وَإِذْ قَالَ عِيسَى ابْنُ مَرْيَمَ يَا بَنِي إِسْرَائِيلَ إِنِّي رَسُولُ اللَّهِ إِلَيْكُم مُّصَدِّقًا لِّمَا بَيْنَ يَدَيَّ مِنَ التَّوْرَاةِ وَمُبَشِّرًا بِرَسُولٍ يَأْتِي مِن بَعْدِي اسْمُهُ أَحْمَدُ فَلَمَّا جَاءهُم بِالْبَيِّنَاتِ قَالُوا هَذَا سِحْرٌ مُّبِينٌ
﴿٦﴾
Sofian S. Siregar
En (gedenkt) toen 'Îsa, de zoon van Maryam, zei: "O Kinderen van Israël, voorwaar, ik ben voor jullie de Boodschapper van Allah, ter bevestiging van wat er vóór mij is van de Taurât en als verkondiger van een verheugende tijding over een Boodschapper die na mij komt, zijn naam is Ahmad. Toen hij dan met de duidelijke bewijzen tot hen kwam, zeiden zei: "Dit is duidelijk toverij."
Fred Leemhuis
Toen 'Isa, de zoon van Marjam zei: "O Israëlieten, ik ben de gezant van God bij jullie om te bevestigen wat er van de Taura voor mijn tijd al was en om het goede nieuws te verkondigen van een gezant die na mij zal komen en van wie de naam Ahmad zal zijn." Maar toen hij met de duidelijke bewijzen tot hen kwam zeiden zij: "Dit is duidelijk toverij."
Salomo Keyzer
En toen Jezus, de zoon van Maria, zeide: O kinderen Israëls! waarlijk, ik ben Gods gezant, tot u gezonden, om de wet te bevestigen, die voor mij werd geopenbaard, en brengende goede tijdingen nopens een profeet, die na mij zal worden gezonden, en wiens naam Ahmed zal wezen. En toen hij hun duidelijke wonderen toonde, zeiden zij: Dit is klaarblijkelijk tooverij.