Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٢ / صفحة ٤٤٠

Koran, Pagina 440 (Djuz' 22) recitatie door Maher Al Mueaqly

vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَلَوْ يُؤَاخِذُ اللَّهُ النَّاسَ بِمَا كَسَبُوا مَا تَرَكَ عَلَى ظَهْرِهَا مِن دَابَّةٍ وَلَكِن يُؤَخِّرُهُمْ إِلَى أَجَلٍ مُّسَمًّى فَإِذَا جَاء أَجَلُهُمْ فَإِنَّ اللَّهَ كَانَ بِعِبَادِهِ بَصِيرًا ﴿٤٥﴾

سورة يس

يس ﴿١﴾
وَالْقُرْآنِ الْحَكِيمِ ﴿٢﴾
إِنَّكَ لَمِنَ الْمُرْسَلِينَ ﴿٣﴾
عَلَى صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ ﴿٤﴾
تَنزِيلَ الْعَزِيزِ الرَّحِيمِ ﴿٥﴾
لِتُنذِرَ قَوْمًا مَّا أُنذِرَ آبَاؤُهُمْ فَهُمْ غَافِلُونَ ﴿٦﴾
لَقَدْ حَقَّ الْقَوْلُ عَلَى أَكْثَرِهِمْ فَهُمْ لَا يُؤْمِنُونَ ﴿٧﴾
إِنَّا جَعَلْنَا فِي أَعْنَاقِهِمْ أَغْلاَلاً فَهِيَ إِلَى الأَذْقَانِ فَهُم مُّقْمَحُونَ ﴿٨﴾
وَجَعَلْنَا مِن بَيْنِ أَيْدِيهِمْ سَدًّا وَمِنْ خَلْفِهِمْ سَدًّا فَأَغْشَيْنَاهُمْ فَهُمْ لاَ يُبْصِرُونَ ﴿٩﴾
وَسَوَاء عَلَيْهِمْ أَأَنذَرْتَهُمْ أَمْ لَمْ تُنذِرْهُمْ لاَ يُؤْمِنُونَ ﴿١٠﴾
إِنَّمَا تُنذِرُ مَنِ اتَّبَعَ الذِّكْرَ وَخَشِيَ الرَّحْمَن بِالْغَيْبِ فَبَشِّرْهُ بِمَغْفِرَةٍ وَأَجْرٍ كَرِيمٍ ﴿١١﴾
إِنَّا نَحْنُ نُحْيِي الْمَوْتَى وَنَكْتُبُ مَا قَدَّمُوا وَآثَارَهُمْ وَكُلَّ شَيْءٍ أحْصَيْنَاهُ فِي إِمَامٍ مُبِينٍ ﴿١٢﴾
٤٤٠
35/Al-Mala'ikah-45: Walaw yu-akhithu Allahu alnnasa bima kasaboo ma taraka AAala thahriha min dabbatin walakin yu-akhkhiruhum ila ajalin musamman fa-itha jaa ajaluhum fa-inna Allaha kana biAAibadihi baseeran
En als Allah de mensen zou grijpen wegens wat zij bedreven hebben, dan zott Hij geen levend wezen op het aardoppervlak achterlaten. Maar Hij geeft hun uitstel tot een vastgeswide tijd. En wanneer hun tijd is gekomen (worden zij bestraft): voorwaar, Allah is Alziend over Zijn dienaren. (45)

Soera Ya-Sin

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

36/Ya-Sin-1: Ya-seen
Ya Sîn. (1)
36/Ya-Sin-2: Waalqur-ani alhakeemi
Bij de wijze Koran. (2)
36/Ya-Sin-3: Innaka lamina almursaleena
Voorwaar, jij (Mohammed) behoort zeker tot de gezanten. (3)
36/Ya-Sin-5: Tanzeela alAAazeezi alrraheemi
(Deze Koran) als een neerzending van de Almachtige, de Meest Barmhartige. (5)
36/Ya-Sin-6: Litunthira qawman ma onthira abaohum fahum ghafiloona
Opdat jij een volk zal waarschuwen waarvan hun voorvaderen niet gewaarschuwd zijn, zodat zij achtelozen waren. (6)
36/Ya-Sin-7: Laqad haqqa alqawlu AAala aktharihim fahum la yu/minoona
Voorzeker, het woord (van bestraffing) is tegen de meesten van hen bewaarheid omdat zij niet geloven. (7)
36/Ya-Sin-8: Inna jaAAalna fee aAAnaqihim aghlalan fahiya ila al-athqani fahum muqmahoona
Voorwaar, Wij hebben om hun nekken ketenen gelegd en die reiken tot de kinnen, zodat hun hoofden opgeheven blijven. (8)
36/Ya-Sin-9: WajaAAalna min bayni aydeehim saddan wamin khalfihim saddan faaghshaynahum fahum la yubsiroona
En Wij hebben vóór hen een hindernis geplaatst en achter hen een hindernis en Wij hebben hun ogen bedekt, zodat zij niet kunnen zien. (9)
36/Ya-Sin-10: Wasawaon AAalayhim aanthartahum am lam tunthirhum la yu/minoona
En het maakt geen verschil of jij hen waarschuwt of niet waarschuwt, zij geloven niet. (10)
36/Ya-Sin-11: Innama tunthiru mani ittabaAAa alththikra wakhashiya alrrahmana bialghaybi fabashshirhu bimaghfiratin waajrin kareemin
Voorwaar, jij kunt slechts waarschuwen wie de Vermaning volgt en de Erbarmer vreest, hoewel hij Hem niet kan waarnemen. Verkondig hem daarom de verheugende tijding van vergeving en een edele beloning. (11)
36/Ya-Sin-12: Inna nahnu nuhyee almawta wanaktubu ma qaddamoo waatharahum wakulla shay-in ahsaynahu fee imamin mubeenin
Voorwaar, Wij zijn het Die de doden tot leven brengen en Wij schrijven op wat zij gedaan hebben en (ook) hun sporen. En alle zaken hebben Wij opgesomd in een duidelijk boek. (12)
440