Nederlands [Veranderen]

An-Naml-40, Soera De Mieren Verset-40

27/An-Naml-40 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
40

An-Naml-40, Soera De Mieren Verset-40

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah An-Naml - vers 40

سورة النمل

Soera An-Naml

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

قَالَ الَّذِي عِندَهُ عِلْمٌ مِّنَ الْكِتَابِ أَنَا آتِيكَ بِهِ قَبْلَ أَن يَرْتَدَّ إِلَيْكَ طَرْفُكَ فَلَمَّا رَآهُ مُسْتَقِرًّا عِندَهُ قَالَ هَذَا مِن فَضْلِ رَبِّي لِيَبْلُوَنِي أَأَشْكُرُ أَمْ أَكْفُرُ وَمَن شَكَرَ فَإِنَّمَا يَشْكُرُ لِنَفْسِهِ وَمَن كَفَرَ فَإِنَّ رَبِّي غَنِيٌّ كَرِيمٌ ﴿٤٠﴾
27/An-Naml-40: Qala allathee AAindahu AAilmun mina alkitabi ana ateeka bihi qabla an yartadda ilayka tarfuka falamma raahu mustaqirran AAindahu qala hatha min fadli rabbee liyabluwanee aashkuru am akfuru waman shakara fa-innama yashkuru linafsihi waman kafara fa-inna ra

Sofian S. Siregar

Degene met kennis van Schrift zei: "ik zal hein in een oogwenk naar jou toebrengen." En toen hij hem vóór zich geplaatst zag, zei hij: "Dit is een gunst van mijn Heer, om mij op de proef te stellen of ik dankbaar zal zijn of ik ondankbaar zal zijn. Maar hij die dankbaar is, is slechts dankbaar voor zichzelf. En wie ondankbaar is: voorwaar, mijn Heer is Behoefteloos. Edel."

Fred Leemhuis

Hij die kennis van het boek had zei: "Ik breng hem je voordat jij met je oog hebt geknipperd." En toen hij hem daar bij zich zag staan zei hij: "Dit is een gunst van mijn Heer om mij op de proef te stellen of ik dank zal betuigen of ondankbaar ben. En wie dank betuigt doet dat in zijn eigen voordeel en wie ondankbaar is? mijn Heer is behoefteloos en edel."

Salomo Keyzer

En een ander, die de kennis der schriften bezat, zeide; Ik zal u dien in een oogwenk brengen. En toen Salomo den troon voor zich zag geplaatst, zeide hij: Dit is eene gunst van mijn Heer, om mij te beproeven, of ik dankbaar of ondankbaar zal zijn, en hij die dankbaar is, is dankbaar in zijn eigen voordeel; maar indien iemand ondankbaar is, waarlijk, dan is mijn Heer zelfgenoegzaam en milddadig.
40