وَإِذَا مَسَّ الإِنسَانَ الضُّرُّ دَعَانَا لِجَنبِهِ أَوْ قَاعِدًا أَوْ قَآئِمًا فَلَمَّا كَشَفْنَا عَنْهُ ضُرَّهُ مَرَّ كَأَن لَّمْ يَدْعُنَا إِلَى ضُرٍّ مَّسَّهُ كَذَلِكَ زُيِّنَ لِلْمُسْرِفِينَ مَا كَانُواْ يَعْمَلُونَ
﴿١٢﴾
Sofian S. Siregar
En wanneer tegenslag de mens treft, dan roept hij Ons aan, liggend, zittend of staande. En als Wij dan de tegenslag van hem hebben weggenomen, dan vervolgt hij (zijn slechte pad) alsof hij Ons nooit heeft aangeroepen wegens een tegenslag die hem trof. Zo is voor de buitensporigen schoonschijnend gemaakt wat zij plachten te doen.
Fred Leemhuis
En wanneer de mens tegenspoed treft roept hij Ons aan, op zijn zij of zittend of staand, maar wanneer Wij zijn tegenspoed voor hem opgeheven hebben gaat hij verder alsof hij Ons niet had aangeroepen wegens tegenspoed die hem had getroffen. Zo is voor de onmatigen wat zij aan het doen waren aantrekkelijk gemaakt.
Salomo Keyzer
Indien een mensch kwaad overkomt, bidt hij tot ons, liggende op zijne zijde, of zittende of staande, maar indien wij hem van zijne bedroeving verlossen, vervolgt hij zijne vroegere levenswijze, alsof hij ons niet had aangeroepen om hem tegen het kwaad te verdedigen, dat hem was overkomen. Zoo werd dus, wat de zondaren bedreven, hun voorbereid.