وَسِيقَ الَّذِينَ اتَّقَوْا رَبَّهُمْ إِلَى الْجَنَّةِ زُمَرًا حَتَّى إِذَا جَاؤُوهَا وَفُتِحَتْ أَبْوَابُهَا وَقَالَ لَهُمْ خَزَنَتُهَا سَلَامٌ عَلَيْكُمْ طِبْتُمْ فَادْخُلُوهَا خَالِدِينَ
﴿٧٣﴾
Sofian S. Siregar
En degenen die hun Heer vreesden zullen in menigten naar het Paradijs worden gevoerd, totdat, wanneer zij bij haar zijn aangekomen en haar poorten geopend zullen worden. En haar bewakers tot hen zullen zeggen: "Salâmoen 'alaikoem. (Vrede zij met jullie) Jullie hebben goed gchandeld, treedt binnen, eeuwig levend."
Fred Leemhuis
En zij die gelovig zijn worden in horden naar de tuin gedreven en wanneer zij er komen worden haar poorten geopend en haar bewakers zeggen tot hen: "Vrede zij met jullie! Jullie zijn goed geweest, gaat er dus binnen om er altijd te blijven."
Salomo Keyzer
Maar zij, die hunnen Heer hebben gevreesd, zullen bij scharen naar het paradijs worden geleid, tot zij daar zullen aankomen; en de poorten daarvan zullen dadelijk worden opengezet, en de wachten daarvan zullen tot hen zeggen: Vrede zij op u! gij waart goed: treedt dus het paradijs binnen, ten einde daar voor eeuwig te verblijven.