Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
سورة النّور
القرآن الكريم
»
سورة النّور
An-Nur 1-64, Soera Het Licht (24/An-Nur)
de Heilige Koran
»
Soeras in de Koran
»
Soera An-Nur
Luister Koran 24 - An-Nur
سورة النّور
Soera An-Nur
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
سُورَةٌ أَنزَلْنَاهَا وَفَرَضْنَاهَا وَأَنزَلْنَا فِيهَا آيَاتٍ بَيِّنَاتٍ لَّعَلَّكُمْ تَذَكَّرُونَ
﴿١﴾
24/An-Nur-1: Sooratun anzalnaha wafaradnaha waanzalna feeha ayatin bayyinatin laAAallakum tathakkaroona
Dit is een Soerah die Wij neergezonden hebben en die Wij verplicht hebben gesteld; en Wij hebben daarin duidelijke Verzen neergezezonden. Hopelijk zullen jullie je laten vermanen. (1)
الزَّانِيَةُ وَالزَّانِي فَاجْلِدُوا كُلَّ وَاحِدٍ مِّنْهُمَا مِئَةَ جَلْدَةٍ وَلَا تَأْخُذْكُم بِهِمَا رَأْفَةٌ فِي دِينِ اللَّهِ إِن كُنتُمْ تُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ وَلْيَشْهَدْ عَذَابَهُمَا طَائِفَةٌ مِّنَ الْمُؤْمِنِينَ
﴿٢﴾
24/An-Nur-2: Alzzaniyatu waalzzanee faijlidoo kulla wahidin minhuma mi-ata jaldatin wala ta/khuthkum bihima ra/fatun fee deeni Allahi in kuntum tu/minoona biAllahi waalyawmi al-akhiri walyashhad AAathabahuma ta-ifatun mina almu/mineena
De ontuchtige vrouw en de ontuchtige man, slaat hen ieder met honderd slagen. En laat medelijden met hen jullie niet treffen in de godsdienst van Allah, indien jullie in Allah en de Laatste Dag geloven. En laat een groep gelovigen getuige zijn van hun bestraffing. (2)
الزَّانِي لَا يَنكِحُ إلَّا زَانِيَةً أَوْ مُشْرِكَةً وَالزَّانِيَةُ لَا يَنكِحُهَا إِلَّا زَانٍ أَوْ مُشْرِكٌ وَحُرِّمَ ذَلِكَ عَلَى الْمُؤْمِنِينَ
﴿٣﴾
24/An-Nur-3: Alzzanee la yankihu illa zaniyatan aw mushrikatan waalzzaniyatu la yankihuha illa zanin aw mushrikun wahurrima thalika AAala almu/mineena
De ontuchtige man trouwt niet, behalve met een ontuchtige vrouw of een veelgodenaanbidster. En de ontuchtige vrouw wordt niet getrouwd, behalve door een ontuchtige man of een veelgodenaanbidder. En dat is verboden voor de gelovigen. (3)
وَالَّذِينَ يَرْمُونَ الْمُحْصَنَاتِ ثُمَّ لَمْ يَأْتُوا بِأَرْبَعَةِ شُهَدَاء فَاجْلِدُوهُمْ ثَمَانِينَ جَلْدَةً وَلَا تَقْبَلُوا لَهُمْ شَهَادَةً أَبَدًا وَأُوْلَئِكَ هُمُ الْفَاسِقُونَ
﴿٤﴾
24/An-Nur-4: Waallatheena yarmoona almuhsanati thumma lam ya/too bi-arbaAAati shuhadaa faijlidoohum thamaneena jaldatan wala taqbaloo lahum shahadatan abadan waola-ika humu alfasiqoona
En degenen die eerzame vrouwen beschuldigen (van ontucht) en vervolgens geen vier getuigen brengen: slaat hen met tachtig slagen. En aanvaardt nooit getuigenissen van hen, went zij zijn degenen die zwam zonden begaan. (4)
إِلَّا الَّذِينَ تَابُوا مِن بَعْدِ ذَلِكَ وَأَصْلَحُوا فَإِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
﴿٥﴾
24/An-Nur-5: Illa allatheena taboo min baAAdi thalika waaslahoo fa-inna Allaha ghafoorun raheemun
Behalve degenen die daarna berouw hebben en zich beteren. En voorwaar, Allah is dan Vergevensgezind, Meest Barmhartig. En degenen die hun echtgenotes beschuldigen terwijl zij er geen getuigen voor hebben, behalve (5)
وَالَّذِينَ يَرْمُونَ أَزْوَاجَهُمْ وَلَمْ يَكُن لَّهُمْ شُهَدَاء إِلَّا أَنفُسُهُمْ فَشَهَادَةُ أَحَدِهِمْ أَرْبَعُ شَهَادَاتٍ بِاللَّهِ إِنَّهُ لَمِنَ الصَّادِقِينَ
﴿٦﴾
24/An-Nur-6: Waallatheena yarmoona azwajahum walam yakun lahum shuhadao illa anfusuhum fashahadatu ahadihim arbaAAu shahadatin biAllahi innahu lamina alssadiqeena
zichzelf: de getuigenis van een van hen bestaat uit vier maal bij Allah zweren dat hij tot de waarachtigen behoort. (6)
وَالْخَامِسَةُ أَنَّ لَعْنَتَ اللَّهِ عَلَيْهِ إِن كَانَ مِنَ الْكَاذِبِينَ وَيَدْرَأُ
﴿٧﴾
24/An-Nur-7: Waalkhamisatu anna laAAnata Allahi AAalayhi in kana mina alkathibeena
En de vijfde getuigenis is dat de straf van Allah over hem komt als hij tot de leugenaars behoort. (7)
عَنْهَا الْعَذَابَ أَنْ تَشْهَدَ أَرْبَعَ شَهَادَاتٍ بِاللَّهِ إِنَّهُ لَمِنَ الْكَاذِبِينَ
﴿٨﴾
24/An-Nur-8: Wayadrao AAanha alAAathaba an tashhada arbaAAa shahadatin biAllahi innahu lamina alkathibeena
En de bestraffing zal van haar afgewend worden als zij vier maal bij Allah zweert dat haar man zeker tot de leugenaars behoort. (8)
وَالْخَامِسَةَ أَنَّ غَضَبَ اللَّهِ عَلَيْهَا إِن كَانَ مِنَ الصَّادِقِينَ
﴿٩﴾
24/An-Nur-9: Waalkhamisata anna ghadaba Allahi AAalayha in kana mina alssadiqeena
En haar vijfde (getuigenis) is dat de toom van Allah haar treft als hij tot de waarachtigen behoort. (9)
وَلَوْلَا فَضْلُ اللَّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ وَأَنَّ اللَّهَ تَوَّابٌ حَكِيمٌ
﴿١٠﴾
24/An-Nur-10: Walawla fadlu Allahi AAalaykum warahmatuhu waanna Allaha tawwabun hakeemun
En als de gunst van Allah en Zijn Barmhartigheid er voor jullie niet was en als Hij niet de Vergever, de Alwijze was... (zouden jullie snel ten ondergaan). (10)
إِنَّ الَّذِينَ جَاؤُوا بِالْإِفْكِ عُصْبَةٌ مِّنكُمْ لَا تَحْسَبُوهُ شَرًّا لَّكُم بَلْ هُوَ خَيْرٌ لَّكُمْ لِكُلِّ امْرِئٍ مِّنْهُم مَّا اكْتَسَبَ مِنَ الْإِثْمِ وَالَّذِي تَوَلَّى كِبْرَهُ مِنْهُمْ لَهُ عَذَابٌ عَظِيمٌ
﴿١١﴾
