Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٣ / صفحة ٢٤٥

Yusuf 79-86, Koran - Djuz' 13 - Pagina 245

Djuz'-13, Pagina-245 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-13, Pagina-245 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-13, Pagina-245 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قَالَ مَعَاذَ اللّهِ أَن نَّأْخُذَ إِلاَّ مَن وَجَدْنَا مَتَاعَنَا عِندَهُ إِنَّآ إِذًا لَّظَالِمُونَ ﴿٧٩﴾
12/Yusuf-79: Qala maAAatha Allahi an na/khutha illa man wajadna mataAAana AAindahu inna ithan lathalimoona
Hij (Yôesoef) zei: "Ik zoek mijn toevlucht tot Allah, dat wij iemand zouden vastnemen, behalve degene hij wie wij onze goederen aangetroffen hebben. Anders zouden wij zeker tot de onrechtplegers behoren." (79)
فَلَمَّا اسْتَيْأَسُواْ مِنْهُ خَلَصُواْ نَجِيًّا قَالَ كَبِيرُهُمْ أَلَمْ تَعْلَمُواْ أَنَّ أَبَاكُمْ قَدْ أَخَذَ عَلَيْكُم مَّوْثِقًا مِّنَ اللّهِ وَمِن قَبْلُ مَا فَرَّطتُمْ فِي يُوسُفَ فَلَنْ أَبْرَحَ الأَرْضَ حَتَّىَ يَأْذَنَ لِي أَبِي أَوْ يَحْكُمَ اللّهُ لِي وَهُوَ خَيْرُ الْحَاكِمِينَ ﴿٨٠﴾
12/Yusuf-80: Falamma istay-asoo minhu khalasoo najiyyan qala kabeeruhum alam taAAlamoo anna abakum qad akhatha AAalaykum mawthiqan mina Allahi wamin qablu ma farrattum fee yoosufa falan abraha al-arda hatta ya/thana lee abee aw yahkuma Allahu lee wahuwa khayru alhakim
Toen zij wanhoopten aan de beslissing van hem (Yôesoef), overleg plegend in het geheim, zei de oudste van hen: "Weten jullie niet dat jullie vader een belofte van jullie heeft aanvaard in de Naam van Allah? Jullie waren eerder nalatig met Yôesoef Daarom zal ik het land nimmer verlaten totdat mijn vader mij toestemming geeft, of Allah aan mij de beslissing geeft. En Hij is de Beste der Rechters. (80)
ارْجِعُواْ إِلَى أَبِيكُمْ فَقُولُواْ يَا أَبَانَا إِنَّ ابْنَكَ سَرَقَ وَمَا شَهِدْنَا إِلاَّ بِمَا عَلِمْنَا وَمَا كُنَّا لِلْغَيْبِ حَافِظِينَ ﴿٨١﴾
12/Yusuf-81: IrjiAAoo ila abeekum faqooloo ya abana inna ibnaka saraqa wama shahidna illa bima AAalimna wama kunna lilghaybi hafitheena
Keert terug naar jullie vader en zegt hem: 'O onze vader, voorwaar, uw zoon heeft gestolen en wij kunnen alleen getuigen zijn van wat wij weten. En wij zijn geen waker over het verborgene. (81)
وَاسْأَلِ الْقَرْيَةَ الَّتِي كُنَّا فِيهَا وَالْعِيْرَ الَّتِي أَقْبَلْنَا فِيهَا وَإِنَّا لَصَادِقُونَ ﴿٨٢﴾
12/Yusuf-82: Wais-ali alqaryata allatee kunna feeha waalAAeera allatee aqbalna feeha wa-inna lasadiqoona
En vraagt aan (de bewoners van) het land waar wij woonden, en (hij) de karavaan die wij ontmoetten. En voorwaar, wij zijn zeker waarachtigen." (82)
قَالَ بَلْ سَوَّلَتْ لَكُمْ أَنفُسُكُمْ أَمْرًا فَصَبْرٌ جَمِيلٌ عَسَى اللّهُ أَن يَأْتِيَنِي بِهِمْ جَمِيعًا إِنَّهُ هُوَ الْعَلِيمُ الْحَكِيمُ ﴿٨٣﴾
12/Yusuf-83: Qala bal sawwalat lakum anfusukum amran fasabrun jameelun AAasa Allahu an ya/tiyanee bihim jameeAAan innahu huwa alAAaleemu alhakeemu
Hij (Ya'qôcb) zei: "Welnee, jullie hebben voor jullie zelf iets moois verzonnen (Mijn) geduld is goed. Hopelijk brengt Allah hen allen terug hij mij. Voorwaar, Hij is de Alwetende, de Alwijze." (83)
وَتَوَلَّى عَنْهُمْ وَقَالَ يَا أَسَفَى عَلَى يُوسُفَ وَابْيَضَّتْ عَيْنَاهُ مِنَ الْحُزْنِ فَهُوَ كَظِيمٌ ﴿٨٤﴾
12/Yusuf-84: Watawalla AAanhum waqala ya asafa AAala yoosufa waibyaddat AAaynahu mina alhuzni fahuwa katheemun
En hij (Ya'qôeb) wendde zich af van hen en zei: "Ik heb medelijden met Yôesoef," en zijn ogen werden wit van verdriet en hij beheerste zijn woede. (84)
قَالُواْ تَالله تَفْتَأُ تَذْكُرُ يُوسُفَ حَتَّى تَكُونَ حَرَضًا أَوْ تَكُونَ مِنَ الْهَالِكِينَ ﴿٨٥﴾
12/Yusuf-85: Qaloo taAllahi taftao tathkuru yoosufa hatta takoona haradan aw takoona mina alhalikeena
Zij zeiden: "Bij Allah, jij zal aan Yôesoef blijven denken totdat je er ziek van wordt of jij behoort tot hen die te gronde gaan." (85)
قَالَ إِنَّمَا أَشْكُو بَثِّي وَحُزْنِي إِلَى اللّهِ وَأَعْلَمُ مِنَ اللّهِ مَا لاَ تَعْلَمُونَ ﴿٨٦﴾
12/Yusuf-86: Qala innama ashkoo baththee wahuznee ila Allahi waaAAlamu mina Allahi ma la taAAlamoona
Hij zei: "Voorwaar, alleen bij Allah klaag ik over mijn ellende en verdriet, en ik weet van Allah wat jullie niet weten." (86)