Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٣ / صفحة ٤٤٣

Ya-Sin 41-54, Koran - Djuz' 23 - Pagina 443

Djuz'-23, Pagina-443 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-23, Pagina-443 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-23, Pagina-443 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَآيَةٌ لَّهُمْ أَنَّا حَمَلْنَا ذُرِّيَّتَهُمْ فِي الْفُلْكِ الْمَشْحُونِ ﴿٤١﴾
36/Ya-Sin-41: Waayatun lahum anna hamalna thurriyyatahum fee alfulki almashhooni
En het is een Teken voor hen dat Wij hun nakomelingen dragen in een volgeladen schip. (41)
وَخَلَقْنَا لَهُم مِّن مِّثْلِهِ مَا يَرْكَبُونَ ﴿٤٢﴾
36/Ya-Sin-42: Wakhalaqna lahum min mithlihi ma yarkaboona
En Wij hebben voor hen iets dat daarop lijkt geschapen, waarop zij rijden. (42)
وَإِن نَّشَأْ نُغْرِقْهُمْ فَلَا صَرِيخَ لَهُمْ وَلَا هُمْ يُنقَذُونَ ﴿٤٣﴾
36/Ya-Sin-43: Wa-in nasha/ nughriqhum fala sareekha lahum wala hum yunqathoona
En als Wij willen, dan doen Wij hen verdrinken en dan zal er geen helper voor hen zijn, en zij zullen niet worden gered. (43)
إِلَّا رَحْمَةً مِّنَّا وَمَتَاعًا إِلَى حِينٍ ﴿٤٤﴾
36/Ya-Sin-44: Illa rahmatan minna wamataAAan ila heenin
Behalve als een genade van Ons, en als een gunst voor een vastgestelde tijd. (44)
وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ اتَّقُوا مَا بَيْنَ أَيْدِيكُمْ وَمَا خَلْفَكُمْ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ ﴿٤٥﴾
36/Ya-Sin-45: Wa-itha qeela lahumu ittaqoo ma bayna aydeekum wama khalfakum laAAallakum turhamoona
En wanneer tot hen wordt gezegd: "Vreest wat vóór jullie en wat achter jullie is, hopelijk zullen jullie begenadigd worden, (toen keerden zij zich af.)" (45)
وَمَا تَأْتِيهِم مِّنْ آيَةٍ مِّنْ آيَاتِ رَبِّهِمْ إِلَّا كَانُوا عَنْهَا مُعْرِضِينَ ﴿٤٦﴾
36/Ya-Sin-46: Wama ta/teehim min ayatin min ayati rabbihim illa kanoo AAanha muAArideena
En er komt geen Teken tot hen, van de Tekenen van hun Heer, of zij wenden zich er van af. (46)
وَإِذَا قِيلَ لَهُمْ أَنفِقُوا مِمَّا رَزَقَكُمْ اللَّهُ قَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا لِلَّذِينَ آمَنُوا أَنُطْعِمُ مَن لَّوْ يَشَاء اللَّهُ أَطْعَمَهُ إِنْ أَنتُمْ إِلَّا فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ ﴿٤٧﴾
36/Ya-Sin-47: Wa-itha qeela lahum anfiqoo mimma razaqakumu Allahu qala allatheena kafaroo lillatheena amanoo anutAAimu man law yashao Allahu atAAamahu in antum illa fee dalalin mubeenin
En wanneer tot hen wordt gezegd: "Geeft uit van waar Allah jullie mee voorzien heeft," dan zeggen degenen die ongelovig zijn tot degenen die gelovig zijn: "Zouden wij degenen voeden die Hij had kunnen voeden, als Allah het gewild had? Jullie verkeren slechts in duidelijke dwaling." (47)
وَيَقُولُونَ مَتَى هَذَا الْوَعْدُ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ﴿٤٨﴾
36/Ya-Sin-48: Wayaqooloona mata hatha alwaAAdu in kuntum sadiqeena
En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte vervuld worden, als jullie waarachtigen zijn?" (48)
مَا يَنظُرُونَ إِلَّا صَيْحَةً وَاحِدَةً تَأْخُذُهُمْ وَهُمْ يَخِصِّمُونَ ﴿٤٩﴾
36/Ya-Sin-49: Ma yanthuroona illa sayhatan wahidatan ta/khuthuhum wahum yakhissimoona
Zij wachten op niets anders dan één enkele bliksemslag die hen grijpt terwijl zij redetwisten. (49)
فَلَا يَسْتَطِيعُونَ تَوْصِيَةً وَلَا إِلَى أَهْلِهِمْ يَرْجِعُونَ ﴿٥٠﴾
36/Ya-Sin-50: Fala yastateeAAoona tawsiyatan wala ila ahlihim yarjiAAoona
Dan kunnen zij (elkaar) niet raadplegen en zij kunnen niet tot hun familie terugkeren. (50)
وَنُفِخَ فِي الصُّورِ فَإِذَا هُم مِّنَ الْأَجْدَاثِ إِلَى رَبِّهِمْ يَنسِلُونَ ﴿٥١﴾
36/Ya-Sin-51: Wanufikha fee alssoori fa-itha hum mina al-ajdathi ila rabbihim yansiloona
En er wordt op de bazuin geblazen, daarop snellen zij uit de graven naar hun Heer. (51)
قَالُوا يَا وَيْلَنَا مَن بَعَثَنَا مِن مَّرْقَدِنَا هَذَا مَا وَعَدَ الرَّحْمَنُ وَصَدَقَ الْمُرْسَلُونَ ﴿٥٢﴾
36/Ya-Sin-52: Qaloo ya waylana man baAAathana min marqadina hatha ma waAAada alrrahmanu wasadaqa almursaloona
Zij zeggen: "Wee ons! Wie heeft ons van onze rustplaatsen doen opstaan? Dat is wat de Barmhartige heeft aangezegd, en de Gezondenen hebben de waarheid gesproken." (52)
إِن كَانَتْ إِلَّا صَيْحَةً وَاحِدَةً فَإِذَا هُمْ جَمِيعٌ لَّدَيْنَا مُحْضَرُونَ ﴿٥٣﴾
36/Ya-Sin-53: In kanat illa sayhatan wahidatan fa-itha hum jameeAAun ladayna muhdaroona
Het zal slechts één enkele bliksemslag zijn en dan zullen zij allen bij Ons voorgeleid worden. (53)
فَالْيَوْمَ لَا تُظْلَمُ نَفْسٌ شَيْئًا وَلَا تُجْزَوْنَ إِلَّا مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ﴿٥٤﴾
36/Ya-Sin-54: Faalyawma la tuthlamu nafsun shay-an wala tujzawna illa ma kuntum taAAmaloona
Dan zal op deze Dag niemand onrecht aangedaan worden en jullie zullen slechts worden beloond voor wat jullie plachten te doen. (54)