24/An-Nur-11: Inna allatheena jaoo bial-ifki AAusbatun minkum la tahsaboohu sharran lakum bal huwa khayrun lakum likulli imri-in minhum ma iktasaba mina al-ithmi waallathee tawalla kibrahu minhum lahu AAathabun AAatheemun
Voorwaar, degenen die de laster naar voren brachten zijn een groep onder jullie. Denkt niet dat het slecht voor jullie is. Integendeel, het is goed voor jullie: een ieder van hen wordt belast voor de zonde. En degene van hen die het grootste aandeel had: voor hem is er een geweldige bestraffing. (11)
لَوْلَا إِذْ سَمِعْتُمُوهُ ظَنَّ الْمُؤْمِنُونَ وَالْمُؤْمِنَاتُ بِأَنفُسِهِمْ خَيْرًا وَقَالُوا هَذَا إِفْكٌ مُّبِينٌ
﴿١٢﴾
24/An-Nur-12: Lawla ith samiAAtumoohu thanna almu/minoona waalmu/minatu bi-anfusihim khayran waqaloo hatha ifkun mubeenun
Hadden, toen jullie het hoorden, de gelovige mannen en de gelovige vrouwen maar het goede bij zichzelf gedacht, en hadden zij maar gezegd: "Deze (beschuldiging) is duidelijke laster." (12)
لَوْلَا جَاؤُوا عَلَيْهِ بِأَرْبَعَةِ شُهَدَاء فَإِذْ لَمْ يَأْتُوا بِالشُّهَدَاء فَأُوْلَئِكَ عِندَ اللَّهِ هُمُ الْكَاذِبُونَ
﴿١٣﴾
24/An-Nur-13: Lawla jaoo AAalayhi bi-arbaAAati shuhadaa fa-ith lam ya/too bialshshuhada-i faola-ika AAinda Allahi humu alkathiboona
Hadden zij maar vier getuigen naar voren gebracht. Toen zij geen getuigen naar voren brachten, werden zij daarom degenen die bij Allah de leugenaars zijn. (13)
وَلَوْلَا فَضْلُ اللَّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ لَمَسَّكُمْ فِي مَا أَفَضْتُمْ فِيهِ عَذَابٌ عَظِيمٌ
﴿١٤﴾
24/An-Nur-14: Walawla fadlu Allahi AAalaykum warahmatuhu fee alddunya waal-akhirati lamassakum fee ma afadtum feehi AAathabun AAatheemun
En als de gunst van Allah voor jullie er niet geweest was en Zijn Barmhartigheid in de wereld en het Hiernamaals, dan zou een geweldige bestraffing jullie zeker treffen vanwege wat jullie gedaan hebben. (14)
إِذْ تَلَقَّوْنَهُ بِأَلْسِنَتِكُمْ وَتَقُولُونَ بِأَفْوَاهِكُم مَّا لَيْسَ لَكُم بِهِ عِلْمٌ وَتَحْسَبُونَهُ هَيِّنًا وَهُوَ عِندَ اللَّهِ عَظِيمٌ
﴿١٥﴾
24/An-Nur-15: Ith talaqqawnahu bi-alsinatikum wataqooloona bi-afwahikum ma laysa lakum bihi AAilmun watahsaboonahu hayyinan wahuwa AAinda Allahi AAatheemun
(En gedenkt) toen jullie de (laster) met jullie tongen overnamen en met jullie monden dat zeiden waarover jullie gew kennis hadden. En jullie dachten dat het iets kleins was, maar het is bij Allah geweldig. (15)
وَلَوْلَا إِذْ سَمِعْتُمُوهُ قُلْتُم مَّا يَكُونُ لَنَا أَن نَّتَكَلَّمَ بِهَذَا سُبْحَانَكَ هَذَا بُهْتَانٌ عَظِيمٌ
﴿١٦﴾
24/An-Nur-16: Walawla ith samiAAtumoohu qultum ma yakoonu lana an natakallama bihatha subhanaka hatha buhtanun AAatheemun
En hadden jullie maar, toen jullie het hoorden, gezegd: "Het is niet aan ons om hierover te spreken, Heilig bent U, dit is een geiveldig verzinsel." (16)
يَعِظُكُمُ اللَّهُ أَن تَعُودُوا لِمِثْلِهِ أَبَدًا إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ
﴿١٧﴾
24/An-Nur-17: YaAAithukumu Allahu an taAAoodoo limithlihi abadan in kuntum mu/mineena
Allah waarschuwt jullie zoiets nooit te herhalen, indien jullie gelovig zijn. (17)
وَيُبَيِّنُ اللَّهُ لَكُمُ الْآيَاتِ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
﴿١٨﴾
24/An-Nur-18: Wayubayyinu Allahu lakumu al-ayati waAllahu AAaleemun hakeemun
En Allah verduidelijkt jullie de Verzen. En Allah is Alwetend, Alwijs. (18)
إِنَّ الَّذِينَ يُحِبُّونَ أَن تَشِيعَ الْفَاحِشَةُ فِي الَّذِينَ آمَنُوا لَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ وَاللَّهُ يَعْلَمُ وَأَنتُمْ لَا تَعْلَمُونَ
﴿١٩﴾
24/An-Nur-19: Inna allatheena yuhibboona an tasheeAAa alfahishatu fee allatheena amanoo lahum AAathabun aleemun fee alddunya waal-akhirati waAllahu yaAAlamu waantum la taAAlamoona
Voorwaar, degenen die er van houden dat de gruweldaad zich verspreidt onder degenen die geloven: voor hen is er een pijnlijke bestraffing op de wereld en in het Hiernamaals. En Allah weet, terwijl jullie niet weten. (19)
وَلَوْلَا فَضْلُ اللَّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ وَأَنَّ اللَّه رَؤُوفٌ رَحِيمٌ
﴿٢٠﴾
24/An-Nur-20: Walawla fadlu Allahi AAalaykum warahmatuhu waanna Allaha raoofun raheemun
En als de gunst van Allah voor jullie er niet geweest was en Zijn Barmhartigheid en Allah niet Vriendelijk en Meest Barmhartig was... (zouden jullie snel ten ondergaan.) (20)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تَتَّبِعُوا خُطُوَاتِ الشَّيْطَانِ وَمَن يَتَّبِعْ خُطُوَاتِ الشَّيْطَانِ فَإِنَّهُ يَأْمُرُ بِالْفَحْشَاء وَالْمُنكَرِ وَلَوْلَا فَضْلُ اللَّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ مَا زَكَا مِنكُم مِّنْ أَحَدٍ أَبَدًا وَلَكِنَّ اللَّهَ يُزَكِّي مَن يَشَاء وَاللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ
﴿٢١﴾
24/An-Nur-21: Ya ayyuha allatheena amanoo la tattabiAAoo khutuwati alshshaytani waman yattabiAA khutuwati alshshaytani fa-innahu ya/muru bialfahsha-i waalmunkari walawla fadlu Allahi AAalaykum warahmatuhu ma zaka minkum min ahadin abadan walakinna Allaha yuzakkee man y
