Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٩ / صفحة ٥٧٣

Al-Jinn 14-28, Koran - Djuz' 29 - Pagina 573

Djuz'-29, Pagina-573 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-29, Pagina-573 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-29, Pagina-573 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَأَنَّا مِنَّا الْمُسْلِمُونَ وَمِنَّا الْقَاسِطُونَ فَمَنْ أَسْلَمَ فَأُوْلَئِكَ تَحَرَّوْا رَشَدًا ﴿١٤﴾
72/Al-Jinn-14: Waanna minna almuslimoona waminna alqasitoona faman aslama faola-ika taharraw rashadan
En dat er onder ons zijn die zich aan Allah hebben overgegeven, en er onder ons zijn die afwijken (van het rechte Pad). Wie zich heeft overgegeven: zij zijn degenen die de rechte Leiding gekozen hebben. (14)
وَأَمَّا الْقَاسِطُونَ فَكَانُوا لِجَهَنَّمَ حَطَبًا ﴿١٥﴾
72/Al-Jinn-15: Waama alqasitoona fakanoo lijahannama hataban
Maar wat de afwijkenden betreft: zij zijn brandhout voor de Hel." (15)
وَأَلَّوِ اسْتَقَامُوا عَلَى الطَّرِيقَةِ لَأَسْقَيْنَاهُم مَّاء غَدَقًا ﴿١٦﴾
72/Al-Jinn-16: Waallawi istaqamoo AAala alttareeqati laasqaynahum maan ghadaqan
(En Allah zegt:) "Als zij op het rechte Pad zouden zijn gebleven, dan zouden Wij hun overvloedig water te drinken gegeven hebben. (16)
لِنَفْتِنَهُمْ فِيهِ وَمَن يُعْرِضْ عَن ذِكْرِ رَبِّهِ يَسْلُكْهُ عَذَابًا صَعَدًا ﴿١٧﴾
72/Al-Jinn-17: Linaftinahum feehi waman yuAArid AAan thikri rabbihi yasluk-hu AAathaban saAAadan
Om hen daarmee te beproeven. En wie zich afwendt van de gedachtenis van zijn Heer, die voert Hij naar een zware bestraffing." (17)
وَأَنَّ الْمَسَاجِدَ لِلَّهِ فَلَا تَدْعُوا مَعَ اللَّهِ أَحَدًا ﴿١٨﴾
72/Al-Jinn-18: Waanna almasajida lillahi fala tadAAoo maAAa Allahi ahadan
En voorwaar, de moskeeën behoren aan Allah toe: roept dan naast Allah niet één aan. (18)
وَأَنَّهُ لَمَّا قَامَ عَبْدُ اللَّهِ يَدْعُوهُ كَادُوا يَكُونُونَ عَلَيْهِ لِبَدًا ﴿١٩﴾
72/Al-Jinn-19: Waannahu lamma qama AAabdu Allahi yadAAoohu kadoo yakoonoona AAalayhi libadan
En voorwaar, wanneer de dienaar van Allah (Moehammed) in de shalât staat en Hem aanroept, dan bedelven zij (de Djinn's) hem bijna. (19)
قُلْ إِنَّمَا أَدْعُو رَبِّي وَلَا أُشْرِكُ بِهِ أَحَدًا ﴿٢٠﴾
72/Al-Jinn-20: Qul innama adAAoo rabbee wala oshriku bihi ahadan
Zeg: "Ik roep alleen mijn Heer aan en ik ken Hem in niets deelgenoten toe." (20)
قُلْ إِنِّي لَا أَمْلِكُ لَكُمْ ضَرًّا وَلَا رَشَدًا ﴿٢١﴾
72/Al-Jinn-21: Qul innee la amliku lakum darran wala rashadan
Zeg: "Ik heb geen macht om voor jullie schade te voorkomen en niet om Leiding te geven." (21)
قُلْ إِنِّي لَن يُجِيرَنِي مِنَ اللَّهِ أَحَدٌ وَلَنْ أَجِدَ مِن دُونِهِ مُلْتَحَدًا ﴿٢٢﴾
72/Al-Jinn-22: Qul innee lan yujeeranee mina Allahi ahadun walan ajida min doonihi multahadan
Zeg: "Niemand zal mij ooit tegen Allah kunnen redden en ik zal nooit naast Hem een toevluchtsoord vinden. (22)
إِلَّا بَلَاغًا مِّنَ اللَّهِ وَرِسَالَاتِهِ وَمَن يَعْصِ اللَّهَ وَرَسُولَهُ فَإِنَّ لَهُ نَارَ جَهَنَّمَ خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا ﴿٢٣﴾
72/Al-Jinn-23: Illa balaghan mina Allahi warisalatihi waman yaAAsi Allaha warasoolahu fa-inna lahu nara jahannama khalideena feeha abadan
(Ik vind een toevluchtsoord) van Allah slechts door de verkondiging van Zijn Boodschappen." En wie opstaat tegen Allah en Zijn Boodschapper: voor hen is er het vuur van de Hel. Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. (23)
حَتَّى إِذَا رَأَوْا مَا يُوعَدُونَ فَسَيَعْلَمُونَ مَنْ أَضْعَفُ نَاصِرًا وَأَقَلُّ عَدَدًا ﴿٢٤﴾
72/Al-Jinn-24: Hatta itha raaw ma yooAAadoona fasayaAAlamoona man adAAafu nasiran waaqallu AAadadan
Wanneer zij dan zien wat hun is aangezegd, dan zullen zij weten wie de zwakste helpers heeft en het kleinst in aantal is. (24)
قُلْ إِنْ أَدْرِي أَقَرِيبٌ مَّا تُوعَدُونَ أَمْ يَجْعَلُ لَهُ رَبِّي أَمَدًا ﴿٢٥﴾
72/Al-Jinn-25: Qul in adree aqareebun ma tooAAadoona am yajAAalu lahu rabbee amadan
Zeg: "Ik weet niet of het nabij is, wat jullie aangezegd is, of dat mijn Heer het nog lang uitstelt." (25)
عَالِمُ الْغَيْبِ فَلَا يُظْهِرُ عَلَى غَيْبِهِ أَحَدًا ﴿٢٦﴾
72/Al-Jinn-26: AAalimu alghaybi fala yuthhiru AAala ghaybihi ahadan
De Kenner van het onwaarneembare, Hij maakt voor niemand het onwaarneembare dat bij Hem is zichtbaar. (26)
إِلَّا مَنِ ارْتَضَى مِن رَّسُولٍ فَإِنَّهُ يَسْلُكُ مِن بَيْنِ يَدَيْهِ وَمِنْ خَلْفِهِ رَصَدًا ﴿٢٧﴾
72/Al-Jinn-27: Illa mani irtada min rasoolin fa-innahu yasluku min bayni yadayhi wamin khalfihi rasadan
Behalve aan een Boodschapper die Hem welgevallig is, en voorwaar, dan laat Hij vóór hem en achter hem wachters (Engelen) gaan. (27)
لِيَعْلَمَ أَن قَدْ أَبْلَغُوا رِسَالَاتِ رَبِّهِمْ وَأَحَاطَ بِمَا لَدَيْهِمْ وَأَحْصَى كُلَّ شَيْءٍ عَدَدًا ﴿٢٨﴾
72/Al-Jinn-28: LiyaAAlama an qad ablaghoo risalati rabbihim waahata bima ladayhim waahsa kulla shay-in AAadadan
Om te doen weten dat zij de Boodschappen van hun Heer overbrachten. En Hij omvat wat er bij hen is en Hij somt alle zaken nauwkeurig op. (28)