Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١١ / صفحة ٢١٣

Yunus 34-42, Koran - Djuz' 11 - Pagina 213

Djuz'-11, Pagina-213 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-11, Pagina-213 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-11, Pagina-213 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قُلْ هَلْ مِن شُرَكَآئِكُم مَّن يَبْدَأُ الْخَلْقَ ثُمَّ يُعِيدُهُ قُلِ اللّهُ يَبْدَأُ الْخَلْقَ ثُمَّ يُعِيدُهُ فَأَنَّى تُؤْفَكُونَ ﴿٣٤﴾
10/Yunus-34: Qul hal min shuraka-ikum man yabdao alkhalqa thumma yuAAeeduhu quli Allahu yabdao alkhalqa thumma yuAAeeduhu faanna tu/fakoona
Zeg (O Moehammad): "Zijn er onder jullie afgoden die de schepping beginnen en deze vervolgens herhalen?" Zeg: "Allah begint de schepping en herhaalt deze vervolgens, hoe komt het dan dat jullie worden belogen?" (34)
قُلْ هَلْ مِن شُرَكَآئِكُم مَّن يَهْدِي إِلَى الْحَقِّ قُلِ اللّهُ يَهْدِي لِلْحَقِّ أَفَمَن يَهْدِي إِلَى الْحَقِّ أَحَقُّ أَن يُتَّبَعَ أَمَّن لاَّ يَهِدِّيَ إِلاَّ أَن يُهْدَى فَمَا لَكُمْ كَيْفَ تَحْكُمُونَ ﴿٣٥﴾
10/Yunus-35: Qul hal min shuraka-ikum man yahdee ila alhaqqi quli Allahu yahdee lilhaqqi afaman yahdee ila alhaqqi ahaqqu an yuttabaAAa amman la yahiddee illa an yuhda fama lakum kayfa tahkumoona
Zeg: "Zijn er onder jullie afgoden die naar de Waarheid leiden? Zeg: "Allah leidt naar de Waarheid." Heeft Hij die naar de Waarheid leidt er meer recht op om gevolgd te worden, of hij, die geen leiding geeft maar zelf geleid moct worden? Wat is er dan met jullie? Hoe oordelen jullie? (35)
وَمَا يَتَّبِعُ أَكْثَرُهُمْ إِلاَّ ظَنًّا إَنَّ الظَّنَّ لاَ يُغْنِي مِنَ الْحَقِّ شَيْئًا إِنَّ اللّهَ عَلَيمٌ بِمَا يَفْعَلُونَ ﴿٣٦﴾
10/Yunus-36: Wama yattabiAAu aktharuhum illa thannan inna alththanna la yughnee mina alhaqqi shay-an inna Allaha AAaleemun bima yafAAaloona
En de meesten van hen volgen niets dan een vermoeden. Voorwaar, het onzekere heft de Waarheid niet op. Voorwaar, Allah weet wat zij doen. (36)
وَمَا كَانَ هَذَا الْقُرْآنُ أَن يُفْتَرَى مِن دُونِ اللّهِ وَلَكِن تَصْدِيقَ الَّذِي بَيْنَ يَدَيْهِ وَتَفْصِيلَ الْكِتَابِ لاَ رَيْبَ فِيهِ مِن رَّبِّ الْعَالَمِينَ ﴿٣٧﴾
10/Yunus-37: Wama kana hatha alqur-anu an yuftara min dooni Allahi walakin tasdeeqa allathee bayna yadayhi watafseela alkitabi la rayba feehi min rabbi alAAalameena
En het is omnogelijk dat deze Koran is gemaakt door iemand anders dan Allah, maar (hij is er) als bevestiging van wat ervoor was en als uitleg van de Schrift. Daaraan is geen twijfel, (hij komt) van de Heer der Werelden. (37)
أَمْ يَقُولُونَ افْتَرَاهُ قُلْ فَأْتُواْ بِسُورَةٍ مِّثْلِهِ وَادْعُواْ مَنِ اسْتَطَعْتُم مِّن دُونِ اللّهِ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ﴿٣٨﴾
10/Yunus-38: Am yaqooloona iftarahu qul fa/too bisooratin mithlihi waodAAoo mani istataAAtum min dooni Allahi in kuntum sadiqeena
Of zeggen zij: "Hij (Moehammed) heeft hem verzonnen." Zeg: "Komt dan met een hoofdstuk dat daaraan gelijkwaardig is en roept aan wie jullie kunnen, buiten Allah, als jullie waarachtigen zijn." (38)
بَلْ كَذَّبُواْ بِمَا لَمْ يُحِيطُواْ بِعِلْمِهِ وَلَمَّا يَأْتِهِمْ تَأْوِيلُهُ كَذَلِكَ كَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الظَّالِمِينَ ﴿٣٩﴾
10/Yunus-39: Bal kaththaboo bima lam yuheetoo biAAilmihi walamma ya/tihim ta/weeluhu kathalika kaththaba allatheena min qablihim faonthur kayfa kana AAaqibatu alththalimeena
Nee, zij loochenden zelfs de kennis over hem (de Koran), die zij niet kunnen bevatten, en de uitleg ervan is nog niet tot hen gekomen. Zo loochenden ook degenen vóór hen. Zie dan hoe het einde was van de onrechtplegers. (39)
وَمِنهُم مَّن يُؤْمِنُ بِهِ وَمِنْهُم مَّن لاَّ يُؤْمِنُ بِهِ وَرَبُّكَ أَعْلَمُ بِالْمُفْسِدِينَ ﴿٤٠﴾
10/Yunus-40: Waminhum man yu/minu bihi waminhum man la yu/minu bihi warabbuka aAAlamu bialmufsideena
En onder hen zijn er die erin geloven, en onder hen zijn er die er niet in geloven, en jouw Heer kent de verderfzaaiers beter. (40)
وَإِن كَذَّبُوكَ فَقُل لِّي عَمَلِي وَلَكُمْ عَمَلُكُمْ أَنتُمْ بَرِيئُونَ مِمَّا أَعْمَلُ وَأَنَاْ بَرِيءٌ مِّمَّا تَعْمَلُونَ ﴿٤١﴾
10/Yunus-41: Wa-in kaththabooka faqul lee AAamalee walakum AAamalukum antum baree-oona mimma aAAmalu waana baree-on mimma taAAmaloona
En als zij jou loochenen, zeg dan: "Voor mij mijn daden en voor jullie jullie daden, jullie zijn niet aansprakelijk voor wat ik doe en ik ben niet aansprakelijk voor wat jullie doen." (41)
وَمِنْهُم مَّن يَسْتَمِعُونَ إِلَيْكَ أَفَأَنتَ تُسْمِعُ الصُّمَّ وَلَوْ كَانُواْ لاَ يَعْقِلُونَ ﴿٤٢﴾
10/Yunus-42: Waminhum man yastamiAAoona ilayka afaanta tusmiAAu alssumma walaw kanoo la yaAAqiloona
En onder hen zijn er die naar jou luisteren. Kan jij dan de doven (van hart) doen horen, ook wanneer zij hun verstand niet gebruiken? (42)