وَكَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ وَمَا بَلَغُوا مِعْشَارَ مَا آتَيْنَاهُمْ فَكَذَّبُوا رُسُلِي فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ
﴿٤٥﴾
Fred Leemhuis
Maar zij die er voor hun tijd waren, hebben [de gezanten ook] van leugens beticht, terwijl zij [nu] nog niet een tiende bereikt hebben van wat Wij aan hen gegeven hadden. Toch hadden zij ook Mijn gezanten van leugens beticht. En hoe was Mijn terechtwijzing dan? *
Salomo Keyzer
Zij die vóór hen waren, beschuldigden hunnen profeet op dezelfde wijze van bedrog; maar deze verkregen niet het tiende gedeelte der rijkdommen en der sterkte welke wij aan de anderen schonken, en zij beschuldigden mijne gezanten van valschheid. Hoe gestreng was echter mijne kastijding.