O jullie die geloven! Volgt niet in de voetstappen van de Satan. En wie de voetstappen van de Satan volgt: voorwaar, hij (Satan) beveelt de gruweldaden en het verwerpelijke. En als de gunst van Allah er voor jullie niet geweest was en Zijn Barmhartigheid, dan zou niet één van jullie zich ooit reinigen. Maar Allah reinigt wie Hij wil. En Allah is Alhorend en Alwetend. (21)
وَلَا يَأْتَلِ أُوْلُوا الْفَضْلِ مِنكُمْ وَالسَّعَةِ أَن يُؤْتُوا أُوْلِي الْقُرْبَى وَالْمَسَاكِينَ وَالْمُهَاجِرِينَ فِي سَبِيلِ اللَّهِ وَلْيَعْفُوا وَلْيَصْفَحُوا أَلَا تُحِبُّونَ أَن يَغْفِرَ اللَّهُ لَكُمْ وَاللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
﴿٢٢﴾
24/An-Nur-22: Wala ya/tali oloo alfadli minkum waalssaAAati an yu/too olee alqurba waalmasakeena waalmuhajireena fee sabeeli Allahi walyaAAfoo walyasfahoo ala tuhibboona an yaghfira Allahu lakum waAllahu ghafoorun raheemun
En laat hen van jullie die bemiddeld en gefortuncerd zijn niet zweren niet uit te geven aan de verwanten en de amen en de uitwijkers op de Weg van Allah; laat hen vergeven en lankmoedig zijn: houden jullie er niet van dat Allah jullie vergeeft? En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (22)
إِنَّ الَّذِينَ يَرْمُونَ الْمُحْصَنَاتِ الْغَافِلَاتِ الْمُؤْمِنَاتِ لُعِنُوا فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ وَلَهُمْ عَذَابٌ عَظِيمٌ
﴿٢٣﴾
24/An-Nur-23: Inna allatheena yarmoona almuhsanati alghafilati almu/minati luAAinoo fee alddunya waal-akhirati walahum AAathabun AAatheemun
Voorwaar, degenen die de eerbare, reine, gelovige vrouwen beschuldigen (van ontucht) zijn vervloekt op de wereld en in het Hiernamaals. En voor hen is er een geweldige bestraffing. (23)
يَوْمَ تَشْهَدُ عَلَيْهِمْ أَلْسِنَتُهُمْ وَأَيْدِيهِمْ وَأَرْجُلُهُم بِمَا كَانُوا يَعْمَلُونَ
﴿٢٤﴾
24/An-Nur-24: Yawma tashhadu AAalayhim alsinatuhum waaydeehim waarjuluhum bima kanoo yaAAmaloona
Op die Dag zullen hun tongen, hun handen en hun voeten tegen hen getuigen over wat zijn plachten te doen. (24)
يَوْمَئِذٍ يُوَفِّيهِمُ اللَّهُ دِينَهُمُ الْحَقَّ وَيَعْلَمُونَ أَنَّ اللَّهَ هُوَ الْحَقُّ الْمُبِينُ
﴿٢٥﴾
24/An-Nur-25: Yawma-ithin yuwaffeehimu Allahu deenahumu alhaqqa wayaAAlamoona anna Allaha huwa alhaqqu almubeenu
Op die Dag zal Allah hun hun ware loon betalen en zij zullen weten dat Allah zeker de duidelijke Waarheid is. (25)
الْخَبِيثَاتُ لِلْخَبِيثِينَ وَالْخَبِيثُونَ لِلْخَبِيثَاتِ وَالطَّيِّبَاتُ لِلطَّيِّبِينَ وَالطَّيِّبُونَ لِلطَّيِّبَاتِ أُوْلَئِكَ مُبَرَّؤُونَ مِمَّا يَقُولُونَ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَرِزْقٌ كَرِيمٌ
﴿٢٦﴾
24/An-Nur-26: Alkhabeethatu lilkhabeetheena waalkhabeethoona lilkhabeethati waalttayyibatu lilttayyibeena waalttayyiboona lilttayyibati ola-ika mubarraoona mimma yaqooloona lahum maghfiratun warizqun kareemun
Zondige vrouwen zijn er voor zondige mannen en zondige mannen zijn er voor zondige vrouwen; en goede vrouwen zijn er voor goede mannen en goede mannen zijn er voor goede vrouwen; zij zijn degenen die onschuldig zijn aan wat zij (de lasteraars) zeggen: voor hen is er vergeving en een weldadige voorziening. (26)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تَدْخُلُوا بُيُوتًا غَيْرَ بُيُوتِكُمْ حَتَّى تَسْتَأْنِسُوا وَتُسَلِّمُوا عَلَى أَهْلِهَا ذَلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُونَ
﴿٢٧﴾
24/An-Nur-27: Ya ayyuha allatheena amanoo la tadkhuloo buyootan ghayra buyootikum hatta tasta/nisoo watusallimoo AAala ahliha thalikum khayrun lakum laAAallakum tathakkaroona
O jullie die geloven! Gaat geen huizen binnen, behalve jullie huizen, totdat jullie toestemming hebben gevraagd en salâm hebben gegeven aan haar bewoners. Dat is beter voor jullie, hopelijk zuilen jullie je laten vermanen. (27)
فَإِن لَّمْ تَجِدُوا فِيهَا أَحَدًا فَلَا تَدْخُلُوهَا حَتَّى يُؤْذَنَ لَكُمْ وَإِن قِيلَ لَكُمُ ارْجِعُوا فَارْجِعُوا هُوَ أَزْكَى لَكُمْ وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ عَلِيمٌ
﴿٢٨﴾
24/An-Nur-28: Fa-in lam tajidoo feeha ahadan fala tadkhulooha hatta yu/thana lakum wa-in qeela lakumu irjiAAoo fairjiAAoo huwa azka lakum waAllahu bima taAAmaloona AAaleemun
Maar als jullie niemand daar (thuis) in vinden: gaat er den niet binnen totdat jullie toestemming hebben gekregen. En als tegen jullie wordt gezegd: "Gaat terug," gaat dan terug, want dat is reiner voor jullie. En Allah is Alwetend over wat jullie doen. (28)
لَّيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ أَن تَدْخُلُوا بُيُوتًا غَيْرَ مَسْكُونَةٍ فِيهَا مَتَاعٌ لَّكُمْ وَاللَّهُ يَعْلَمُ مَا تُبْدُونَ وَمَا تَكْتُمُونَ
﴿٢٩﴾
24/An-Nur-29: Laysa AAalaykum junahun an tadkhuloo buyootan ghayra maskoonatin feeha mataAAun lakum waAllahu yaAAlamu ma tubdoona wama taktumoona
Het is geen ovenmding voor jullie als jullie onbewooinde huizen binnengaan, waarin is wat jullie kunnen gebruiken. En Allah weet wat jullie openlijk doen en wat jullie verbergen. (29)
قُل لِّلْمُؤْمِنِينَ يَغُضُّوا مِنْ أَبْصَارِهِمْ وَيَحْفَظُوا فُرُوجَهُمْ ذَلِكَ أَزْكَى لَهُمْ إِنَّ اللَّهَ خَبِيرٌ بِمَا يَصْنَعُونَ
﴿٣٠﴾
