يَسْأَلُونَكَ مَاذَا أُحِلَّ لَهُمْ قُلْ أُحِلَّ لَكُمُ الطَّيِّبَاتُ وَمَا عَلَّمْتُم مِّنَ الْجَوَارِحِ مُكَلِّبِينَ تُعَلِّمُونَهُنَّ مِمَّا عَلَّمَكُمُ اللّهُ فَكُلُواْ مِمَّا أَمْسَكْنَ عَلَيْكُمْ وَاذْكُرُواْ اسْمَ اللّهِ عَلَيْهِ وَاتَّقُواْ اللّهَ إِنَّ اللّهَ سَرِيعُ الْحِسَابِ
﴿٤﴾
Sofian S. Siregar
En zij vragen jou wat hun toegestaan is. Zeg: "Jullie toegestaan zijn alle goede (soorten voedsel) en wat jullie krijgen met behulp van roofdieren die jullie leren (vangen) zoals Allah jullie leerde." Eet van wat zij voor jullie gevangen hebben, en spreekt er de Nam van Allah over uit (bij het loslaten van de afgerichte dieren) En vreest Allah. Voorwaar, Allah is snel in het opmaken van de afrekening.
Fred Leemhuis
Zij vragen jou wat hun toegestaan is. Zeg: "Toegestaan aan jullie zijn de goede dingen en [de vangst van] die roofdieren die jullie afgericht hebben door ze iets te leren van wat God jullie geleerd heeft." Eet dus van wat zij voor jullie vangen en vermeldt Gods naam erover. En vreest God; God is snel met de afrekening.
Salomo Keyzer
Zij zullen u vragen, wat hun veroorloofd is. Antwoord: de dingen, die goed zijn, zijn u geoorloofd. De prooi der jachtdieren, die gij als honden zult hebben afgericht, naar de wetenschap, die gij van God hebt ontvangen, is u geoorloofd te eten. Eet daarom van hetgeen zij u zullen hebben verschaft, en herdenkt daarbij den naam Gods, en vreest God; want God is snel in het rekenen.