Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٩ / صفحة ٣٦٦
القرآن الكريم
»
جزئها ١٩
»
القرآن الكريم / جزئها ١٩ / صفحة ٣٦٦
Al-Furqan 68-77, Koran - Djuz' 19 - Pagina 366
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 19
»
Al-Furqan 68-77, Koran - Djuz' 19 - Pagina 366
Luister Koran Pagina-366
وَالَّذِينَ لَا يَدْعُونَ مَعَ اللَّهِ إِلَهًا آخَرَ وَلَا يَقْتُلُونَ النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللَّهُ إِلَّا بِالْحَقِّ وَلَا يَزْنُونَ وَمَن يَفْعَلْ ذَلِكَ يَلْقَ أَثَامًا
﴿٦٨﴾
25/Al-Furqan-68: Waallatheena la yadAAoona maAAa Allahi ilahan akhara wala yaqtuloona alnnafsa allatee harrama Allahu illa bialhaqqi wala yaznoona waman yafAAal thalika yalqa athaman
En degenen die niet naast Allah een andere god aanroepen en die niemand doden, waarvan (het doden) door Allah verboden is, behalve volgens het recht. En die geen ontucht plegen, want wie dat doet zal een bestraffing ontmoeten. (68)
يُضَاعَفْ لَهُ الْعَذَابُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَيَخْلُدْ فِيهِ مُهَانًا
﴿٦٩﴾
25/Al-Furqan-69: YudaAAaf lahu alAAathabu yawma alqiyamati wayakhlud feehi muhanan
Voor hem zal de bestraffing vermenigvuldigd worden op de Dag der Opstanding en vernederd zal hij daarin eeuwig leven. (69)
إِلَّا مَن تَابَ وَآمَنَ وَعَمِلَ عَمَلًا صَالِحًا فَأُوْلَئِكَ يُبَدِّلُ اللَّهُ سَيِّئَاتِهِمْ حَسَنَاتٍ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا
﴿٧٠﴾
25/Al-Furqan-70: Illa man taba waamana waAAamila AAamalan salihan faola-ika yubaddilu Allahu sayyi-atihim hasanatin wakana Allahu ghafooran raheeman
Behalve degene die berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Voor diegenen wisselt Allah hun zonden in voor goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (70)
وَمَن تَابَ وَعَمِلَ صَالِحًا فَإِنَّهُ يَتُوبُ إِلَى اللَّهِ مَتَابًا
﴿٧١﴾
25/Al-Furqan-71: Waman taba waAAamila salihan fa-innahu yatoobu ila Allahi mataban
En wie berouw toont en goede daden verricht: voorwaar, hij wendt zich berouwvol tot Allah. (71)
وَالَّذِينَ لَا يَشْهَدُونَ الزُّورَ وَإِذَا مَرُّوا بِاللَّغْوِ مَرُّوا كِرَامًا
﴿٧٢﴾
25/Al-Furqan-72: Waallatheena la yashhadoona alzzoora wa-itha marroo biallaghwi marroo kiraman
En (ook) degenen die geen valse getuigenis afleggen. En wanneer zij voorbijkomen aan onzinnig gepraat, gaan zij den waardig aan voorbij. (72)
وَالَّذِينَ إِذَا ذُكِّرُوا بِآيَاتِ رَبِّهِمْ لَمْ يَخِرُّوا عَلَيْهَا صُمًّا وَعُمْيَانًا
﴿٧٣﴾
25/Al-Furqan-73: Waallatheena itha thukkiroo bi-ayati rabbihim lam yakhirroo AAalayha summan waAAumyanan
En (ook) degenen die, waaneer zij met de Verzen van hun Heer vermaand worden, daarbij niet doof en blind neervallen. (73)
وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا هَبْ لَنَا مِنْ أَزْوَاجِنَا وَذُرِّيَّاتِنَا قُرَّةَ أَعْيُنٍ وَاجْعَلْنَا لِلْمُتَّقِينَ إِمَامًا
﴿٧٤﴾
25/Al-Furqan-74: Waallatheena yaqooloona rabbana hab lana min azwajina wathurriyyatina qurrata aAAyunin waijAAalna lilmuttaqeena imaman
En (ook) degenen die zeggen: "Onze Heer, voor ons onze echtgenotes en onze nakomelingen een verkoeling voor de ogen en maak ons leiders voor de Moettaqôen. (74)
أُوْلَئِكَ يُجْزَوْنَ الْغُرْفَةَ بِمَا صَبَرُوا وَيُلَقَّوْنَ فِيهَا تَحِيَّةً وَسَلَامًا
﴿٧٥﴾
25/Al-Furqan-75: Ola-ika yujzawna alghurfata bima sabaroo wayulaqqawna feeha tahiyyatan wasalaman
Zij zijn degenen die beloond zullen worden met een ereplaats (in het Paradijs) en zij zullen daarin ontvangen worden met om begroeting en vrede. (75)
خَالِدِينَ فِيهَا حَسُنَتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا
﴿٧٦﴾
25/Al-Furqan-76: Khalideena feeha hasunat mustaqarran wamuqaman
Zij leven daarin eeuwig, een goede vestiging en verblijfplaats. (76)
قُلْ مَا يَعْبَأُ بِكُمْ رَبِّي لَوْلَا دُعَاؤُكُمْ فَقَدْ كَذَّبْتُمْ فَسَوْفَ يَكُونُ لِزَامًا
﴿٧٧﴾
25/Al-Furqan-77: Qul ma yaAAbao bikum rabbee lawla duAAaokum faqad kaththabtum fasawfa yakoonu lizaman
Zeg: "Mijn Heer zal zich niet om jullie bekommeren, indien jullie Hem niet aanroepen; waarlijk, jullie hebben (Hem) geloochend, dus is er spoedig de onvermijdbare (bestraffing)." (77)