24/An-Nur-30: Qul lilmu/mineena yaghuddoo min absarihum wayahfathoo furoojahum thalika azka lahum inna Allaha khabeerun bima yasnaAAoona
Zeg (O Moehammad) tegen de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, dat is reiner voor hen. Voorwaar, Allah is Alwetend over wat zij bedrijven. (30)
وَقُل لِّلْمُؤْمِنَاتِ يَغْضُضْنَ مِنْ أَبْصَارِهِنَّ وَيَحْفَظْنَ فُرُوجَهُنَّ وَلَا يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلَّا مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَلْيَضْرِبْنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَى جُيُوبِهِنَّ وَلَا يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلَّا لِبُعُولَتِهِنَّ أَوْ آبَائِهِنَّ أَوْ آبَاء بُعُولَتِهِنَّ أَوْ أَبْنَائِهِنَّ أَوْ أَبْنَاء بُعُولَتِهِنَّ أَوْ إِخْوَانِهِنَّ أَوْ بَنِي إِخْوَانِهِنَّ أَوْ بَنِي أَخَوَاتِهِنَّ أَوْ نِسَائِهِنَّ أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُنَّ أَوِ التَّابِعِينَ غَيْرِ أُوْلِي الْإِرْبَةِ مِنَ الرِّجَالِ أَوِ الطِّفْلِ الَّذِينَ لَمْ يَظْهَرُوا عَلَى عَوْرَاتِ النِّسَاء وَلَا يَضْرِبْنَ بِأَرْجُلِهِنَّ لِيُعْلَمَ مَا يُخْفِينَ مِن زِينَتِهِنَّ وَتُوبُوا إِلَى اللَّهِ جَمِيعًا أَيُّهَا الْمُؤْمِنُونَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ
﴿٣١﴾
24/An-Nur-31: Waqul lilmu/minati yaghdudna min absarihinna wayahfathna furoojahunna wala yubdeena zeenatahunna illa ma thahara minha walyadribna bikhumurihinna AAala juyoobihinna wala yubdeena zeenatahunna illa libuAAoolatihinna aw aba-ihinna aw aba-i buAAoolatihinna a
En zeg tegen de gelovige vrouwen, dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, en hun sieraad niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vadem of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of hun broeders, of de zonen van hun broeders, of de zonen van hun zusters, of hun vrouwen, of slavinnen waarover zij beschikken, of mannelijke helpers die geen begeerte meer hebben, of de kinderen die nog niet op de 'Aurât as van vrouwen letten. En laten zij niet met hun voeten stampen om hun sieraden die zij verbergen te laten kennen. En keert jullie allen berouwvol ten Allah, O gelovigen. Hopelijk zullen jullie welslagen. (31)
وَأَنكِحُوا الْأَيَامَى مِنكُمْ وَالصَّالِحِينَ مِنْ عِبَادِكُمْ وَإِمَائِكُمْ إِن يَكُونُوا فُقَرَاء يُغْنِهِمُ اللَّهُ مِن فَضْلِهِ وَاللَّهُ وَاسِعٌ عَلِيمٌ
﴿٣٢﴾
24/An-Nur-32: Waankihoo al-ayama minkum waalssaliheena min AAibadikum wa-ima-ikum in yakoonoo fuqaraa yughnihimu Allahu min fadlihi waAllahu wasiAAun AAaleemun
En trouwt hen onder jullie die ongetrouwd zijn en de waarachtigen onder jullie slaven en slavinnen. Als zij arm zijn, zal Allah hen voorzien vanuit Zijn gunst. En Allah is Alomvattend, Alwetend. (32)
وَلْيَسْتَعْفِفِ الَّذِينَ لَا يَجِدُونَ نِكَاحًا حَتَّى يُغْنِيَهُمْ اللَّهُ مِن فَضْلِهِ وَالَّذِينَ يَبْتَغُونَ الْكِتَابَ مِمَّا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ فَكَاتِبُوهُمْ إِنْ عَلِمْتُمْ فِيهِمْ خَيْرًا وَآتُوهُم مِّن مَّالِ اللَّهِ الَّذِي آتَاكُمْ وَلَا تُكْرِهُوا فَتَيَاتِكُمْ عَلَى الْبِغَاء إِنْ أَرَدْنَ تَحَصُّنًا لِّتَبْتَغُوا عَرَضَ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَمَن يُكْرِههُّنَّ فَإِنَّ اللَّهَ مِن بَعْدِ إِكْرَاهِهِنَّ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
﴿٣٣﴾
24/An-Nur-33: WalyastaAAfifi allatheena la yajidoona nikahan hatta yughniyahumu Allahu min fadlihi waallatheena yabtaghoona alkitaba mimma malakat aymanukum fakatiboohum in AAalimtum feehim khayran waatoohum min mali Allahi allathee atakum wala tukrihoo fatayatikum AAa
En laat degenen die geen (mogelijkheid) vinden tot het huwelijk kuis blijven, tot Allah hen uit Zijn gunst voorziet. En degenen onder de slaven waarover jullie beschikken die een vrijbrief van jullie wensen: schrijft die voor hen, indien jullie iets goeds in hen kennen. En geeft hun van de rijkdom die Allah jullie gaf. En dwingt jullie slavinnen niet tot onkuisheid indien zij kuisheid wensen omdat jullie de vergangkelijkheden van de wereld begeren. Maar indien iemand hen dwingt: voorwaar, Allah is na hun dwang (voor deze vrouwen) Vergevelaggezind, Meest Barmhartig. (33)
وَلَقَدْ أَنزَلْنَا إِلَيْكُمْ آيَاتٍ مُّبَيِّنَاتٍ وَمَثَلًا مِّنَ الَّذِينَ خَلَوْا مِن قَبْلِكُمْ وَمَوْعِظَةً لِّلْمُتَّقِينَ
﴿٣٤﴾
24/An-Nur-34: Walaqad anzalna ilaykum ayatin mubayyinatin wamathalan mina allatheena khalaw min qablikum wamawAAithatan lilmuttaqeena
En Wij hebben zeker voor jullie duidelijke Verzen neergezonden en voorbeelden voor degenen die jullie vroeger voorafgegaan zijn en een onderricht voor de Moettaqôen. (34)
اللَّهُ نُورُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ مَثَلُ نُورِهِ كَمِشْكَاةٍ فِيهَا مِصْبَاحٌ الْمِصْبَاحُ فِي زُجَاجَةٍ الزُّجَاجَةُ كَأَنَّهَا كَوْكَبٌ دُرِّيٌّ يُوقَدُ مِن شَجَرَةٍ مُّبَارَكَةٍ زَيْتُونِةٍ لَّا شَرْقِيَّةٍ وَلَا غَرْبِيَّةٍ يَكَادُ زَيْتُهَا يُضِيءُ وَلَوْ لَمْ تَمْسَسْهُ نَارٌ نُّورٌ عَلَى نُورٍ يَهْدِي اللَّهُ لِنُورِهِ مَن يَشَاء وَيَضْرِبُ اللَّهُ الْأَمْثَالَ لِلنَّاسِ وَاللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ
﴿٣٥﴾
