Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٥ / صفحة ٢٩٣

Koran, Pagina 293 (Djuz' 15) recitatie door Mishary al Afasy

vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَبِالْحَقِّ أَنزَلْنَاهُ وَبِالْحَقِّ نَزَلَ وَمَا أَرْسَلْنَاكَ إِلاَّ مُبَشِّرًا وَنَذِيرًا ﴿١٠٥﴾
وَقُرْآناً فَرَقْنَاهُ لِتَقْرَأَهُ عَلَى النَّاسِ عَلَى مُكْثٍ وَنَزَّلْنَاهُ تَنزِيلاً ﴿١٠٦﴾
قُلْ آمِنُواْ بِهِ أَوْ لاَ تُؤْمِنُواْ إِنَّ الَّذِينَ أُوتُواْ الْعِلْمَ مِن قَبْلِهِ إِذَا يُتْلَى عَلَيْهِمْ يَخِرُّونَ لِلأَذْقَانِ سُجَّدًا ﴿١٠٧﴾
وَيَقُولُونَ سُبْحَانَ رَبِّنَا إِن كَانَ وَعْدُ رَبِّنَا لَمَفْعُولاً ﴿١٠٨﴾
وَيَخِرُّونَ لِلأَذْقَانِ يَبْكُونَ وَيَزِيدُهُمْ خُشُوعًا* ﴿١٠٩﴾
قُلِ ادْعُواْ اللّهَ أَوِ ادْعُواْ الرَّحْمَنَ أَيًّا مَّا تَدْعُواْ فَلَهُ الأَسْمَاء الْحُسْنَى وَلاَ تَجْهَرْ بِصَلاَتِكَ وَلاَ تُخَافِتْ بِهَا وَابْتَغِ بَيْنَ ذَلِكَ سَبِيلاً ﴿١١٠﴾
وَقُلِ الْحَمْدُ لِلّهِ الَّذِي لَمْ يَتَّخِذْ وَلَدًا وَلَم يَكُن لَّهُ شَرِيكٌ فِي الْمُلْكِ وَلَمْ يَكُن لَّهُ وَلِيٌّ مِّنَ الذُّلَّ وَكَبِّرْهُ تَكْبِيرًا ﴿١١١﴾

سورة الكهف

الْحَمْدُ لِلَّهِ الَّذِي أَنزَلَ عَلَى عَبْدِهِ الْكِتَابَ وَلَمْ يَجْعَل لَّهُ عِوَجَا ﴿١﴾
قَيِّمًا لِّيُنذِرَ بَأْسًا شَدِيدًا مِن لَّدُنْهُ وَيُبَشِّرَ الْمُؤْمِنِينَ الَّذِينَ يَعْمَلُونَ الصَّالِحَاتِ أَنَّ لَهُمْ أَجْرًا حَسَنًا ﴿٢﴾
مَاكِثِينَ فِيهِ أَبَدًا ﴿٣﴾
وَيُنذِرَ الَّذِينَ قَالُوا اتَّخَذَ اللَّهُ وَلَدًا ﴿٤﴾
٢٩٣
17/Al-Isra-105: Wabialhaqqi anzalnahu wabialhaqqi nazala wama arsalnaka illa mubashshiran wanatheeran
En met de Waarheid hebben Wij hem (de Koran) neergezonden en met de Waarheid is hij neergedaald. En Wij hebben jou niets anders dan als een verkondiger van goede tijdingen en als een waarschuwer gezonden. (105)
17/Al-Isra-106: Waqur-anan faraqnahu litaqraahu AAala alnnasi AAala mukthin wanazzalnahu tanzeelan
En (de openbaring van) de Koran hebben Wij in gedeelten verdeeld, om hem aan de mensen met tussenpozen voor te dragen en Wij hebben hem els een neerzending neergezonden. (106)
17/Al-Isra-107: Qul aminoo bihi aw la tu/minoo inna allatheena ootoo alAAilma min qablihi itha yutla AAalayhim yakhirroona lil-athqani sujjadan
Zeg (O Moehammad): "Gelooft er in of gelooft niet." Voorwaar, degenen aan wie ervóór de kennis gegeven was, vallen op hun gezichten neer, zich neerknielend, wanneer hij hun voorgedragen wordt. (107)
17/Al-Isra-108: Wayaqooloona subhana rabbina in kana waAAdu rabbina lamafAAoolan
En zij zeggen: "Heilig is onze Heer, de belofte van onze Heer is zeker vervuld." (108)
17/Al-Isra-109: Wayakhirroona lil-athqani yabkoona wayazeeduhum khushooAAan
En zij vallen op hun gezichten neer, terwijl zij huilen, en het vermeerdert hun vrees (voor Allah)." (109)
17/Al-Isra-110: Quli odAAoo Allaha awi odAAoo alrrahmana ayyan ma tadAAoo falahu al-asmao alhusna wala tajhar bisalatika wala tukhafit biha waibtaghi bayna thalika sabeelan
Zeg: "Roept Allah aan of roept de Barmhartige aan. Waarbij jullie Hem ook aanroepen: aan Hem behoren de Schone Namen. Fn verricht je shalât niet met luide stem, en spreekt er niet zacht bij, maar zoekt een weg daartussen." (110)
17/Al-Isra-111: Waquli alhamdu lillahi allathee lam yattakhith waladan walam yakun lahu shareekun fee almulki walam yakun lahu waliyyun mina alththulli wakabbirhu takbeeran
En zeg: "Alle lof zij Allah. Degene die Zich geen kind neemt en Die voor Zich geen deelgenoot in het Koninkrijk heeft en Hij is niet vemederd, daarom heeft Hij geen helper (nodig). En verheerlijk Hem met een grote verkeerlijking." (111)

Soera Al-Kahf

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

18/Al-Kahf-1: Alhamdu lillahi allathee anzala AAala AAabdihi alkitaba walam yajAAal lahu AAiwajan
Alle lof zij Allah, Degene Die aan zijn dienaar het Boek heeft gezonden, en Hij heeft daarin geen afwijkingen gemaakt. (1)
18/Al-Kahf-2: Qayyiman liyunthira ba/san shadeedan min ladunhu wayubashshira almu/mineena allatheena yaAAmaloona alssalihati anna lahum ajran hasanan
Als rechte Leiding, om te waarschuwen voor een harde bestraffing van Zijn Zijde en om een verheugende tijding te brengen aan de gelovigen, degenen die goede daden verrichten: dat er voor hen een goede beloning is (het Paradijs). (2)
18/Al-Kahf-3: Makitheena feehi abadan
Zij zullen daafin voor altijd blijven. (3)
18/Al-Kahf-4: Wayunthira allatheena qaloo ittakhatha Allahu waladan
En om degenen te waarschuwen, die zeggen: "Allah heeft Zich een zoon genomen." (4)
293