Ya-Sin 55-70, Koran - Djuz' 23 - Pagina 444

36/Ya-Sin-55: Inna as-haba aljannati alyawma fee shughulin fakihoona
Voorwaar, de bewoners van het Paradijs zullen op deze Dag bezig zijn te genieten. (55)

36/Ya-Sin-56: Hum waazwajuhum fee thilalin AAala al-ara-iki muttaki-oona
Zij en hun echtgenotes zullen zich in schaduwen bevinden, op rustbanken leunend. (56)

36/Ya-Sin-57: Lahum feeha fakihatun walahum ma yaddaAAoona
Voor hen zijn er vruchten en voor hen is er wat zij verlangen. (57)

36/Ya-Sin-58: Salamun qawlan min rabbin raheemin
"Salâm!" Een Woord van een Meest Barmhartige Heer. (58)

36/Ya-Sin-59: Waimtazoo alyawma ayyuha almujrimoona
Gaat op deze Dag (van de gelovigen) weg, O jullie misdadigers! (59)

36/Ya-Sin-60: Alam aAAhad ilaykum ya banee adama an la taAAbudoo alshshaytana innahu lakum AAaduwwun mubeenun
Heb ik jullie, O kinderen van Adam, niet opgedragen om de Satan niet te dienen? Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand. (60)

36/Ya-Sin-61: Waani oAAbudoonee hatha siratun mustaqeemun
En aanbidt Mij: dat is het rechte Pad. (61)

36/Ya-Sin-62: Walaqad adalla minkum jibillan katheeran afalam takoonoo taAAqiloona
En voorzeker, hij heeft vele schepselen onder jullie doen dwalen. Gebruikten jullie je verstand dan niet? (62)

36/Ya-Sin-63: Hathihi jahannamu allatee kuntum tooAAadoona
Dit is de Hel waarvoor jullie gewaarschuwd plachen te worden. (63)

36/Ya-Sin-64: Islawha alyawma bima kuntum takfuroona
Gaat haar op deze Dag binnen wegens wat jullie plachten niet te geloven. (64)

36/Ya-Sin-65: Alyawma nakhtimu AAala afwahihim watukallimuna aydeehim watashhadu arjuluhum bima kanoo yaksiboona
Op die Dag plaatsen Wij een zegel op hun monden, en hun handen zullen tot Ons spreken en hun voeten zullen getuigen over wat zij plachten te verrichten. (65)

36/Ya-Sin-66: Walaw nashao latamasna AAala aAAyunihim faistabaqoo alssirata faanna yubsiroona
En als Wij gewild hadden, dan hadden Wij zeker het gezichtvermogen uitgewist van hun ogen, waarna zij een wedloop naar het Pad zouden houden, maar hoe zouden zij (dat) kunnen zien? (66)

36/Ya-Sin-67: Walaw nashao lamasakhnahum AAala makanatihim fama istataAAoo mudiyyan wala yarjiAAoona
En als Wij gewild hadden, dan hadden Wij hun gestalten veranderd op hun plaatsen (van zondigheid), waarna zij niet weg zouden kunnen gaan en niet terug zouden gaan. (67)

36/Ya-Sin-68: Waman nuAAammirhu nunakkis-hu fee alkhalqi afala yaAAqiloona
En voor wie Wij de leeftijd verlengen doen Wij zijn lichaam verzwakken. Denken zij dan niet na? (68)

36/Ya-Sin-69: Wama AAallamnahu alshshiAAra wama yanbaghee lahu in huwa illa thikrun waqur-anun mubeenun
En Wij hebben hem (Mohammed) het dichten niet onderwezen en het past hem niet. Het is niets dan een Vermaning en een duidelijke Koran. (69)

36/Ya-Sin-70: Liyunthira man kana hayyan wayahiqqa alqawlu AAala alkafireena
Opdat hij de levenden zal waarschuwen en opdat het Woord (van bestraffing) voor de ongelovigen bewaarheid wordt. (70)