Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٤ / صفحة ٢٧٣

An-Nahl 55-64, Koran - Djuz' 14 - Pagina 273

Djuz'-14, Pagina-273 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-14, Pagina-273 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-14, Pagina-273 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
لِيَكْفُرُواْ بِمَا آتَيْنَاهُمْ فَتَمَتَّعُواْ فَسَوْفَ تَعْلَمُونَ ﴿٥٥﴾
16/An-Nahl-55: Liyakfuroo bima ataynahum fatamattaAAoo fasawfa taAAlamoona
Om ondankbaarheid te tonen voor wat Wij hun gegeven hebben. Geniet dan maar, spoedig zullen jullie weten (wat de gevolgen zijn). (55)
وَيَجْعَلُونَ لِمَا لاَ يَعْلَمُونَ نَصِيبًا مِّمَّا رَزَقْنَاهُمْ تَاللّهِ لَتُسْأَلُنَّ عَمَّا كُنتُمْ تَفْتَرُونَ ﴿٥٦﴾
16/An-Nahl-56: WayajAAaloona lima la yaAAlamoona naseeban mimma razaqnahum taAllahi latus-alunna AAamma kuntum taftaroona
En zij bestemmen een deel van waar Wij hun mee voorzien hebben voor waar zij niet over weten. Bij Allah, jullie zullen zeker ondervraagd worden over wat jullie plachten te verzinnen. (56)
وَيَجْعَلُونَ لِلّهِ الْبَنَاتِ سُبْحَانَهُ وَلَهُم مَّا يَشْتَهُونَ ﴿٥٧﴾
16/An-Nahl-57: WayajAAaloona lillahi albanati subhanahu walahum ma yashtahoona
En zij kennen Allah dochten toe! Heitig is Hij! En voor zichzelf (kennen zij toe) wat zij verlangen. (57)
وَإِذَا بُشِّرَ أَحَدُهُمْ بِالأُنثَى ظَلَّ وَجْهُهُ مُسْوَدًّا وَهُوَ كَظِيمٌ ﴿٥٨﴾
16/An-Nahl-58: Wa-itha bushshira ahaduhum bialontha thalla wajhuhu muswaddan wahuwa katheemun
En wanneer een van hen de verheugende tijding verkondigd wordt van (de geboorte van) een meisje wordt zijn gezicht somber en is hij vertoornd. (58)
يَتَوَارَى مِنَ الْقَوْمِ مِن سُوءِ مَا بُشِّرَ بِهِ أَيُمْسِكُهُ عَلَى هُونٍ أَمْ يَدُسُّهُ فِي التُّرَابِ أَلاَ سَاء مَا يَحْكُمُونَ ﴿٥٩﴾
16/An-Nahl-59: Yatawara mina alqawmi min soo-i ma bushshira bihi ayumsikuhu AAala hoonin am yadussuhu fee altturabi ala saa ma yahkumoona
Hij verbergt zich voor de mensen wegens het slechte nieuws wat hij kreeg! Zal hij het in weerwil van de schande behouden of zal hij het in de grond verstoppen? Weet: slecht is het waar zij over oordelen! (59)
لِلَّذِينَ لاَ يُؤْمِنُونَ بِالآخِرَةِ مَثَلُ السَّوْءِ وَلِلّهِ الْمَثَلُ الأَعْلَىَ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿٦٠﴾
16/An-Nahl-60: Lillatheena la yu/minoona bial-akhirati mathalu alssaw-i walillahi almathalu al-aAAla wahuwa alAAazeezu alhakeemu
Voor degenen die niet in het Hiernamaals geloven is er de vergelijking met het slechte; voor Allah zijn er de Verheven Eigenschappen. En Hij is de Geweldige, de Alwijze. (60)
وَلَوْ يُؤَاخِذُ اللّهُ النَّاسَ بِظُلْمِهِم مَّا تَرَكَ عَلَيْهَا مِن دَآبَّةٍ وَلَكِن يُؤَخِّرُهُمْ إلَى أَجَلٍ مُّسَمًّى فَإِذَا جَاء أَجَلُهُمْ لاَ يَسْتَأْخِرُونَ سَاعَةً وَلاَ يَسْتَقْدِمُونَ ﴿٦١﴾
16/An-Nahl-61: Walaw yu-akhithu Allahu alnnasa bithulmihim ma taraka AAalayha min dabbatin walakin yu-akhkhiruhum ila ajalin musamman fa-itha jaa ajaluhum la yasta/khiroona saAAatan wala yastaqdimoona
En als Allah de mensen voor hun onrechtvaardigheid zou straffen, zou Hij geen levend wezen op haar (de aarde) overlaten: maar Hij geeft hun uitstel voor een bepaalde tijd. En wanneer kun tijd komt, kunnen zij het geen moment uitstellen en zij kunnen het niet bespoedigen. (61)
وَيَجْعَلُونَ لِلّهِ مَا يَكْرَهُونَ وَتَصِفُ أَلْسِنَتُهُمُ الْكَذِبَ أَنَّ لَهُمُ الْحُسْنَى لاَ جَرَمَ أَنَّ لَهُمُ الْنَّارَ وَأَنَّهُم مُّفْرَطُونَ ﴿٦٢﴾
16/An-Nahl-62: WayajAAaloona lillahi ma yakrahoona watasifu alsinatuhumu alkathiba anna lahumu alhusna la jarama anna lahumu alnnara waannahum mufratoona
En zij kennen aan Allah toe waar zij zelf een afschuw van hebben en hun tongen beschrijven de leugen dat er voor hen het mooiste is. Het is zeker dat er voor hen de Hel is en dat zij zich (er naar toe) haasten. (62)
تَاللّهِ لَقَدْ أَرْسَلْنَا إِلَى أُمَمٍ مِّن قَبْلِكَ فَزَيَّنَ لَهُمُ الشَّيْطَانُ أَعْمَالَهُمْ فَهُوَ وَلِيُّهُمُ الْيَوْمَ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ ﴿٦٣﴾
16/An-Nahl-63: TaAllahi laqad arsalna ila omamin min qablika fazayyana lahumu alshshaytanu aAAmalahum fahuwa waliyyuhumu alyawma walahum AAathabun aleemun
Bij Allah, voorzeker, Wij zonden (Profeten) naar de gemeenschappen vóóoor jou (O Moehammad), maar de Satan deed hun werken schoon schijnen. En hij is op deze wereld hun beschermer. En voor hen is er een pijnlijke bestraffing. (63)
وَمَا أَنزَلْنَا عَلَيْكَ الْكِتَابَ إِلاَّ لِتُبَيِّنَ لَهُمُ الَّذِي اخْتَلَفُواْ فِيهِ وَهُدًى وَرَحْمَةً لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ ﴿٦٤﴾
16/An-Nahl-64: Wama anzalna AAalayka alkitaba illa litubayyina lahumu allathee ikhtalafoo feehi wahudan warahmatan liqawmin yu/minoona
En Wij hebben aan jou (O Moehammad) het Boek slechts doen neerdalen om hen duidelijk te maken waarin zij verschillen en als Leiding en Barmhartigheid voor een volk dat gelooft. (64)