللَّيْلِ إِذَا يَغْشَى ﴿١﴾
92/Al-Layl-1: Waallayli itha yaghsha
Bij de nacht wanneer hij bedekt. (1)
وَالنَّهَارِ إِذَا تَجَلَّى ﴿٢﴾
92/Al-Layl-2: Waalnnahari itha tajalla
Bij de dag wanneer hij beschijnt. (2)
وَمَا خَلَقَ الذَّكَرَ وَالْأُنثَى ﴿٣﴾
92/Al-Layl-3: Wama khalaqa alththakara waal-ontha
Bij Wie de man en de vrouw schiep. (3)
إِنَّ سَعْيَكُمْ لَشَتَّى ﴿٤﴾
92/Al-Layl-4: Inna saAAyakum lashatta
Voorwaar, jullie daden zijn zeker verschillend. (4)
فَأَمَّا مَن أَعْطَى وَاتَّقَى ﴿٥﴾
92/Al-Layl-5: Faamma man aAAta waittaqa
Wat betreft degene die geeft en (Allah) vreest. (5)
وَصَدَّقَ بِالْحُسْنَى ﴿٦﴾
92/Al-Layl-6: Wasaddaqa bialhusna
En in de goede beloning (het Paradijs) gelooft. (6)
فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْيُسْرَى ﴿٧﴾
92/Al-Layl-7: Fasanuyassiruhu lilyusra
Wij zullen voor hem het gemakkelijke vergemakkelijken. (7)
وَأَمَّا مَن بَخِلَ وَاسْتَغْنَى ﴿٨﴾
92/Al-Layl-8: Waamma man bakhila waistaghna
En wat betreft degene die gierig is en zich behoefteloos waant. (8)
وَكَذَّبَ بِالْحُسْنَى ﴿٩﴾
92/Al-Layl-9: Wakaththaba bialhusna
En die de goede beloning loochent. (9)
فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْعُسْرَى ﴿١٠﴾
92/Al-Layl-10: Fasanuyassiruhu lilAAusra
Wij zullen voor hem het moeilijke vergemakkelijken. (10)
وَمَا يُغْنِي عَنْهُ مَالُهُ إِذَا تَرَدَّى ﴿١١﴾
92/Al-Layl-11: Wama yughnee AAanhu maluhu itha taradda
En zijn bezit zal hem niet baten wanneer hij (in de Hel) valt. (11)
إِنَّ عَلَيْنَا لَلْهُدَى ﴿١٢﴾
92/Al-Layl-12: Inna AAalayna lalhuda
Voorwaar, aan Ons is zeker de Leiding. (12)
وَإِنَّ لَنَا لَلْآخِرَةَ وَالْأُولَى ﴿١٣﴾
92/Al-Layl-13: Wa-inna lana lal-akhirata waal-oola
En voorwaar, Ons behoort zeker het laatste (het Hiernamaals) en het eerste (het wereldse leven). (13)
فَأَنذَرْتُكُمْ نَارًا تَلَظَّى ﴿١٤﴾
92/Al-Layl-14: Faanthartukum naran talaththa
Daarom waarschuw Ik jullie voor een laaiend vuur (de Hel). (14)
لَا يَصْلَاهَا إِلَّا الْأَشْقَى ﴿١٥﴾
92/Al-Layl-15: La yaslaha illa al-ashqa
Daarin gaat slechts de ergste ellendeling binnen. (15)
الَّذِي كَذَّبَ وَتَوَلَّى ﴿١٦﴾
92/Al-Layl-16: Allathee kaththaba watawalla
Die loochende en zich afwendde. (16)
وَسَيُجَنَّبُهَا الْأَتْقَى ﴿١٧﴾
92/Al-Layl-17: Wasayujannabuha al-atqa
Maar degenen die (Allah) vrezen zal daar ver van gehouden worden. (17)
الَّذِي يُؤْتِي مَالَهُ يَتَزَكَّى ﴿١٨﴾
92/Al-Layl-18: Allathee yu/tee malahu yatazakka
Degene die van zijn bezit geeft om zich te reinigen. (18)
وَمَا لِأَحَدٍ عِندَهُ مِن نِّعْمَةٍ تُجْزَى ﴿١٩﴾
92/Al-Layl-19: Wama li-ahadin AAindahu min niAAmatin tujza
En niet om voor een gunst aan iemand beloond te worden. (19)
إِلَّا ابْتِغَاء وَجْهِ رَبِّهِ الْأَعْلَى ﴿٢٠﴾
92/Al-Layl-20: Illa ibtighaa wajhi rabbihi al-aAAla
Maar om het welbehagen van zijn Heer, de Verhevene, te zoeken. (20)
وَلَسَوْفَ يَرْضَى ﴿٢١﴾
92/Al-Layl-21: Walasawfa yarda
Hij zal zeker tevreden zijn. (21)