Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٣ / صفحة ٤٦١

Az-Zumar 22-31, Koran - Djuz' 23 - Pagina 461

Djuz'-23, Pagina-461 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-23, Pagina-461 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-23, Pagina-461 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
أَفَمَن شَرَحَ اللَّهُ صَدْرَهُ لِلْإِسْلَامِ فَهُوَ عَلَى نُورٍ مِّن رَّبِّهِ فَوَيْلٌ لِّلْقَاسِيَةِ قُلُوبُهُم مِّن ذِكْرِ اللَّهِ أُوْلَئِكَ فِي ضَلَالٍ مُبِينٍ ﴿٢٢﴾
39/Az-Zumar-22: Afaman sharaha Allahu sadrahu lil-islami fahuwa AAala noorin min rabbihi fawaylun lilqasiyati quloobuhum min thikri Allahi ola-ika fee dalalin mubeenin
Is dan hij, wiens bart Allah heeft verruimd voor de Islam, zodat hij door een licht van zijn Heer wordt geleid... (gelijk aan degene wiens had verzegeld is?) Wee daarom hen, wiens harten zich hebben verbard tegen het gedenken van Allah. Zij zijn het die in duidelijke dwaling verkeren. (22)
اللَّهُ نَزَّلَ أَحْسَنَ الْحَدِيثِ كِتَابًا مُّتَشَابِهًا مَّثَانِيَ تَقْشَعِرُّ مِنْهُ جُلُودُ الَّذِينَ يَخْشَوْنَ رَبَّهُمْ ثُمَّ تَلِينُ جُلُودُهُمْ وَقُلُوبُهُمْ إِلَى ذِكْرِ اللَّهِ ذَلِكَ هُدَى اللَّهِ يَهْدِي بِهِ مَنْ يَشَاء وَمَن يُضْلِلْ اللَّهُ فَمَا لَهُ مِنْ هَادٍ ﴿٢٣﴾
39/Az-Zumar-23: Allahu nazzala ahsana alhadeethi kitaban mutashabihan mathaniya taqshaAAirru minhu juloodu allatheena yakhshawna rabbahum thumma taleenu julooduhum waquloobuhum ila thikri Allahi thalika huda Allahi yahdee bihi man yashao waman yudlili Allahu fama lahu mi
Allah heeft het beste Woord nemgezonden in een Doek, op elkaar lijkende, herhalende (gedeelten). De huid van degenen die hun Heer vrezen, huivert erdoor, daarna hun huid en hun harten zacht door het gedenken van Allah. Dat is de Leiding van Allah, Hij leidt daarmee wie Hij wil. En wie door Allah tot dwaling gebracht wordt, voor hem is er geen leider. (23)
أَفَمَن يَتَّقِي بِوَجْهِهِ سُوءَ الْعَذَابِ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَقِيلَ لِلظَّالِمِينَ ذُوقُوا مَا كُنتُمْ تَكْسِبُونَ ﴿٢٤﴾
39/Az-Zumar-24: Afaman yattaqee biwajhihi soo-a alAAathabi yawma alqiyamati waqeela lilththalimeena thooqoo ma kuntum taksiboona
Is dan hij, die zijn gezicht beschermt voor de slechte bestraffing op de Dag der Opstanding... (gelijk aan hem wiens gezicht beschermd wordt?) En tot de onrehtvaardigen wordt gezegd: "Proeft wat jullie plachten te verrichten." (24)
كَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ فَأَتَاهُمْ الْعَذَابُ مِنْ حَيْثُ لَا يَشْعُرُونَ ﴿٢٥﴾
39/Az-Zumar-25: Kaththaba allatheena min qablihim faatahumu alAAathabu min haythu la yashAAuroona
Degenen vóór hen loochenden, zodat de bestraffing tot hen kwam uit richtingen die zij niet vermoedden. (25)
فَأَذَاقَهُمُ اللَّهُ الْخِزْيَ فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَلَعَذَابُ الْآخِرَةِ أَكْبَرُ لَوْ كَانُوا يَعْلَمُونَ ﴿٢٦﴾
39/Az-Zumar-26: Faathaqahumu Allahu alkhizya fee alhayati alddunya walaAAathabu al-akhirati akbaru law kanoo yaAAlamoona
Zo doet Allah hen de vernedering tijdens het wereldse leven proeven, terwijl de bestraffing van het Hiernamaals groter is. Als zij het maar wisten! (26)
وَلَقَدْ ضَرَبْنَا لِلنَّاسِ فِي هَذَا الْقُرْآنِ مِن كُلِّ مَثَلٍ لَّعَلَّهُمْ يَتَذَكَّرُونَ ﴿٢٧﴾
39/Az-Zumar-27: Walaqad darabna lilnnasi fee hatha alqur-ani min kulli mathalin laAAallahum yatathakkaroona
En voorzeker, Wij hebben voor de mensen in deze Koran allerlei vergelijkingen gemaakt. Hopelijk zullen zij zich laten vermanen. (27)
قُرآنًا عَرَبِيًّا غَيْرَ ذِي عِوَجٍ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ ﴿٢٨﴾
39/Az-Zumar-28: Qur-anan AAarabiyyan ghayra thee AAiwajin laAAallahum yattaqoona
Door een Arabische Koran, waarin geen afwijkingen voorkomen. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen. (28)
ضَرَبَ اللَّهُ مَثَلًا رَّجُلًا فِيهِ شُرَكَاء مُتَشَاكِسُونَ وَرَجُلًا سَلَمًا لِّرَجُلٍ هَلْ يَسْتَوِيَانِ مَثَلًا الْحَمْدُ لِلَّهِ بَلْ أَكْثَرُهُمْ لَا يَعْلَمُونَ ﴿٢٩﴾
39/Az-Zumar-29: Daraba Allahu mathalan rajulan feehi shurakao mutashakisoona warajulan salaman lirajulin hal yastawiyani mathalan alhamdu lillahi bal aktharuhum la yaAAlamoona
Allah heeft een vergelijking gemaakt van een slaaf die aan meerdere meesters behoort die onderling ruziën, met een slaaf die aan slechts één meester behoort. Zijn zij aan elkaar gelijk? Alle lof zij Allah, maar de meesten van hen weten het niet. (29)
إِنَّكَ مَيِّتٌ وَإِنَّهُم مَّيِّتُونَ ﴿٣٠﴾
39/Az-Zumar-30: Innaka mayyitun wa-innahum mayyitoona
Voorwaar, jij zuk sterven en voorwaar, zij zullen sterven. (30)
ثُمَّ إِنَّكُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ عِندَ رَبِّكُمْ تَخْتَصِمُونَ ﴿٣١﴾
39/Az-Zumar-31: Thumma innakum yawma alqiyamati AAinda rabbikum takhtasimoona
Daarna zullen jullie op de Dag der Opstanding bij jullie Heer met elkaar redetwisten. (31)