Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٢٩ / صفحة ٥٦٢
القرآن الكريم
»
جزئها ٢٩
»
القرآن الكريم / جزئها ٢٩ / صفحة ٥٦٢
Al-Mulk 1-12, Koran - Djuz' 29 - Pagina 562
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 29
»
Al-Mulk 1-12, Koran - Djuz' 29 - Pagina 562
Luister Koran Pagina-562
سورة الـملك
Soera Al-Mulk
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
تَبَارَكَ الَّذِي بِيَدِهِ الْمُلْكُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
﴿١﴾
67/Al-Mulk-1: Tabaraka allathee biyadihi almulku wahuwa AAala kulli shay-in qadeerun
Gezegend is Degene in Wiens Hand de heerschappij is. En Hij is Almachtig over alle zaken. (1)
الَّذِي خَلَقَ الْمَوْتَ وَالْحَيَاةَ لِيَبْلُوَكُمْ أَيُّكُمْ أَحْسَنُ عَمَلًا وَهُوَ الْعَزِيزُ الْغَفُورُ
﴿٢﴾
67/Al-Mulk-2: Allathee khalaqa almawta waalhayata liyabluwakum ayyukum ahsanu AAamalan wahuwa alAAazeezu alghafooru
Degenen Die de dood en het leven heeft geschapen om jullie te beproeven, (en te tonen) wie van jullie de beste daden verricht. En Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde. (2)
الَّذِي خَلَقَ سَبْعَ سَمَاوَاتٍ طِبَاقًا مَّا تَرَى فِي خَلْقِ الرَّحْمَنِ مِن تَفَاوُتٍ فَارْجِعِ الْبَصَرَ هَلْ تَرَى مِن فُطُورٍ
﴿٣﴾
67/Al-Mulk-3: Allathee khalaqa sabAAa samawatin tibaqan ma tara fee khalqi alrrahmani min tafawutin fairjiAAi albasara hal tara min futoorin
Degene Die de hemel in lagen heeft geschapen. Jij ziet in de schepping van de Erbarmer geen onevenwichtigheid. Kijk dan nog een keer, zie jij een afwijking? (3)
ثُمَّ ارْجِعِ الْبَصَرَ كَرَّتَيْنِ يَنقَلِبْ إِلَيْكَ الْبَصَرُ خَاسِأً وَهُوَ حَسِيرٌ
﴿٤﴾
67/Al-Mulk-4: Thumma irjiAAi albasara karratayni yanqalib ilayka albasaru khasi-an wahuwa haseerun
Kijk dan nog eens twee maal, jij zult jouw ogen nederig neerslaan, terwijl zij vermoeid zijn. (4)
وَلَقَدْ زَيَّنَّا السَّمَاء الدُّنْيَا بِمَصَابِيحَ وَجَعَلْنَاهَا رُجُومًا لِّلشَّيَاطِينِ وَأَعْتَدْنَا لَهُمْ عَذَابَ السَّعِيرِ
﴿٥﴾
67/Al-Mulk-5: Walaqad zayyanna alssamaa alddunya bimasabeeha wajaAAalnaha rujooman lilshshayateeni waaAAtadna lahum AAathaba alssaAAeeri
En voorzeker, Wij hebben de nabije hemel met lampen (sterren) gesierd en Wij maakten die om er de Satans mee te stenigen. En Wij hebben voor hen de bestraffing van Sa'îr (de Hel) bereid. (5)
وَلِلَّذِينَ كَفَرُوا بِرَبِّهِمْ عَذَابُ جَهَنَّمَ وَبِئْسَ الْمَصِيرُ
﴿٦﴾
67/Al-Mulk-6: Walillatheena kafaroo birabbihim AAathabu jahannama wabi/sa almaseeru
En voor degenen die niet in hun Heer geloven, is er de bestraffing van de Hel. En dat is de slechtste plaats van bestemming! (6)
إِذَا أُلْقُوا فِيهَا سَمِعُوا لَهَا شَهِيقًا وَهِيَ تَفُورُ
﴿٧﴾
67/Al-Mulk-7: Itha olqoo feeha samiAAoo laha shaheeqan wahiya tafooru
En wanneer zij daarin geworpen worden, dan horen zij een afschrikwekkend gebrul ervan, terwijl zij (de Hel) raast. (7)
تَكَادُ تَمَيَّزُ مِنَ الْغَيْظِ كُلَّمَا أُلْقِيَ فِيهَا فَوْجٌ سَأَلَهُمْ خَزَنَتُهَا أَلَمْ يَأْتِكُمْ نَذِيرٌ
﴿٨﴾
67/Al-Mulk-8: Takadu tamayyazu mina alghaythi kullama olqiya feeha fawjun saalahum khazanatuha alam ya/tikum natheerun
Haast barst zij van woede. Telkens wanneer een groep erin wordt geworpen, vragen de wakers ervan hen: "Is er geen waarschuwer tot jullie gekomen?" (8)
قَالُوا بَلَى قَدْ جَاءنَا نَذِيرٌ فَكَذَّبْنَا وَقُلْنَا مَا نَزَّلَ اللَّهُ مِن شَيْءٍ إِنْ أَنتُمْ إِلَّا فِي ضَلَالٍ كَبِيرٍ
﴿٩﴾
67/Al-Mulk-9: Qaloo bala qad jaana natheerun fakaththabna waqulna ma nazzala Allahu min shay-in in antum illa fee dalalin kabeerin
Zij zeggen: "Welzeker, er is waarlijk een waarschuwer tot ons gekomen, maar toen loochenden wij. En wij zeiden: "Allah heeft niets neergezonden, jullie verkeren slechts in grote dwaling." (9)
وَقَالُوا لَوْ كُنَّا نَسْمَعُ أَوْ نَعْقِلُ مَا كُنَّا فِي أَصْحَابِ السَّعِيرِ
﴿١٠﴾
67/Al-Mulk-10: Waqaloo law kunna nasmaAAu aw naAAqilu ma kunna fee as-habi alssaAAeeri
Zij zeiden: "Als wij (het) konden horen of begrijpen, dan zouden wij niet tot de bewoners van Sa'îr (de Hel) behoren!" (10)
فَاعْتَرَفُوا بِذَنبِهِمْ فَسُحْقًا لِّأَصْحَابِ السَّعِيرِ
﴿١١﴾
67/Al-Mulk-11: FaiAAtarafoo bithanbihim fasuhqan li-as-habi alssaAAeeri
Zij bekennen dan hun zonden. Daarom, ten onder gaan de bewoners van Sa'îr (de Hel)! (11)
إِنَّ الَّذِينَ يَخْشَوْنَ رَبَّهُم بِالْغَيْبِ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَأَجْرٌ كَبِيرٌ
﴿١٢﴾
67/Al-Mulk-12: Inna allatheena yakhshawna rabbahum bialghaybi lahum maghfiratun waajrun kabeerun
Voorwaar, voor degenen die hun Heer in het verborgene vrezen, voor hen is er vergeving en een grote beloning. (12)