Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١١ / صفحة ٢١٤

Yunus 43-53, Koran - Djuz' 11 - Pagina 214

Djuz'-11, Pagina-214 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-11, Pagina-214 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-11, Pagina-214 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَمِنهُم مَّن يَنظُرُ إِلَيْكَ أَفَأَنتَ تَهْدِي الْعُمْيَ وَلَوْ كَانُواْ لاَ يُبْصِرُونَ ﴿٤٣﴾
10/Yunus-43: Waminhum man yanthuru ilayka afaanta tahdee alAAumya walaw kanoo la yubsiroona
Voorwaar, en onder hen zijn er die naar jou kijken (en de Tekenen van jouw Profeetschap zien). Kan jij dan de blinden (van hart) leiden, ook wanneer zij niet zien? (43)
إِنَّ اللّهَ لاَ يَظْلِمُ النَّاسَ شَيْئًا وَلَكِنَّ النَّاسَ أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ ﴿٤٤﴾
10/Yunus-44: Inna Allaha la yathlimu alnnasa shay-an walakinna alnnasa anfusahum yathlimoona
Voorwaar, Allah doet de niensen geen enkel onrecht aan, maar de mensen doen zichzelf onrecht aan. (44)
وَيَوْمَ يَحْشُرُهُمْ كَأَن لَّمْ يَلْبَثُواْ إِلاَّ سَاعَةً مِّنَ النَّهَارِ يَتَعَارَفُونَ بَيْنَهُمْ قَدْ خَسِرَ الَّذِينَ كَذَّبُواْ بِلِقَاء اللّهِ وَمَا كَانُواْ مُهْتَدِينَ ﴿٤٥﴾
10/Yunus-45: Wayawma yahshuruhum kaan lam yalbathoo illa saAAatan mina alnnahari yataAAarafoona baynahum qad khasira allatheena kaththaboo biliqa-i Allahi wama kanoo muhtadeena
En (gedenkt) de Dag waarop Hij hen bijeenbrengt, (dan is het voor hen) alsof zij niet langer (op aarde) hebben vertoefd dan één moment van de dag. Zij kennen elkaar (op die Dag). Voorzeker, zij die de ontmoeting met Allah loochenen, zullen verlies lijden en zij waren geen rechtgeleiden. (45)
وَإِمَّا نُرِيَنَّكَ بَعْضَ الَّذِي نَعِدُهُمْ أَوْ نَتَوَفَّيَنَّكَ فَإِلَيْنَا مَرْجِعُهُمْ ثُمَّ اللّهُ شَهِيدٌ عَلَى مَا يَفْعَلُونَ ﴿٤٦﴾
10/Yunus-46: Wa-imma nuriyannaka baAAda allathee naAAiduhum aw natawaffayannaka fa-ilayna marjiAAuhum thumma Allahu shaheedun AAala ma yafAAaloona
Of Wij jou nu een gedeelte van wat Wij hen (van de bestraffing) hebben aangezegd laten zien, of dat Wij jou wegnemen: later is tot Ons hun terugkeer. Allah is Getuige van wat zij doen. (46)
وَلِكُلِّ أُمَّةٍ رَّسُولٌ فَإِذَا جَاء رَسُولُهُمْ قُضِيَ بَيْنَهُم بِالْقِسْطِ وَهُمْ لاَ يُظْلَمُونَ ﴿٤٧﴾
10/Yunus-47: Walikulli ommatin rasoolun fa-itha jaa rasooluhum qudiya baynahum bialqisti wahum la yuthlamoona
En voor iedere gemeenschap is er een Boodschapper. Wanneer dan hun Boodschapper is gekomen, dan wordt er onder hen rechtvaardig geoordeeld, en hun zal geen onrecht worden aangedaan. (47)
وَيَقُولُونَ مَتَى هَذَا الْوَعْدُ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ﴿٤٨﴾
10/Yunus-48: Wayaqooloona mata hatha alwaAAdu in kuntum sadiqeena
En zij zeggen: "Wanneer is deze aanzegging. als jullie waarachtigen zijn?" (48)
قُل لاَّ أَمْلِكُ لِنَفْسِي ضَرًّا وَلاَ نَفْعًا إِلاَّ مَا شَاء اللّهُ لِكُلِّ أُمَّةٍ أَجَلٌ إِذَا جَاء أَجَلُهُمْ فَلاَ يَسْتَأْخِرُونَ سَاعَةً وَلاَ يَسْتَقْدِمُونَ ﴿٤٩﴾
10/Yunus-49: Qul la amliku linafsee darran wala nafAAan illa ma shaa Allahu likulli ommatin ajalun itha jaa ajaluhum fala yasta/khiroona saAAatan wala yastaqdimoona
Zeg (O Moehammad): "Ik heb voor mijzelf geen macht om schade te voorkomen, noch om iets van nut te verkrijgen, behalve wat Allah wil." Voor elke gemeenschap is er een eindtijd. Wanneer hun eindtijd is gekomen, dan kunnen zij het geen moment uitstellen, noch kunnen zij het bespoedigen. (49)
قُلْ أَرَأَيْتُمْ إِنْ أَتَاكُمْ عَذَابُهُ بَيَاتًا أَوْ نَهَارًا مَّاذَا يَسْتَعْجِلُ مِنْهُ الْمُجْرِمُونَ ﴿٥٠﴾
10/Yunus-50: Qul araaytum in atakum AAathabuhu bayatan aw naharan matha yastaAAjilu minhu almujrimoona
Zeg: "Wat denken jullie, wanneer Zijn bestraffing tot jullie komt, in de nacht of overdag?" Waarom bespoedigen de misdadigers die dan?" (50)
أَثُمَّ إِذَا مَا وَقَعَ آمَنْتُم بِهِ آلآنَ وَقَدْ كُنتُم بِهِ تَسْتَعْجِلُونَ ﴿٥١﴾
10/Yunus-51: Athumma itha ma waqaAAa amantum bihi al-ana waqad kuntum bihi tastaAAjiloona
Vervolgens, wanneer (de bestraffing) heeft plaatsgevonden, dan geloven jullie erin? Nu? Terwijl jullie waarlijk om bespoediging ervan plachten te vragen? (51)
ثُمَّ قِيلَ لِلَّذِينَ ظَلَمُواْ ذُوقُواْ عَذَابَ الْخُلْدِ هَلْ تُجْزَوْنَ إِلاَّ بِمَا كُنتُمْ تَكْسِبُونَ ﴿٥٢﴾
10/Yunus-52: Thumma qeela lillatheena thalamoo thooqoo AAathaba alkhuldi hal tujzawna illa bima kuntum taksiboona
Daarna zal tot degenen die onrecht pleegden worden gezegd: "Proeft de eeuwige bestraffing, jullie worden vergolden voor niets anders dan wat jullie plachten te bedrijven." (52)
وَيَسْتَنبِئُونَكَ أَحَقٌّ هُوَ قُلْ إِي وَرَبِّي إِنَّهُ لَحَقٌّ وَمَا أَنتُمْ بِمُعْجِزِينَ ﴿٥٣﴾
10/Yunus-53: Wayastanbi-oonaka ahaqqun huwa qul ee warabbee innahu lahaqqun wama antum bimuAAjizeena
En zij vragen jou: "Is het waar?" Ze.g: "Ja, bij mijn Heer: voorwaar, het is zeker de Waarheid, en jullie kunnen het niet ontvluchten." (53)