Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١ / صفحة ١٧

Al-Baqarah 106-112, Koran - Djuz' 1 - Pagina 17

Djuz'-1, Pagina-17 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-1, Pagina-17 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-1, Pagina-17 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
مَا نَنسَخْ مِنْ آيَةٍ أَوْ نُنسِهَا نَأْتِ بِخَيْرٍ مِّنْهَا أَوْ مِثْلِهَا أَلَمْ تَعْلَمْ أَنَّ اللّهَ عَلَىَ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ﴿١٠٦﴾
2/Al-Baqarah-106: Ma nansakh min ayatin aw nunsiha na/ti bikhayrin minha aw mithliha alam taAAlam anna Allaha AAala kulli shay-in qadeerun
Welk vers Wij ook afschaffen of doen vergeten; Wij brengen er iets beters voor in de plaats, of iets wat daaraan gelijk is. Weet jij niet dat Allah macht heeft over alle dingen? (106)
أَلَمْ تَعْلَمْ أَنَّ اللّهَ لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضِ وَمَا لَكُم مِّن دُونِ اللّهِ مِن وَلِيٍّ وَلاَ نَصِيرٍ ﴿١٠٧﴾
2/Al-Baqarah-107: Alam taAAlam anna Allaha lahu mulku alssamawati waal-ardi wama lakum min dooni Allahi min waliyyin wala naseerin
Weet jij njet dat aan Allah de heerschappij van de hemelen en de aarde behoort? En er is voor jullie buiten Allah geen helper en geen beschermer. (107)
أَمْ تُرِيدُونَ أَن تَسْأَلُواْ رَسُولَكُمْ كَمَا سُئِلَ مُوسَى مِن قَبْلُ وَمَن يَتَبَدَّلِ الْكُفْرَ بِالإِيمَانِ فَقَدْ ضَلَّ سَوَاء السَّبِيلِ ﴿١٠٨﴾
2/Al-Baqarah-108: Am tureedoona an tas-aloo rasoolakum kama su-ila moosa min qablu waman yatabaddali alkufra bial-eemani faqad dalla sawaa alssabeeli
Of willen jullie je Boodschapper ondervragen zoals Môesa vroeger (werd ondervraagd)? En wie ongeloof in ruil neemt voor geloof, die is afgadwaald van het juiste pad. (108)
وَدَّ كَثِيرٌ مِّنْ أَهْلِ الْكِتَابِ لَوْ يَرُدُّونَكُم مِّن بَعْدِ إِيمَانِكُمْ كُفَّاراً حَسَدًا مِّنْ عِندِ أَنفُسِهِم مِّن بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُمُ الْحَقُّ فَاعْفُواْ وَاصْفَحُواْ حَتَّى يَأْتِيَ اللّهُ بِأَمْرِهِ إِنَّ اللّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ﴿١٠٩﴾
2/Al-Baqarah-109: Wadda katheerun min ahli alkitabi law yaruddoonakum min baAAdi eemanikum kuffaran hasadan min AAindi anfusihim min baAAdi ma tabayyana lahumu alhaqqu faoAAfoo waisfahoo hatta ya/tiya Allahu bi-amrihi inna Allaha AAala kulli shay-in qadeerun
Velen onder de lieden van de schrift wensen dat zij jullie, nadat jullie tot geloof zijn gekomen, weer tot ongelovigen zouden kunnen maken, uit afgunst die onder hen leeft, nadat voor hen de waarheid duidelijk was geworden. Maar vergeeft hen en laat hen maar begaan, totdat Allah komt met zijn bevel. voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken. (109)
وَأَقِيمُواْ الصَّلاَةَ وَآتُواْ الزَّكَاةَ وَمَا تُقَدِّمُواْ لأَنفُسِكُم مِّنْ خَيْرٍ تَجِدُوهُ عِندَ اللّهِ إِنَّ اللّهَ بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ ﴿١١٠﴾
2/Al-Baqarah-110: Waaqeemoo alssalata waatoo alzzakata wama tuqaddimoo li-anfusikum min khayrin tajidoohu AAinda Allahi inna Allaha bima taAAmaloona baseerun
En onderhoudt de shalât en geeft de zakât en wat jullie hebben vooruit gezonden aan goede daden voor jezelf; jullie zullen het bij Allah aantreffen. Voorwaar, Allah is Alziende over was jullie doen. (110)
وَقَالُواْ لَن يَدْخُلَ الْجَنَّةَ إِلاَّ مَن كَانَ هُوداً أَوْ نَصَارَى تِلْكَ أَمَانِيُّهُمْ قُلْ هَاتُواْ بُرْهَانَكُمْ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ﴿١١١﴾
2/Al-Baqarah-111: Waqaloo lan yadkhula aljannata illa man kana hoodan aw nasara tilka amaniyyuhum qul hatoo burhanakum in kuntum sadiqeena
En zij(de joden en de Christenen) zeiden: "Niemand zai het Paradijs binnengaan, behalve wie jood of christen was." Dat zijn hun eigen wensen. Zeg: " Brengt jullie bewijzen, als jullie waarachtigen zijn." (111)
بَلَى مَنْ أَسْلَمَ وَجْهَهُ لِلّهِ وَهُوَ مُحْسِنٌ فَلَهُ أَجْرُهُ عِندَ رَبِّهِ وَلاَ خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلاَ هُمْ يَحْزَنُونَ ﴿١١٢﴾
2/Al-Baqarah-112: Bala man aslama wajhahu lillahi wahuwa muhsinun falahu ajruhu AAinda rabbihi wala khawfun AAalayhim wala hum yahzanoona
Welzeker! Wie zich volledig in overgave wendt tot Allah en die een weldoener is, voor hem is zijn beloning bij zijn Heer. Green vrees zal over hen komen en zij zullen niet treuren. (112)