24/An-Nur-35: Allahu nooru alssamawati waal-ardi mathalu noorihi kamishkatin feeha misbahun almisbahu fee zujajatin alzzujajatu kaannaha kawkabun durriyyun yooqadu min shajaratin mubarakatin zaytoonatin la sharqiyyatin wala gharbiyyatin yakadu zaytuha yudee-o walaw lam
Allah geeft het licht aan de hemelen en de aarde. De gelijkenis van Zijn licht is met een nis met een lamp erin: de lamp bevindt zich in een glas. Het glas is als een stralende ster, die brandt (van de olie) van een gezegende olijfbloom, die niet van het Westen en niet het Oosten is. Haar olie verlicht, hoewel zij (nog) niet door het vuur aangemakt is. Licht op licht. Allah leidt naar Zijn licht wie Hij wil. En Allah maakt gelijkenissen voor de mensen. En Allah is Alwetend over alle zaken. (35)
فِي بُيُوتٍ أَذِنَ اللَّهُ أَن تُرْفَعَ وَيُذْكَرَ فِيهَا اسْمُهُ يُسَبِّحُ لَهُ فِيهَا بِالْغُدُوِّ وَالْآصَالِ
﴿٣٦﴾
24/An-Nur-36: Fee buyootin athina Allahu an turfaAAa wayuthkara feeha ismuhu yusabbihu lahu feeha bialghuduwwi waal-asali
(Zo'n licht brandt) in huizen waarvoor Allah gebood (Hem) erin te eren en Zijn Naam te noemen, zij prijzen Zijn Glorie daarin in de ochtenden en de avonden. (36)
رِجَالٌ لَّا تُلْهِيهِمْ تِجَارَةٌ وَلَا بَيْعٌ عَن ذِكْرِ اللَّهِ وَإِقَامِ الصَّلَاةِ وَإِيتَاء الزَّكَاةِ يَخَافُونَ يَوْمًا تَتَقَلَّبُ فِيهِ الْقُلُوبُ وَالْأَبْصَارُ
﴿٣٧﴾
24/An-Nur-37: Rijalun la tulheehim tijaratun wala bayAAun AAan thikri Allahi wa-iqami alssalati wa-eeta-i alzzakati yakhafoona yawman tataqallabu feehi alquloobu waal-absaru
(Door) mmen die niet door handel en niet door verkoop worden afgeleid van de gedachtenis van Allah en (ook niet van) het onderhouden van de shalât en het geven van de zakât en die bang zijn voet de Dag waarop de harten en de ogen sidderen. (37)
لِيَجْزِيَهُمُ اللَّهُ أَحْسَنَ مَا عَمِلُوا وَيَزِيدَهُم مِّن فَضْلِهِ وَاللَّهُ يَرْزُقُ مَن يَشَاء بِغَيْرِ حِسَابٍ
﴿٣٨﴾
24/An-Nur-38: Liyajziyahumu Allahu ahsana ma AAamiloo wayazeedahum min fadlihi waAllahu yarzuqu man yashao bighayri hisabin
Opdat Allah hen beloont volgens het beste van wat zij deden. En Hij vermeerdert voor hen Zijn gunst. En Allah voorziet wie Hij wil zonder rekening. (38)
وَالَّذِينَ كَفَرُوا أَعْمَالُهُمْ كَسَرَابٍ بِقِيعَةٍ يَحْسَبُهُ الظَّمْآنُ مَاء حَتَّى إِذَا جَاءهُ لَمْ يَجِدْهُ شَيْئًا وَوَجَدَ اللَّهَ عِندَهُ فَوَفَّاهُ حِسَابَهُ وَاللَّهُ سَرِيعُ الْحِسَابِ
﴿٣٩﴾
24/An-Nur-39: Waallatheena kafaroo aAAmaluhum kasarabin biqeeAAatin yahsabuhu alththam-anu maan hatta itha jaahu lam yajidhu shay-an wawajada Allaha AAindahu fawaffahu hisabahu waAllahu sareeAAu alhisabi
En degenen die ongelovig zijn: hun daden zijn als een luchtspiegeling op de woestijnvlakte. De dorstige denkt water (te vinden) totdat hij daar komt en er niets vindt Maar hij vindt Allah bij zich en Hij zal zijn rekening opmaken. En Allah is snel in de afrekening. (39)
أَوْ كَظُلُمَاتٍ فِي بَحْرٍ لُّجِّيٍّ يَغْشَاهُ مَوْجٌ مِّن فَوْقِهِ مَوْجٌ مِّن فَوْقِهِ سَحَابٌ ظُلُمَاتٌ بَعْضُهَا فَوْقَ بَعْضٍ إِذَا أَخْرَجَ يَدَهُ لَمْ يَكَدْ يَرَاهَا وَمَن لَّمْ يَجْعَلِ اللَّهُ لَهُ نُورًا فَمَا لَهُ مِن نُّورٍ
﴿٤٠﴾
24/An-Nur-40: Aw kathulumatin fee bahrin lujjiyyin yaghshahu mawjun min fawqihi mawjun min fawqihi sahabun thulumatun baAAduha fawqa baAAdin itha akhraja yadahu lam yakad yaraha waman lam yajAAali Allahu lahu nooran fama lahu min noorin
Of (de toestand van de ongelovige is) als de donkerten in de diepe zee, bedekt door golf op golf, waarop wolken zijn. donkerten bovenop elkaar. Wanneer iemand zijn hand uitstrekt kan hij die bijna niet zien. En aan wie Allah geen licht geeft: voor hem is er gew licht. (40)
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يُسَبِّحُ لَهُ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَالطَّيْرُ صَافَّاتٍ كُلٌّ قَدْ عَلِمَ صَلَاتَهُ وَتَسْبِيحَهُ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِمَا يَفْعَلُونَ
﴿٤١﴾
24/An-Nur-41: Alam tara anna Allaha yusabbihu lahu man fee alssamawati waal-ardi waalttayru saffatin kullun qad AAalima salatahu watasbeehahu waAllahu AAaleemun bima yafAAaloona
Zie jij niet dat alles in de hemelen en op de aarde Allah prijst en (ook) de vogels met uitgespreide vleugels? Ieder kent zijn shalât en zijn lofprijzing en Allah is Alwetend over wat zij doen. (41)
وَلِلَّهِ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَإِلَى اللَّهِ الْمَصِيرُ
﴿٤٢﴾
24/An-Nur-42: Walillahi mulku alssamawati waal-ardi wa-ila Allahi almaseeru
En aan Allah behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde en tot Allah is de terugkeer. (42)
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يُزْجِي سَحَابًا ثُمَّ يُؤَلِّفُ بَيْنَهُ ثُمَّ يَجْعَلُهُ رُكَامًا فَتَرَى الْوَدْقَ يَخْرُجُ مِنْ خِلَالِهِ وَيُنَزِّلُ مِنَ السَّمَاء مِن جِبَالٍ فِيهَا مِن بَرَدٍ فَيُصِيبُ بِهِ مَن يَشَاء وَيَصْرِفُهُ عَن مَّن يَشَاء يَكَادُ سَنَا بَرْقِهِ يَذْهَبُ بِالْأَبْصَارِ
﴿٤٣﴾
24/An-Nur-43: Alam tara anna Allaha yuzjee sahaban thumma yu-allifu baynahu thumma yajAAaluhu rukaman fatara alwadqa yakhruju min khilalihi wayunazzilu mina alssama-i min jibalin feeha min baradin fayuseebu bihi man yashao wayasrifuhu AAan man yashao yakadu sana barqih
