Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٨ / صفحة ١٥٣

Al-A'raf 23-30, Koran - Djuz' 8 - Pagina 153

Djuz'-8, Pagina-153 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-8, Pagina-153 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-8, Pagina-153 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قَالاَ رَبَّنَا ظَلَمْنَا أَنفُسَنَا وَإِن لَّمْ تَغْفِرْ لَنَا وَتَرْحَمْنَا لَنَكُونَنَّ مِنَ الْخَاسِرِينَ ﴿٢٣﴾
7/Al-A'raf-23: Qala rabbana thalamna anfusana wa-in lam taghfir lana watarhamna lanakoonanna mina alkhasireena
Zij zeiden: "Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan en wanneer U ons niet vergeeft en ons geen genade schenkt, dan zullen wij zeker tot de verliezers behoren." (23)
قَالَ اهْبِطُواْ بَعْضُكُمْ لِبَعْضٍ عَدُوٌّ وَلَكُمْ فِي الأَرْضِ مُسْتَقَرٌّ وَمَتَاعٌ إِلَى حِينٍ ﴿٢٤﴾
7/Al-A'raf-24: Qala ihbitoo baAAdukum libaAAdin AAaduwwun walakum fee al-ardi mustaqarrun wamataAAun ila heenin
Hij (Allah) zei: "Daalt af, jullie zijn elkaars vijanden, en voor jullie is er op de aarde een verblijfplaats en een genieting tot een bepaalde tijd." (24)
قَالَ فِيهَا تَحْيَوْنَ وَفِيهَا تَمُوتُونَ وَمِنْهَا تُخْرَجُونَ ﴿٢٥﴾
7/Al-A'raf-25: Qala feeha tahyawna wafeeha tamootoona waminha tukhrajoona
Hij zei: "Daarop zullen jullie leven en daarop zullen jullie sterven en daaruit zullen jullie tevoorschijn worden gebracht." (25)
يَا بَنِي آدَمَ قَدْ أَنزَلْنَا عَلَيْكُمْ لِبَاسًا يُوَارِي سَوْءَاتِكُمْ وَرِيشًا وَلِبَاسُ التَّقْوَىَ ذَلِكَ خَيْرٌ ذَلِكَ مِنْ آيَاتِ اللّهِ لَعَلَّهُمْ يَذَّكَّرُونَ ﴿٢٦﴾
7/Al-A'raf-26: Ya banee adama qad anzalna AAalaykum libasan yuwaree saw-atikum wareeshan walibasu alttaqwa thalika khayrun thalika min ayati Allahi laAAallahum yaththakkaroona
O Kinderen van Adam, voorzeker, Wij hebben voor jullie kleding neergezonden om jullie schaamte te bedekken en versierselen. En het kleed van het vrezen (van Allah), dat is het beste. Dat zijn een aantal van Allah's Tekenen. Hopelijk laten zij zich vermanen. (26)
يَا بَنِي آدَمَ لاَ يَفْتِنَنَّكُمُ الشَّيْطَانُ كَمَا أَخْرَجَ أَبَوَيْكُم مِّنَ الْجَنَّةِ يَنزِعُ عَنْهُمَا لِبَاسَهُمَا لِيُرِيَهُمَا سَوْءَاتِهِمَا إِنَّهُ يَرَاكُمْ هُوَ وَقَبِيلُهُ مِنْ حَيْثُ لاَ تَرَوْنَهُمْ إِنَّا جَعَلْنَا الشَّيَاطِينَ أَوْلِيَاء لِلَّذِينَ لاَ يُؤْمِنُونَ ﴿٢٧﴾
7/Al-A'raf-27: Ya banee adama la yaftinannakumu alshshaytanu kama akhraja abawaykum mina aljannati yanziAAu AAanhuma libasahuma liyuriyahuma saw-atihima innahu yarakum huwa waqabeeluhu min haythu la tarawnahum inna jaAAalna alshshayateena awliyaa lillatheena la yu/minoo
0OKinderen van Adam, laat de Satan jullie niet in verzoeking brengen, zoals hij jullie voorouders uit de tuin heeft verdreven; hij nam hun kleding van hen weg om hen hun schaamte te tonen. Hij en zijn aanhangers zien jullie van waar jullie hen niet zien. Voorwaar, Wij hebben de Satans tot leiders gemaakt voor degenen die niet geloven. (27)
وَإِذَا فَعَلُواْ فَاحِشَةً قَالُواْ وَجَدْنَا عَلَيْهَا آبَاءنَا وَاللّهُ أَمَرَنَا بِهَا قُلْ إِنَّ اللّهَ لاَ يَأْمُرُ بِالْفَحْشَاء أَتَقُولُونَ عَلَى اللّهِ مَا لاَ تَعْلَمُونَ ﴿٢٨﴾
7/Al-A'raf-28: Wa-itha faAAaloo fahishatan qaloo wajadna AAalayha abaana waAllahu amarana biha qul inna Allaha la ya/muru bialfahsha-i ataqooloona AAala Allahi ma la taAAlamoona
En wanneer zij een gruweldaad bedrijven, dan zeggen zij: "Wij troffen dit bij onze vaderen aan en Allah heeft ons dit bevolen." Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, Allah beveelt geen gruweldaden, zeggen jullie dat over Allah wat jullie niet weten?" (28)
قُلْ أَمَرَ رَبِّي بِالْقِسْطِ وَأَقِيمُواْ وُجُوهَكُمْ عِندَ كُلِّ مَسْجِدٍ وَادْعُوهُ مُخْلِصِينَ لَهُ الدِّينَ كَمَا بَدَأَكُمْ تَعُودُونَ ﴿٢٩﴾
7/Al-A'raf-29: Qul amara rabbee bialqisti waaqeemoo wujoohakum AAinda kulli masjidin waodAAoohu mukhliseena lahu alddeena kama badaakum taAAoodoona
Zeg: "Mijn Heer heeft rechtvaardigheid bevolen." En: "Richt jullie aangezicht (tot Hem) bij iedere knieling (in het gebed) en aanbidt Hem op een zuivere wijze van aanbidding. Zoals Hij jullie de eerste keer heeft geschapen, zo zullen jullie terugkeren." (29)
فَرِيقًا هَدَى وَفَرِيقًا حَقَّ عَلَيْهِمُ الضَّلاَلَةُ إِنَّهُمُ اتَّخَذُوا الشَّيَاطِينَ أَوْلِيَاء مِن دُونِ اللّهِ وَيَحْسَبُونَ أَنَّهُم مُّهْتَدُونَ ﴿٣٠﴾
7/Al-A'raf-30: Fareeqan hada wafareeqan haqqa AAalayhimu alddalalatu innahumu ittakhathoo alshshayateena awliyaa min dooni Allahi wayahsaboona annahum muhtadoona
Een groep heeft Hij leiding gegeven en voor een andere groep is hun dwaling terecht. Voorwaar, zij namen de Satans als beschermers, naast Allah, en zij dachten dat zij waarlijk rechtgeleiden waren. (30)