Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٤ / صفحة ٤٦٨

Ghafir 8-16, Koran - Djuz' 24 - Pagina 468

Djuz'-24, Pagina-468 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-24, Pagina-468 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-24, Pagina-468 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
رَبَّنَا وَأَدْخِلْهُمْ جَنَّاتِ عَدْنٍ الَّتِي وَعَدتَّهُم وَمَن صَلَحَ مِنْ آبَائِهِمْ وَأَزْوَاجِهِمْ وَذُرِّيَّاتِهِمْ إِنَّكَ أَنتَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿٨﴾
40/Ghafir-8: Rabbana waadkhilhum jannati AAadnin allatee waAAadtahum waman salaha min aba-ihim waazwajihim wathurriyyatihim innaka anta alAAazeezu alhakeemu
Onze Heer, doe hen en wie rechtschapen waren van hun vaderen en hun echtgenotes en hun nakomelingen de Tuinen van 'Adn (het Paradijs) binentreden, die U ben beloofd hebt: voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze. (8)
وَقِهِمُ السَّيِّئَاتِ وَمَن تَقِ السَّيِّئَاتِ يَوْمَئِذٍ فَقَدْ رَحِمْتَهُ وَذَلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ ﴿٩﴾
40/Ghafir-9: Waqihimu alssayyi-ati waman taqi alssayyi-ati yawma-ithin faqad rahimtahu wathalika huwa alfawzu alAAatheemu
En bescherm hen voor de slechte daden. En wie op die Dag de slechte daden vreest: hem heeft U dan waarlijk begenadigd. En dat is de geweldige overwinning." (9)
إِنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا يُنَادَوْنَ لَمَقْتُ اللَّهِ أَكْبَرُ مِن مَّقْتِكُمْ أَنفُسَكُمْ إِذْ تُدْعَوْنَ إِلَى الْإِيمَانِ فَتَكْفُرُونَ ﴿١٠﴾
40/Ghafir-10: Inna allatheena kafaroo yunadawna lamaqtu Allahi akbaru min maqtikum anfusakum ith tudAAawna ila al-eemani fatakfuroona
Voorwaar, tot degenen die ongelovig waren zal (op die Dag) geroepen worden: "De woede van Allah is zeker groter dan jullie woede op jullie zelf toen jullie tot het geloof werden geroepen, werden jullie ongelovig. (10)
قَالُوا رَبَّنَا أَمَتَّنَا اثْنَتَيْنِ وَأَحْيَيْتَنَا اثْنَتَيْنِ فَاعْتَرَفْنَا بِذُنُوبِنَا فَهَلْ إِلَى خُرُوجٍ مِّن سَبِيلٍ ﴿١١﴾
40/Ghafir-11: Qaloo rabbana amattana ithnatayni waahyaytana ithnatayni faiAAtarafna bithunoobina fahal ila khuroojin min sabeelin
Zij zullen zeggen: "Onze Heer, U heeft ons twee maal doen sterven en ons twee maal doen leven. Nu erkennen wij onze zonden: is er dan nog een terugkeer van de weg (de bestraffing)?" (11)
ذَلِكُم بِأَنَّهُ إِذَا دُعِيَ اللَّهُ وَحْدَهُ كَفَرْتُمْ وَإِن يُشْرَكْ بِهِ تُؤْمِنُوا فَالْحُكْمُ لِلَّهِ الْعَلِيِّ الْكَبِيرِ ﴿١٢﴾
40/Ghafir-12: Thalikum bi-annahu itha duAAiya Allahu wahdahu kafartum wa-in yushrak bihi tu/minoo faalhukmu lillahi alAAaliyyi alkabeeri
Dat is omdat jullie ongelovig waren toen Allah als Enige God werd aangeroepen. Maar toen Hem deelgenoten toegekend werden, geloofden jullie (daarin). Het oordeel behoort aan Allah, de Verhevene, de Grootste. (12)
هُوَ الَّذِي يُرِيكُمْ آيَاتِهِ وَيُنَزِّلُ لَكُم مِّنَ السَّمَاء رِزْقًا وَمَا يَتَذَكَّرُ إِلَّا مَن يُنِيبُ ﴿١٣﴾
40/Ghafir-13: Huwa allathee yureekum ayatihi wayunazzilu lakum mina alssama-i rizqan wama yatathakkaru illa man yuneebu
Hij is Degene Die jullie Zijn Tekenen toont en Die voor jullie uit de hemel voorzieningen neerzendt. Niemand laat zich vermanen, behalve wie berouw toont. (13)
فَادْعُوا اللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ الدِّينَ وَلَوْ كَرِهَ الْكَافِرُونَ ﴿١٤﴾
40/Ghafir-14: FaodAAoo Allaha mukhliseena lahu alddeena walaw kariha alkafiroona
Roept daarom Allah aan, Hem zuiver aanbiddend, ook al hebben de ongelovigen er een afkeer van. (14)
رَفِيعُ الدَّرَجَاتِ ذُو الْعَرْشِ يُلْقِي الرُّوحَ مِنْ أَمْرِهِ عَلَى مَن يَشَاء مِنْ عِبَادِهِ لِيُنذِرَ يَوْمَ التَّلَاقِ ﴿١٥﴾
40/Ghafir-15: RafeeAAu alddarajati thoo alAAarshi yulqee alrrooha min amrihi AAala man yashao min AAibadihi liyunthira yawma alttalaqi
Hij is Degenen Die Verheven is boven alle rangen, de Bezitter van de Troon. Hij zendt de Openbaring op Zijn bevel aan wie Hij wil van Zijn dienaren, opdat Hij waarschuwt voor de Dag van de Ontmoeting. (15)
يَوْمَ هُم بَارِزُونَ لَا يَخْفَى عَلَى اللَّهِ مِنْهُمْ شَيْءٌ لِّمَنِ الْمُلْكُ الْيَوْمَ لِلَّهِ الْوَاحِدِ الْقَهَّارِ ﴿١٦﴾
40/Ghafir-16: Yawma hum barizoona la yakhfa AAala Allahi minhum shay-on limani almulku alyawma lillahi alwahidi alqahhari
Op de Dag waarop zij tevoorschijn komen, zal niets van hen voor Allah verborgen zijn. Aan wie behoort op deze Dag de Heerschappij? Aan Allah de Ene, de Overweldiger. (16)