Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٢٧ / صفحة ٥٢٤
القرآن الكريم
»
جزئها ٢٧
»
القرآن الكريم / جزئها ٢٧ / صفحة ٥٢٤
At-Tur 15-31, Koran - Djuz' 27 - Pagina 524
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 27
»
At-Tur 15-31, Koran - Djuz' 27 - Pagina 524
Luister Koran Pagina-524
أَفَسِحْرٌ هَذَا أَمْ أَنتُمْ لَا تُبْصِرُونَ
﴿١٥﴾
52/At-Tur-15: Afasihrun hatha am antum la tubsiroona
Is dit dan toverij? Of kunnen jullie niet zien? (15)
اصْلَوْهَا فَاصْبِرُوا أَوْ لَا تَصْبِرُوا سَوَاء عَلَيْكُمْ إِنَّمَا تُجْزَوْنَ مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
﴿١٦﴾
52/At-Tur-16: Islawha faisbiroo aw la tasbiroo sawaon AAalaykum innama tujzawna ma kuntum taAAmaloona
Gaat haar binnen en weest geduldig of weest ongeduldig; het zal voor jullie niets uitmaken. Voorwaar, jullie worden slechts vergolden naar wat jullie plachten te verrichtten." (16)
إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَنَعِيمٍ
﴿١٧﴾
52/At-Tur-17: Inna almuttaqeena fee jannatin wanaAAeemin
Voorwaar, de Moettaqôen bevinden zich in Tuinen (het Paradijs) en in genietingen. (17)
فَاكِهِينَ بِمَا آتَاهُمْ رَبُّهُمْ وَوَقَاهُمْ رَبُّهُمْ عَذَابَ الْجَحِيمِ
﴿١٨﴾
52/At-Tur-18: Fakiheena bima atahum rabbuhum wawaqahum rabbuhum AAathaba aljaheemi
Zich verheugend over wat hun Heer hun heeft gegeven. En hun Heer heeft hen behoed voor de straf van de Hel. (18)
كُلُوا وَاشْرَبُوا هَنِيئًا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
﴿١٩﴾
52/At-Tur-19: Kuloo waishraboo hanee-an bima kuntum taAAmaloona
(Er wordt gezegd:) "Eet en drinkt smakelijk wegens wat jullie plachten te verrichten." (19)
مُتَّكِئِينَ عَلَى سُرُرٍ مَّصْفُوفَةٍ وَزَوَّجْنَاهُم بِحُورٍ عِينٍ
﴿٢٠﴾
52/At-Tur-20: Muttaki-eena AAala sururin masfoofatin wazawwajnahum bihoorin AAeenin
Leunend op rustbanken, tegenover elkaar. En Wij zullen hen huwen met schone maagden. (20)
وَالَّذِينَ آمَنُوا وَاتَّبَعَتْهُمْ ذُرِّيَّتُهُم بِإِيمَانٍ أَلْحَقْنَا بِهِمْ ذُرِّيَّتَهُمْ وَمَا أَلَتْنَاهُم مِّنْ عَمَلِهِم مِّن شَيْءٍ كُلُّ امْرِئٍ بِمَا كَسَبَ رَهِينٌ
﴿٢١﴾
52/At-Tur-21: Waallatheena amanoo waittabaAAat-hum thurriyyatuhum bi-eemanin alhaqna bihim thurriyyatahum wama alatnahum min AAamalihim min shay-in kullu imri-in bima kasaba raheenun
En degenen die geloven en die in het geloof gevolgd worden door hun nakomelingen: Wij voegen hun nakomelingen bij hen en Wij verminderen (de beloning voor) hun daden niet. Ieder mens staat borg voor wat hij verrichtte. (21)
وَأَمْدَدْنَاهُم بِفَاكِهَةٍ وَلَحْمٍ مِّمَّا يَشْتَهُونَ
﴿٢٢﴾
52/At-Tur-22: Waamdadnahum bifakihatin walahmin mimma yashtahoona
En Wij geven hun vruchten en vlees, van welke soort zij wensen. (22)
يَتَنَازَعُونَ فِيهَا كَأْسًا لَّا لَغْوٌ فِيهَا وَلَا تَأْثِيمٌ
﴿٢٣﴾
52/At-Tur-23: YatanazaAAoona feeha ka/san la laghwun feeha wala ta/theemun
Zij reiken daar elkaar een beker aan waarbij geen onzin en geen zondigheid is. (23)
وَيَطُوفُ عَلَيْهِمْ غِلْمَانٌ لَّهُمْ كَأَنَّهُمْ لُؤْلُؤٌ مَّكْنُونٌ
﴿٢٤﴾
52/At-Tur-24: Wayatoofu AAalayhim ghilmanun lahum kaannahum lu/luon maknoonun
En onder hen gaan jongelingen rond die lijken op welbewaarde parels. (24)
وَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَى بَعْضٍ يَتَسَاءلُونَ
﴿٢٥﴾
52/At-Tur-25: Waaqbala baAAduhum AAala baAAdin yatasaaloona
Zij zullen zich tot elkaar wenden en elkaar vragen stellen. (25)
قَالُوا إِنَّا كُنَّا قَبْلُ فِي أَهْلِنَا مُشْفِقِينَ
﴿٢٦﴾
52/At-Tur-26: Qaloo inna kunna qablu fee ahlina mushfiqeena
Zij zeggen: "Voorwaar, wij waren vroeger temidden van onze verwanten bevreesd (voor Allah). (26)
فَمَنَّ اللَّهُ عَلَيْنَا وَوَقَانَا عَذَابَ السَّمُومِ
﴿٢٧﴾
52/At-Tur-27: Famanna Allahu AAalayna wawaqana AAathaba alssamoomi
Allah begenadigde ons toen en Hij behoedde ons voor de bestraffing van de verschroeiende wind. (27)
إِنَّا كُنَّا مِن قَبْلُ نَدْعُوهُ إِنَّهُ هُوَ الْبَرُّ الرَّحِيمُ
﴿٢٨﴾
52/At-Tur-28: Inna kunna min qablu nadAAoohu innahu huwa albarru alrraheemu
Voorwaar, Wij plachten Hem vroeger aan te roepen: voorwaar, Hij is de Weldoener, de Meest Barmhartige." (28)
فَذَكِّرْ فَمَا أَنتَ بِنِعْمَتِ رَبِّكَ بِكَاهِنٍ وَلَا مَجْنُونٍ
﴿٢٩﴾
52/At-Tur-29: Fathakkir fama anta biniAAmati rabbika bikahin wala majnoonin
Vermaan daarom, jij bent door de Genade van jouw Heer geen waarzegger en geen bezetene. (29)
أَمْ يَقُولُونَ شَاعِرٌ نَّتَرَبَّصُ بِهِ رَيْبَ الْمَنُونِ
﴿٣٠﴾
52/At-Tur-30: Am yaqooloona shaAAirun natarabbasu bihi rayba almanooni
Of zeggen zij: "Een dichter, wij wachten af of het noodlot hem met ongeluk zal treffen." (30)
قُلْ تَرَبَّصُوا فَإِنِّي مَعَكُم مِّنَ الْمُتَرَبِّصِينَ
﴿٣١﴾
52/At-Tur-31: Qul tarabbasoo fa-innee maAAakum mina almutarabbiseena
Zeg (O Moehammad): "Wacht maar af: voorwaar, Ik behoor met jullie tot de afwachtenden." (31)