Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢١ / صفحة ٤١٨

Al-Ahzab 1-6, Koran - Djuz' 21 - Pagina 418

Djuz'-21, Pagina-418 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-21, Pagina-418 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-21, Pagina-418 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الأحزاب

Soera Al-Ahzab

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يَا أَيُّهَا النَّبِيُّ اتَّقِ اللَّهَ وَلَا تُطِعِ الْكَافِرِينَ وَالْمُنَافِقِينَ إِنَّ اللَّهَ كَانَ عَلِيمًا حَكِيمًا ﴿١﴾
33/Al-Ahzab-1: Ya ayyuha alnnabiyyu ittaqi Allaha wala tutiAAi alkafireena waalmunafiqeena inna Allaha kana AAaleeman hakeeman
O Profeet, vrees Allah en gehoorzaam niet de ongelovigen en de huichelaars: voorwaar, Allah is Alwetend, Alwijs. (1)
وَاتَّبِعْ مَا يُوحَى إِلَيْكَ مِن رَّبِّكَ إِنَّ اللَّهَ كَانَ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيرًا ﴿٢﴾
33/Al-Ahzab-2: WaittabiAA ma yooha ilayka min rabbika inna Allaha kana bima taAAmaloona khabeeran
En volg wat aan jou is geopenbaard van jouw Heer. Voorwaar, Allah, Hij is Alwetend over wat jullie doen. (2)
وَتَوَكَّلْ عَلَى اللَّهِ وَكَفَى بِاللَّهِ وَكِيلًا ﴿٣﴾
33/Al-Ahzab-3: Watawakkal AAala Allahi wakafa biAllahi wakeelan
En vertrouw op Allah, en Allah is voldoode als Beschermer. (3)
مَّا جَعَلَ اللَّهُ لِرَجُلٍ مِّن قَلْبَيْنِ فِي جَوْفِهِ وَمَا جَعَلَ أَزْوَاجَكُمُ اللَّائِي تُظَاهِرُونَ مِنْهُنَّ أُمَّهَاتِكُمْ وَمَا جَعَلَ أَدْعِيَاءكُمْ أَبْنَاءكُمْ ذَلِكُمْ قَوْلُكُم بِأَفْوَاهِكُمْ وَاللَّهُ يَقُولُ الْحَقَّ وَهُوَ يَهْدِي السَّبِيلَ ﴿٤﴾
33/Al-Ahzab-4: Ma jaAAala Allahu lirajulin min qalbayni fee jawfihi wama jaAAala azwajakumu alla-ee tuthahiroona minhunna ommahatikum wama jaAAala adAAiyaakum abnaakum thalikum qawlukum bi-afwahikum waAllahu yaqoolu alhaqqa wahuwa yahdee alssabeela
Allah heeft voor geen mens twee harten in zijn binnenste gemaakt. En Hij heeft niet jullie echtgenotes, tot wie jullie de Zhihâr hebben uitgesproken, tot jullie moeders gemaakt. En Hij heeft niet jullie aangenomen zonen tot jullie (echte) zonen gemaakt. Dat zijn jullie woorden uit jullie monden. En Allah spreekt de Waarheid, en Hij leidt op de Weg. (4)
ادْعُوهُمْ لِآبَائِهِمْ هُوَ أَقْسَطُ عِندَ اللَّهِ فَإِن لَّمْ تَعْلَمُوا آبَاءهُمْ فَإِخْوَانُكُمْ فِي الدِّينِ وَمَوَالِيكُمْ وَلَيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ فِيمَا أَخْطَأْتُم بِهِ وَلَكِن مَّا تَعَمَّدَتْ قُلُوبُكُمْ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا ﴿٥﴾
33/Al-Ahzab-5: OdAAoohum li-aba-ihim huwa aqsatu AAinda Allahi fa-in lam taAAlamoo abaahum fa-ikhwanukum fee alddeeni wamawaleekum walaysa AAalaykum junahun feema akhta/tum bihi walakin ma taAAammadat quloobukum wakana Allahu ghafooran raheeman
Roept hen met de namen van hun vaders, dat is rechtvaardiger bij Allah. En als jullie hun vaders niet kennen, dan zijn ze jullie broeders in de godsdienst en jullie beschermelingen. En er is geen zonde voor jullie in de fouten die jullie daarmee (per ongeluk) hebben gemaakt, maar wet in wat jullie harten zich hebben voorgenomen. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartige. (5)
النَّبِيُّ أَوْلَى بِالْمُؤْمِنِينَ مِنْ أَنفُسِهِمْ وَأَزْوَاجُهُ أُمَّهَاتُهُمْ وَأُوْلُو الْأَرْحَامِ بَعْضُهُمْ أَوْلَى بِبَعْضٍ فِي كِتَابِ اللَّهِ مِنَ الْمُؤْمِنِينَ وَالْمُهَاجِرِينَ إِلَّا أَن تَفْعَلُوا إِلَى أَوْلِيَائِكُم مَّعْرُوفًا كَانَ ذَلِكَ فِي الْكِتَابِ مَسْطُورًا ﴿٦﴾
33/Al-Ahzab-6: Alnnabiyyu awla bialmu/mineena min anfusihim waazwajuhu ommahatuhum waoloo al-arhami baAAduhum awla bibaAAdin fee kitabi Allahi mina almu/mineena waalmuhajireena illa an tafAAaloo ila awliya-ikum maAAroofan kana thalika fee alkitabi mastooran
De Profeet is de gelovigen meer nabij dan zij zichzelf. En zijn echtgenetes zijn hun moeders. En de bloedverwanten zijn meer nabij (in erfrecht) volgens het Boek van Allah dan de gelovigen en de uitgewekenen, behalve wanneer jullie voor juille broeders (in het geloof) een goede daad willen verrichten (in het testament). Dat staat in het Boek beschreven. (6)