وَسِيقَ الَّذِينَ كَفَرُوا إِلَى جَهَنَّمَ زُمَرًا حَتَّى إِذَا جَاؤُوهَا فُتِحَتْ أَبْوَابُهَا وَقَالَ لَهُمْ خَزَنَتُهَا أَلَمْ يَأْتِكُمْ رُسُلٌ مِّنكُمْ يَتْلُونَ عَلَيْكُمْ آيَاتِ رَبِّكُمْ وَيُنذِرُونَكُمْ لِقَاء يَوْمِكُمْ هَذَا قَالُوا بَلَى وَلَكِنْ حَقَّتْ كَلِمَةُ الْعَذَابِ عَلَى الْكَافِرِينَ
﴿٧١﴾
Sofian S. Siregar
En degenen die ongelovig waren zullen in menigten naar de Hel gevoerd worden. Totdat, wanneer zij bij haar zijn aangekornen, haar poorten geopend zullen worden en haar bewakers tot hen zullen zeggen: "Zijn er geen Boodschappers van jullie volk tot jullie gekomen, die jullie de Verzen van jullie Heer hebben voorgedragen en die jullie hebben gewaarschuwd voor deze Dag van jullie?" Zij zullen zeggen: "Welzeker, maar het woord van de bestraffing is bewaarheid voor de ongelovigen."
Fred Leemhuis
En zij die ongelovig zijn worden in horden naar de hel gedreven en wanneer zij er komen worden haar poorten geopend en haar bewakers zeggen tot hen: "Zijn er tot jullie geen gezanten uit jullie eigen midden gekomen, die jullie de tekenen van jullie Heer voorlazen en die jullie waarschuwden voor de ontmoeting op deze dag van jullie?" Zij zeggen: "Ja zeker." Maar het woord van de bestraffing is voor de ongelovigen bewaarheid.
Salomo Keyzer
En de ongeloovigen zullen bij scharen in de hel worden gedreven, totdat, als zij daar zullen aankomen, hare poorten zullen worden geopend, en de bewaarders daarvan zullen tot hen zeggen: Kwamen geene gezanten uit uw midden tot u, die de teekens van uwen Heer herinnerden, en u voor de ontmoeting van dezen uwen dag waarschuwden. Zij zullen antwoorden: Ja; maar het vonnis van eeuwige straf is rechtvaardig over de ongeloovigen uitgesproken.