Zie jij niet dat Allah de wolken voortdrijft en hen dan bij elkaar voegt en hen daarop in stapels verzamelt? Hierna zie jij de regen uit hun midden komen. En Hij doet uit de hemelen bergen (wolken) neerdalen waarin hagel is. Hij treft daarme wie Hij wil en Hij wendt het af van wie Hij wil. De flits van de bliksem ontneemt bijna het gezichtsvermogen. (43)
يُقَلِّبُ اللَّهُ اللَّيْلَ وَالنَّهَارَ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَعِبْرَةً لِّأُوْلِي الْأَبْصَارِ
﴿٤٤﴾
24/An-Nur-44: Yuqallibu Allahu allayla waalnnahara inna fee thalika laAAibratan li-olee al-absari
Allah wisselt de dag en de nacht af. Voorwaar, daarin is zeker een lering voor de bezitters van inzicht. (44)
وَاللَّهُ خَلَقَ كُلَّ دَابَّةٍ مِن مَّاء فَمِنْهُم مَّن يَمْشِي عَلَى بَطْنِهِ وَمِنْهُم مَّن يَمْشِي عَلَى رِجْلَيْنِ وَمِنْهُم مَّن يَمْشِي عَلَى أَرْبَعٍ يَخْلُقُ اللَّهُ مَا يَشَاء إِنَّ اللَّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
﴿٤٥﴾
24/An-Nur-45: WaAllahu khalaqa kulla dabbatin min ma-in faminhum man yamshee AAala batnihi waminhum man yamshee AAala rijlayni waminhum man yamshee AAala arbaAAin yakhluqu Allahu ma yashao inna Allaha AAala kulli shay-in qadeerun
En Allah schiep ieder levend wezen uit water; onder hen er die zich op hun buiken voortbewegen en onder hen zijn er die op twee (voeten) lopen en onder hen zijn er die op vier (poten) lopen. Allah schept wat Hij wil. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken. (45)
لَقَدْ أَنزَلْنَا آيَاتٍ مُّبَيِّنَاتٍ وَاللَّهُ يَهْدِي مَن يَشَاء إِلَى صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ
﴿٤٦﴾
24/An-Nur-46: Laqad anzalna ayatin mubayyinatin waAllahu yahdee man yashao ila siratin mustaqeemin
Wij hebben zeker duidelijke Verzen neergezonden en Allah leidt wie Hij wil naar een recht pad. (46)
وَيَقُولُونَ آمَنَّا بِاللَّهِ وَبِالرَّسُولِ وَأَطَعْنَا ثُمَّ يَتَوَلَّى فَرِيقٌ مِّنْهُم مِّن بَعْدِ ذَلِكَ وَمَا أُوْلَئِكَ بِالْمُؤْمِنِينَ
﴿٤٧﴾
24/An-Nur-47: Wayaqooloona amanna biAllahi wabialrrasooli waataAAna thumma yatawalla fareequn minhum min baAAdi thalika wama ola-ika bialmu/mineena
En zij (de huichelaars) zeggen: "Wij geloven in Allah en de Boodschapper en wij gehoorzamen." Vervolgens wendt een groep van hen zich daarna af. En zij zijn niet de gelovigen. (47)
وَإِذَا دُعُوا إِلَى اللَّهِ وَرَسُولِهِ لِيَحْكُمَ بَيْنَهُمْ إِذَا فَرِيقٌ مِّنْهُم مُّعْرِضُونَ
﴿٤٨﴾
24/An-Nur-48: Wa-itha duAAoo ila Allahi warasoolihi liyahkuma baynahum itha fareequn minhum muAAridoona
En wanneer zij tot Allah en Zijn Boodschapper opgeroepen worden, opdat hij onder hen oordeelt, dan is er een groep onder hen die zich afwendt. (48)
وَإِن يَكُن لَّهُمُ الْحَقُّ يَأْتُوا إِلَيْهِ مُذْعِنِينَ
﴿٤٩﴾
24/An-Nur-49: Wa-in yakun lahumu alhaqqu ya/too ilayhi muthAAineena
Maar indien het recht aan hun kant is, begeven zij zich nederig naar hem. (49)
أَفِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ أَمِ ارْتَابُوا أَمْ يَخَافُونَ أَن يَحِيفَ اللَّهُ عَلَيْهِمْ وَرَسُولُهُ بَلْ أُوْلَئِكَ هُمُ الظَّالِمُونَ
﴿٥٠﴾
24/An-Nur-50: Afee quloobihim maradun ami irtaboo am yakhafoona an yaheefa Allahu AAalayhim warasooluhu bal ola-ika humu alththalimoona
Is er een ziekte in hun harten, of twijfelen zij, of vrezen zij dat Allah en Zijn Boodschapper onrechtvardig voor hen zijn? Integendeel, zij zijn degenen die de onrechtvaardigen zijn. (50)
إِنَّمَا كَانَ قَوْلَ الْمُؤْمِنِينَ إِذَا دُعُوا إِلَى اللَّهِ وَرَسُولِهِ لِيَحْكُمَ بَيْنَهُمْ أَن يَقُولُوا سَمِعْنَا وَأَطَعْنَا وَأُوْلَئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ
﴿٥١﴾
24/An-Nur-51: Innama kana qawla almu/mineena itha duAAoo ila Allahi warasoolihi liyahkuma baynahum an yaqooloo samiAAna waataAAna waola-ika humu almuflihoona
De woorden van de gelovigen, wanneer zij naar Allah en Zijn Boodschapper opgeroepen worden, opdat hij onder hen oordeelt, zijn slechts dat zij zeggen: "Wij horen en wij gehoorzamen." En zij zijn degenen die de welslagenden zijn. (51)
وَمَن يُطِعِ اللَّهَ وَرَسُولَهُ وَيَخْشَ اللَّهَ وَيَتَّقْهِ فَأُوْلَئِكَ هُمُ الْفَائِزُونَ
﴿٥٢﴾
24/An-Nur-52: Waman yutiAAi Allaha warasoolahu wayakhsha Allaha wayattaqhi faola-ika humu alfa-izoona
En wie Allah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt en bang voor Allah is en Hem vreest: zij zijn degenen die de overwinnaars zijn. (52)
وَأَقْسَمُوا بِاللَّهِ جَهْدَ أَيْمَانِهِمْ لَئِنْ أَمَرْتَهُمْ لَيَخْرُجُنَّ قُل لَّا تُقْسِمُوا طَاعَةٌ مَّعْرُوفَةٌ إِنَّ اللَّهَ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ
﴿٥٣﴾
24/An-Nur-53: Waaqsamoo biAllahi jahda aymanihim la-in amartahum layakhrujunna qul la tuqsimoo taAAatun maAAroofatun inna Allaha khabeerun bima taAAmaloona
En zij zweren bij Allah met hun duurste eden, dat als jij hen zou bevelen, zij (hun huizen) zouden verlaten. Zeg: "Zweert niet! (Jullie) gehoorzaamheid is bekend: voorwaar, Allah is Alwetend over wat jullie doen. (53)
