وَقَالَتِ الْيَهُودُ يَدُ اللّهِ مَغْلُولَةٌ غُلَّتْ أَيْدِيهِمْ وَلُعِنُواْ بِمَا قَالُواْ بَلْ يَدَاهُ مَبْسُوطَتَانِ يُنفِقُ كَيْفَ يَشَاء وَلَيَزِيدَنَّ كَثِيرًا مِّنْهُم مَّا أُنزِلَ إِلَيْكَ مِن رَّبِّكَ طُغْيَانًا وَكُفْرًا وَأَلْقَيْنَا بَيْنَهُمُ الْعَدَاوَةَ وَالْبَغْضَاء إِلَى يَوْمِ الْقِيَامَةِ كُلَّمَا أَوْقَدُواْ نَارًا لِّلْحَرْبِ أَطْفَأَهَا اللّهُ وَيَسْعَوْنَ فِي الأَرْضِ فَسَادًا وَاللّهُ لاَ يُحِبُّ الْمُفْسِدِينَ
﴿٦٤﴾
Sofian S. Siregar
En de Joden zeiden: "De Hand van Allah is gebonden (gierig)." Hun handen zijn gebonden en vervloekt zijn zij vanwege wat zij zeiden! Welnee, Zijn handen zijn wijd uitgestrekt en Hij schenkt hoe Hij wil. (Do Koran,) die door jouw Heer aan jou is neergezonden, vermeerdert zeker bij velen van hen overtreding en ongeloof. En Wij wakkerden vijandschap en haat onder hen aan tot aan de Dag der Opstanding. Iedere keer dat zij een vuur ontsteken, dat tot de oorlog leidt, dooft Allah het. En zij zaaien verderf op de aarde. En Allah houdt niet van de verderfzaaiers.
Fred Leemhuis
En de joden zeggen: "Gods hand is gebonden." Hun handen zijn gebonden en zij worden vervloekt om wat zij zeggen! Welnee, Gods handen zijn beide wijd opengespreid; Hij schenkt weg hoe Hij wil. Velen nemen door wat van jouw Heer naar jou is neergezonden nog toe in onbeschaamdheid en ongeloof. En Wij brachten tussen hen vijandschap en haat teweeg tot aan de opstandingsdag. Telkens als zij een vuur ontsteken dat tot oorlog leidt, dan dooft God het. En zij trekken eropuit om op de aarde verderf te zaaien. God bemint de verderfzaaiers niet.
Salomo Keyzer
De Joden zeggen, de hand van God is geketend. Hunne handen zullen geketend zijn, en zij zullen gevloekt worden, om hetgeen zij hebben gezegd. Neen! zijne beide handen zijn geopend; Hij beschikt naar zijn welbehagen. Wat u van uwen Heer is neder gezonden zal de zonde en de ongetrouwheid van velen hunner vermeerderen, en wij hebben de vijandschap en den haat tusschen hen geplaatst, tot op den dag der opstanding. Zoo dikwijls zij het oorlogsvuur zullen ontsteken, zal God het uitblusschen, en zij zullen in hun binnenste besluiten, slecht op aarde te handelen; maar God bemint de boozen niet.