Nederlands [Veranderen]

Ash-Shams 1-15, Soera De Zon (91/Ash-Shams)

Soera Ash-Shams - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera Ash-Shams - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera Ash-Shams - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الـشـمـس

Soera Ash-Shams

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَالشَّمْسِ وَضُحَاهَا ﴿١﴾
91/Ash-Shams-1: Waalshshamsi waduhaha
Bij de zon en haar ochtendlicht. (1)
وَالْقَمَرِ إِذَا تَلَاهَا ﴿٢﴾
91/Ash-Shams-2: Waalqamari itha talaha
Bij de maan wanneer zij haar (de zon) volgt. (2)
وَالنَّهَارِ إِذَا جَلَّاهَا ﴿٣﴾
91/Ash-Shams-3: Waalnnahari itha jallaha
Bij de dag wanneer hij het (duister) verdrijft. (3)
وَاللَّيْلِ إِذَا يَغْشَاهَا ﴿٤﴾
91/Ash-Shams-4: Waallayli itha yaghshaha
Bij de nacht wanneer hij haar (de aarde) bedekt. (4)
وَالسَّمَاء وَمَا بَنَاهَا ﴿٥﴾
91/Ash-Shams-5: Waalssama-i wama banaha
Bij de hemel en Wie haar gebouwd heeft. (5)
وَالْأَرْضِ وَمَا طَحَاهَا ﴿٦﴾
91/Ash-Shams-6: Waal-ardi wama tahaha
Bij de aarde en Wie haar uitgespreid heeft. (6)
وَنَفْسٍ وَمَا سَوَّاهَا ﴿٧﴾
91/Ash-Shams-7: Wanafsin wama sawwaha
Bij de ziel en Wie haar vervolmaakt heeft. (7)
فَأَلْهَمَهَا فُجُورَهَا وَتَقْوَاهَا ﴿٨﴾
91/Ash-Shams-8: Faalhamaha fujooraha wataqwaha
Hij Die haar haar zondigheid en haar vrees (voor Hem) bijgebracht heeft. (8)
قَدْ أَفْلَحَ مَن زَكَّاهَا ﴿٩﴾
91/Ash-Shams-9: Qad aflaha man zakkaha
Voorwaar, hij die haar (de ziel) loutert, zal welslagen. (9)
وَقَدْ خَابَ مَن دَسَّاهَا ﴿١٠﴾
91/Ash-Shams-10: Waqad khaba man dassaha
En waarlijk verliest hij die haar bederft. (10)
كَذَّبَتْ ثَمُودُ بِطَغْوَاهَا ﴿١١﴾
91/Ash-Shams-11: Kaththabat thamoodu bitaghwaha
De Tsamoed loochenden in hun buitensporigheid. (11)
إِذِ انبَعَثَ أَشْقَاهَا ﴿١٢﴾
91/Ash-Shams-12: Ithi inbaAAatha ashqaha
Toen de ellendigste onder hen opstond. (12)
فَقَالَ لَهُمْ رَسُولُ اللَّهِ نَاقَةَ اللَّهِ وَسُقْيَاهَا ﴿١٣﴾
91/Ash-Shams-13: Faqala lahum rasoolu Allahi naqata Allahi wasuqyaha
Daarop zei de Boodschapper van Allah (Shâlih) tot hen: "(Sla acht op) de vrouwtjeskameel van Allah en haar drinktijden." (13)
فَكَذَّبُوهُ فَعَقَرُوهَا فَدَمْدَمَ عَلَيْهِمْ رَبُّهُم بِذَنبِهِمْ فَسَوَّاهَا ﴿١٤﴾
91/Ash-Shams-14: Fakaththaboohu faAAaqarooha fadamdama AAalayhim rabbuhum bithanbihim fasawwaha
Maar zij loochenden hem en slachtten haar. Toen vernietigde hun Heer hen wegens hun zonden en maakte hen met de grond gelijk. (14)
وَلَا يَخَافُ عُقْبَاهَا ﴿١٥﴾
91/Ash-Shams-15: Wala yakhafu AAuqbaha
En Hij vreesde de gevolgen daarvan niet. (15)