قُلْ أَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ فَإِن تَوَلَّوا فَإِنَّمَا عَلَيْهِ مَا حُمِّلَ وَعَلَيْكُم مَّا حُمِّلْتُمْ وَإِن تُطِيعُوهُ تَهْتَدُوا وَمَا عَلَى الرَّسُولِ إِلَّا الْبَلَاغُ الْمُبِينُ
﴿٥٤﴾
24/An-Nur-54: Qul ateeAAoo Allaha waateeAAoo alrrasoola fa-in tawallaw fa-innama AAalayhi ma hummila waAAalaykum ma hummiltum wa-in tuteeAAoohu tahtadoo wama AAala alrrasooli illa albalaghu almubeena
Zeg: "Gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper!" En als jullie je afwenden: hij is slechts verantwoordelijk voorwaar hij mee belast is en jullie zijn verantwoordelijk voor waar jullie mee belast zijn. En indien jullie hem gehoorzamen, volgen jullie Leiding. En de Boodschapper is slechts verantwoordelijk voor de duidelijke verkondiging. (54)
وَعَدَ اللَّهُ الَّذِينَ آمَنُوا مِنكُمْ وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ لَيَسْتَخْلِفَنَّهُم فِي الْأَرْضِ كَمَا اسْتَخْلَفَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ وَلَيُمَكِّنَنَّ لَهُمْ دِينَهُمُ الَّذِي ارْتَضَى لَهُمْ وَلَيُبَدِّلَنَّهُم مِّن بَعْدِ خَوْفِهِمْ أَمْنًا يَعْبُدُونَنِي لَا يُشْرِكُونَ بِي شَيْئًا وَمَن كَفَرَ بَعْدَ ذَلِكَ فَأُوْلَئِكَ هُمُ الْفَاسِقُونَ
﴿٥٥﴾
24/An-Nur-55: WaAAada Allahu allatheena amanoo minkum waAAamiloo alssalihati layastakhlifannahum fee al-ardi kama istakhlafa allatheena min qablihim walayumakkinanna lahum deenahumu allathee irtada lahum walayubaddilannahum min baAAdi khawfihim amnan yaAAbudoonanee la
En Allah heeft degenen onder jullie die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij hen zeker op aarde als gevolmachtigden aanstelt, zoals Hij degenen vóór hen als gevolmachtigden aanstelde, en dat Hij hun godsdienst die Hem voor hen behaagde zeker bevestig en dat Hij voor hen na hun vrees (door) veiligheid vervangt. Zij aanbidden Mij en zij kennen Mij in niets deelgenoten toe. Maar wie daarna ongelovig zijn: zij zijn degenen die zwaar zondig zijn. (55)
وَأَقِيمُوا الصَّلَاةَ وَآتُوا الزَّكَاةَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ
﴿٥٦﴾
24/An-Nur-56: Waaqeemoo alssalata waatoo alzzakata waateeAAoo alrrasoola laAAallakum turhamoona
En onderhoudt de shalât en geeft de zakât en gehoorzaamt de Boodschapper. Hopelijk zullen jullie begenadigd worden. (56)
لَا تَحْسَبَنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا مُعْجِزِينَ فِي الْأَرْضِ وَمَأْوَاهُمُ النَّارُ وَلَبِئْسَ الْمَصِيرُ
﴿٥٧﴾
24/An-Nur-57: La tahsabanna allatheena kafaroo muAAjizeena fee al-ardi wama/wahumu alnnaru walabi/sa almaseeru
Denkt niet dat degenen die ongelovig zijn op de aarde kunnen vluchten (voor hun bestraffing); en hun verblijfplaats is de Hel: en dat is zeker de slechtste bestemming! (57)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لِيَسْتَأْذِنكُمُ الَّذِينَ مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ وَالَّذِينَ لَمْ يَبْلُغُوا الْحُلُمَ مِنكُمْ ثَلَاثَ مَرَّاتٍ مِن قَبْلِ صَلَاةِ الْفَجْرِ وَحِينَ تَضَعُونَ ثِيَابَكُم مِّنَ الظَّهِيرَةِ وَمِن بَعْدِ صَلَاةِ الْعِشَاء ثَلَاثُ عَوْرَاتٍ لَّكُمْ لَيْسَ عَلَيْكُمْ وَلَا عَلَيْهِمْ جُنَاحٌ بَعْدَهُنَّ طَوَّافُونَ عَلَيْكُم بَعْضُكُمْ عَلَى بَعْضٍ كَذَلِكَ يُبَيِّنُ اللَّهُ لَكُمُ الْآيَاتِ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
﴿٥٨﴾
24/An-Nur-58: Ya ayyuha allatheena amanoo liyasta/thinkumu allatheena malakat aymanukum waallatheena lam yablughoo alhuluma minkum thalatha marratin min qabli salati alfajri waheena tadaAAoona thiyabakum mina alththaheerati wamin baAAdi salati alAAisha-i thalathu AAawr
O jullie die geloven! Laat de slaven waarover jullie beschikken en degenen onder jullie die de volwassenheid nog niet bereikt hebben, jullie bij drie gelegenheden toestemming vragen (om tot jullie te komen): voor de Fadjr-shalât; waneer jullie je gewaden afleggen voor de Zhoehr-shalât en na de 'Isjâ'-shalât: de drie (gelegenheden) waarbij jullie je ontkleden. Het is geen overtreding voor jullie en voor hen als zij daarna rondgaan tot elkaar (om te bedienen). Zo maakt Allah jullie de Tekenen duidelijk. En Allah is Alwetend, Alwijs. (58)
وَإِذَا بَلَغَ الْأَطْفَالُ مِنكُمُ الْحُلُمَ فَلْيَسْتَأْذِنُوا كَمَا اسْتَأْذَنَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ كَذَلِكَ يُبَيِّنُ اللَّهُ لَكُمْ آيَاتِهِ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
﴿٥٩﴾
24/An-Nur-59: Wa-itha balagha al-atfalu minkumu alhuluma falyasta/thinoo kama ista/thana allatheena min qablihim kathalika yubayyinu Allahu lakum ayatihi waAllahu AAaleemun hakeemun
En wanneer de kinderen onder jullie de volwassenheid bereiken, laat hen dan toestemming vragen zoals degenen vóór hen om toestemming vroegen. Zo maakt Allah jullie Zijn Tekenen duidelijk. En Allah is Alwetend, Alwijs. (59)
وَالْقَوَاعِدُ مِنَ النِّسَاء اللَّاتِي لَا يَرْجُونَ نِكَاحًا فَلَيْسَ عَلَيْهِنَّ جُنَاحٌ أَن يَضَعْنَ ثِيَابَهُنَّ غَيْرَ مُتَبَرِّجَاتٍ بِزِينَةٍ وَأَن يَسْتَعْفِفْنَ خَيْرٌ لَّهُنَّ وَاللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ
﴿٦٠﴾
