Nederlands [Veranderen]

Ash-Shura-13, Soera Het Beraad Verset-13

42/Ash-Shura-13 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
13

Ash-Shura-13, Soera Het Beraad Verset-13

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Ash-Shura - vers 13

سورة الشورى

Soera Ash-Shura

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

شَرَعَ لَكُم مِّنَ الدِّينِ مَا وَصَّى بِهِ نُوحًا وَالَّذِي أَوْحَيْنَا إِلَيْكَ وَمَا وَصَّيْنَا بِهِ إِبْرَاهِيمَ وَمُوسَى وَعِيسَى أَنْ أَقِيمُوا الدِّينَ وَلَا تَتَفَرَّقُوا فِيهِ كَبُرَ عَلَى الْمُشْرِكِينَ مَا تَدْعُوهُمْ إِلَيْهِ اللَّهُ يَجْتَبِي إِلَيْهِ مَن يَشَاء وَيَهْدِي إِلَيْهِ مَن يُنِيبُ ﴿١٣﴾
42/Ash-Shura-13: SharaAAa lakum mina alddeeni ma wassa bihi noohan waallathee awhayna ilayka wama wassayna bihi ibraheema wamoosa waAAeesa an aqeemoo alddeena wala tatafarraqoo feehi kabura AAala almushrikeena ma tadAAoohum ilayhi Allahu yajtabee ilayhi man yashao wayahde

Sofian S. Siregar

Hij heeft jullie de godsdienst uitgelegd: wat Hij heeft opgedragen aan Nôeh, en hetgeen Wij aan jou geopenbaard hebben en wat Wij aan Ibrâhîm en Môesa en 'Isa hebben opgedragen: dat jullie de godsdienst onderhouden en dat jullie daarover niet verdeeld raken. Het is een zware zaak voor de veelgodenaanbidders, waartoe jullie hen oproepen. Allah kiest voor Zich wie Hij wil en Hij leidt naar Zich wie terugkeert.

Fred Leemhuis

Hij verordineert voor jullie van de godsdienst wat Hij aan Noeh had opgedragen en wat Wij aan jou geopenbaard hebben en wat Wij aan Ibrahiem, Moesa en 'Isa hadden opgedragen: Houdt de godsdienst in stand en splitst jullie daarin niet op in groepen. De veelgodendienaars vinden het erg waartoe jij hen oproept. God verkiest daartoe wie Hij wil en wijst wie schuldbewust is er de goede richting heen.

Salomo Keyzer

Hij heeft u den godsdienst aangewezen, welken hij aan Noach gaf, dien wij u, o Mahomet! hebben geopenbaard, en welken wij aan Abraham, Mozes en Jezus hebben aanbevolen, zeggende: Neemt dezen godsdienst in acht, en weest daarin niet verdeeld. De aanbidding van één God, waartoe gij hen uitnoodigt, is bedroevend voor de ongeloovigen. God zal daartoe verkiezen wien hem behaagt, en hij zal door die aanbidding leiden, wie berouw betoont.
13