Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٦ / صفحة ٣٢١

Ta-Ha 126-135, Koran - Djuz' 16 - Pagina 321

Djuz'-16, Pagina-321 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-16, Pagina-321 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-16, Pagina-321 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قَالَ كَذَلِكَ أَتَتْكَ آيَاتُنَا فَنَسِيتَهَا وَكَذَلِكَ الْيَوْمَ تُنسَى ﴿١٢٦﴾
20/Ta-Ha-126: Qala kathalika atatka ayatuna fanaseetaha wakathalika alyawma tunsa
Hij (Allah) zai zeggen: "Zo is het. Onze Tekkenen zijn tot jou gekomen, maar jij verpt ze, en daaroin wordt jij vandaag vergeten." (126)
وَكَذَلِكَ نَجْزِي مَنْ أَسْرَفَ وَلَمْ يُؤْمِن بِآيَاتِ رَبِّهِ وَلَعَذَابُ الْآخِرَةِ أَشَدُّ وَأَبْقَى ﴿١٢٧﴾
20/Ta-Ha-127: Wakathalika najzee man asrafa walam yu/min bi-ayati rabbihi walaAAathabu al-akhirati ashaddu waabqa
En zo vergeiden Wij wie overschrijdt en niet in de Tekenen van zijn Heer gelooft. En de bestraffing in het Hiernamaals is zeker strenger en blijvender. (127)
أَفَلَمْ يَهْدِ لَهُمْ كَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّنَ الْقُرُونِ يَمْشُونَ فِي مَسَاكِنِهِمْ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّأُوْلِي النُّهَى ﴿١٢٨﴾
20/Ta-Ha-128: Afalam yahdi lahum kam ahlakna qablahum mina alqurooni yamshoona fee masakinihim inna fee thalika laayatin li-olee alnnuha
Is er voor hen den geen Leiding in hoeveel genenties vóór hen Wij vernietigd hebben, en over wiens (vernietigde) woningen zij rondwandeled? Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor de bezittem van verstand. (128)
وَلَوْلَا كَلِمَةٌ سَبَقَتْ مِن رَّبِّكَ لَكَانَ لِزَامًا وَأَجَلٌ مُسَمًّى ﴿١٢٩﴾
20/Ta-Ha-129: Walawla kalimatun sabaqat min rabbika lakana lizaman waajalun musamman
En als er geen Wood van jouw Heer voorafgegan was, en het tijdstip niet vastgesteld was, dan zou (de bestraffing) ben zeker treffen. (129)
فَاصْبِرْ عَلَى مَا يَقُولُونَ وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ قَبْلَ طُلُوعِ الشَّمْسِ وَقَبْلَ غُرُوبِهَا وَمِنْ آنَاء اللَّيْلِ فَسَبِّحْ وَأَطْرَافَ النَّهَارِ لَعَلَّكَ تَرْضَى ﴿١٣٠﴾
20/Ta-Ha-130: Faisbir AAala ma yaqooloona wasabbih bihamdi rabbika qabla tulooAAi alshshamsi waqabla ghuroobiha wamin ana-i allayli fasabbih waatrafa alnnahari laAAallaka tarda
Wees daarom geduldig (O Moehammad) met wat zij zeggen en prijs de lof van jouw Heer vóór de zonsopgang en vóór haar ondergang en tijdens de nacht en prijs (Hem) op de uiteinden van de dag. Hopelijk ben jij tevreden. (130)
وَلَا تَمُدَّنَّ عَيْنَيْكَ إِلَى مَا مَتَّعْنَا بِهِ أَزْوَاجًا مِّنْهُمْ زَهْرَةَ الْحَيَاةِ الدُّنيَا لِنَفْتِنَهُمْ فِيهِ وَرِزْقُ رَبِّكَ خَيْرٌ وَأَبْقَى ﴿١٣١﴾
20/Ta-Ha-131: Wala tamuddanna AAaynayka ila ma mattaAAna bihi azwajan minhum zahrata alhayati alddunya linaftinahum feehi warizqu rabbika khayrun waabqa
En kijk niet met uitpuilende ogen naar wat Wij sommigen van hen aan genietingen hebben geschonken, (het is slechts) de versiering van het wereldse leven, om hen ermee op de proef te stellen. Ein de voorziening van jouw Heer is beter en blijvender. (131)
وَأْمُرْ أَهْلَكَ بِالصَّلَاةِ وَاصْطَبِرْ عَلَيْهَا لَا نَسْأَلُكَ رِزْقًا نَّحْنُ نَرْزُقُكَ وَالْعَاقِبَةُ لِلتَّقْوَى ﴿١٣٢﴾
20/Ta-Ha-132: Wa/mur ahlaka bialssalati waistabir AAalayha la nas-aluka rizqan nahnu narzuquka waalAAaqibatu lilttaqwa
En beveel jouw familie de shalât te verrichten en volhard daarin. Wij wagen van jou geen voorziening (te geven), Wij geven jou voorziening. Het (goede) einde is voor degene die (Allah) vreest. (132)
وَقَالُوا لَوْلَا يَأْتِينَا بِآيَةٍ مِّن رَّبِّهِ أَوَلَمْ تَأْتِهِم بَيِّنَةُ مَا فِي الصُّحُفِ الْأُولَى ﴿١٣٣﴾
20/Ta-Ha-133: Waqaloo lawla ya/teena bi-ayatin min rabbihi awa lam ta/tihim bayyinatu ma fee alssuhufi al-oola
En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom is hij niet met een Teken van Zijn Heer tot ons gekomen?" Is er dan geen duidelijk Teken tot hen gekomen in de voorafgaande Geschriften? (133)
وَلَوْ أَنَّا أَهْلَكْنَاهُم بِعَذَابٍ مِّن قَبْلِهِ لَقَالُوا رَبَّنَا لَوْلَا أَرْسَلْتَ إِلَيْنَا رَسُولًا فَنَتَّبِعَ آيَاتِكَ مِن قَبْلِ أَن نَّذِلَّ وَنَخْزَى ﴿١٣٤﴾
20/Ta-Ha-134: Walaw anna ahlaknahum biAAathabin min qablihi laqaloo rabbana lawla arsalta ilayna rasoolan fanattabiAAa ayatika min qabli an nathilla wanakhza
En als Wij hen vernietigd hadden door een bestraffing voor hem (de Koran), dan zouden zij zeker zeggen: "Onze Heer, had U maar een Boodschapper naar ons gestuurd, dan zouden wij Uw Tekenen hebben gevolgd, voordat wij vemederd en te schande gemaakt werden!"' (134)
قُلْ كُلٌّ مُّتَرَبِّصٌ فَتَرَبَّصُوا فَسَتَعْلَمُونَ مَنْ أَصْحَابُ الصِّرَاطِ السَّوِيِّ وَمَنِ اهْتَدَى ﴿١٣٥﴾
20/Ta-Ha-135: Qul kullun mutarabbisun fatarabbasoo fasataAAlamoona man as-habu alssirati alssawiyyi wamani ihtada
Zeg: "Allen wachten af, wacht dus af. Jullie zullen te weten komen wie de volgers van het rechte Pad zijn en wie Leiding volgden." (135)