24/An-Nur-60: WaalqawaAAidu mina alnnisa-i allatee la yarjoona nikahan falaysa AAalayhinna junahun an yadaAAna thiyabahunna ghayra mutabarrijatin bizeenatin waan yastaAAfifna khayrun lahunna waAllahu sameeAAun AAaleemun
En de oudere vrouwen die niet meer hopen te trouwen, voor hen is het geen overtreding om hun (buitenste) gewaden af te leggen, maar zonder (hun) sieraad te vertonen. Maar het na te laten is beter voor hen. En Allah is Alhorend, Alwetend. (60)
لَيْسَ عَلَى الْأَعْمَى حَرَجٌ وَلَا عَلَى الْأَعْرَجِ حَرَجٌ وَلَا عَلَى الْمَرِيضِ حَرَجٌ وَلَا عَلَى أَنفُسِكُمْ أَن تَأْكُلُوا مِن بُيُوتِكُمْ أَوْ بُيُوتِ آبَائِكُمْ أَوْ بُيُوتِ أُمَّهَاتِكُمْ أَوْ بُيُوتِ إِخْوَانِكُمْ أَوْ بُيُوتِ أَخَوَاتِكُمْ أَوْ بُيُوتِ أَعْمَامِكُمْ أَوْ بُيُوتِ عَمَّاتِكُمْ أَوْ بُيُوتِ أَخْوَالِكُمْ أَوْ بُيُوتِ خَالَاتِكُمْ أَوْ مَا مَلَكْتُم مَّفَاتِحَهُ أَوْ صَدِيقِكُمْ لَيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ أَن تَأْكُلُوا جَمِيعًا أَوْ أَشْتَاتًا فَإِذَا دَخَلْتُم بُيُوتًا فَسَلِّمُوا عَلَى أَنفُسِكُمْ تَحِيَّةً مِّنْ عِندِ اللَّهِ مُبَارَكَةً طَيِّبَةً كَذَلِكَ يُبَيِّنُ اللَّهُ لَكُمُ الْآيَاتِ لَعَلَّكُمْ تَعْقِلُون
﴿٦١﴾
24/An-Nur-61: Laysa AAala al-aAAma harajun wala AAala al-aAAraji harajun wala AAala almareedi harajun wala AAala anfusikum an ta/kuloo min buyootikum aw buyooti aba-ikum aw buyooti ommahatikum aw buyooti ikhwanikum aw buyooti akhawatikum aw buyooti aAAmamikum aw buyoot
Het is niet een zonde voor de blinde, en niet voof de lamme. en niet voot de zieke, en niet voor julliezelf, dat jullie in jullie huizen eten, of in de huizen van jullie vaderen, of in de huizen van jullie moeders, of in de huizen van jullie broeders, of in de huizen van jullie zusters, of in de huizen van jullie vaders broeders, of in de huizen van jullie vaders zusters, of in de huizen van jullie moeders broedcrs, of in de huizen van jullie moeders zusters, of in de huizen waarvan jullie de sleutels bezitten, of (in de huizen van)jullie vrienden. Het is geen overtreding voor jullie om gezamenlijk te eten of apart. Wanneer jullie dan huizen binnentreden, geeft julliezelf dan salâm, een groet van bij Allah, gezegend en goed. Zo maakt Allah jullie de Tekenen duidelijk. Hopelijk zullen jullie begrijpen. (61)
إِنَّمَا الْمُؤْمِنُونَ الَّذِينَ آمَنُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ وَإِذَا كَانُوا مَعَهُ عَلَى أَمْرٍ جَامِعٍ لَمْ يَذْهَبُوا حَتَّى يَسْتَأْذِنُوهُ إِنَّ الَّذِينَ يَسْتَأْذِنُونَكَ أُوْلَئِكَ الَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ فَإِذَا اسْتَأْذَنُوكَ لِبَعْضِ شَأْنِهِمْ فَأْذَن لِّمَن شِئْتَ مِنْهُمْ وَاسْتَغْفِرْ لَهُمُ اللَّهَ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
﴿٦٢﴾
24/An-Nur-62: Innama almu/minoona allatheena amanoo biAllahi warasoolihi wa-itha kanoo maAAahu AAala amrin jamiAAin lam yathhaboo hatta yasta/thinoohu inna allatheena yasta/thinoonaka ola-ika allatheena yu/minoona biAllahi warasoolihi fa-itha ista/thanooka libaAAdi sha
Voorwaar, de gelovigen zijn slechts degenen die in Allah en Zijn Boodschapper geloven. En wanneer zij met hem zijn bij een gezamenlijke zaak gaan zij niet weg voordat zij hem om toestemming hebben gevraagd. Voorwaar, degenen die jou (O Moehammad) om toestemming vragen: zij zijn degenen die in Allah en Zijn Boodschapper geloven. En als zij jou om toestemming vragen voor een of andere zaak: geef dan toestemming aan wie van hen jij wil en vraag Allah om hun vergeving. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (62)
لَا تَجْعَلُوا دُعَاء الرَّسُولِ بَيْنَكُمْ كَدُعَاء بَعْضِكُم بَعْضًا قَدْ يَعْلَمُ اللَّهُ الَّذِينَ يَتَسَلَّلُونَ مِنكُمْ لِوَاذًا فَلْيَحْذَرِ الَّذِينَ يُخَالِفُونَ عَنْ أَمْرِهِ أَن تُصِيبَهُمْ فِتْنَةٌ أَوْ يُصِيبَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
﴿٦٣﴾
24/An-Nur-63: La tajAAaloo duAAaa alrrasooli baynakum kaduAAa-i baAAdikum baAAdan qad yaAAlamu Allahu allatheena yatasallaloona minkum liwathan falyahthari allatheena yukhalifoona AAan amrihi an tuseebahum fitnatun aw yuseebahum AAathabun aleemun
Maakt de (manier van) aanspreken van de Boodschapper onder jullie niet als de aanspreking van jullie onder elkaar. Waarlijk, Allah kent degenen onder jullie die in het geheim wegsluipen. Laten degenen die zijn bevel ongehoorzaam zijn opletten dat een beproeving hen treft of een pijnlijke bestrafring hen treft. (63)
أَلَا إِنَّ لِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ قَدْ يَعْلَمُ مَا أَنتُمْ عَلَيْهِ وَيَوْمَ يُرْجَعُونَ إِلَيْهِ فَيُنَبِّئُهُم بِمَا عَمِلُوا وَاللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ
﴿٦٤﴾
24/An-Nur-64: Ala inna lillahi ma fee alssamawati waal-ardi qad yaAAlamu ma antum AAalayhi wayawma yurjaAAoona ilayhi fayunabbi-ohum bima AAamiloo waAllahu bikulli shay-in AAaleemun
Weet: voorwaar, aan Allah behoort wat in de hemelen is en op de aarde. Waarlijk, Hij kent de toestand waarin jullie je bevinden. En op de dag dat zij tot Hem teruggekeerd worden, zal Hij hen vertellen wat zij deden. En Allah is Alwetend over alle zaken. (64)