Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٩ / صفحة ١٧٧

Al-Anfal 1-8, Koran - Djuz' 9 - Pagina 177

Djuz'-9, Pagina-177 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-9, Pagina-177 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-9, Pagina-177 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الأنفال

Soera Al-Anfal

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يَسْأَلُونَكَ عَنِ الأَنفَالِ قُلِ الأَنفَالُ لِلّهِ وَالرَّسُولِ فَاتَّقُواْ اللّهَ وَأَصْلِحُواْ ذَاتَ بِيْنِكُمْ وَأَطِيعُواْ اللّهَ وَرَسُولَهُ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ ﴿١﴾
8/Al-Anfal-1: Yas-aloonaka AAani al-anfali quli al-anfalu lillahi waalrrasooli faittaqoo Allaha waaslihoo thata baynikum waateeAAoo Allaha warasoolahu in kuntum mu/mineena
Zij vragen jou (O Moehammad) over de oorlogsbuit, zeg: "De oorlogsbuit behoort aan Allah en de Boodschapper toe. Vreest dan Allah en sticht vrede onder jullie. En gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper, als jullie gelovigen zijn." (1)
إِنَّمَا الْمُؤْمِنُونَ الَّذِينَ إِذَا ذُكِرَ اللّهُ وَجِلَتْ قُلُوبُهُمْ وَإِذَا تُلِيَتْ عَلَيْهِمْ آيَاتُهُ زَادَتْهُمْ إِيمَانًا وَعَلَى رَبِّهِمْ يَتَوَكَّلُونَ ﴿٢﴾
8/Al-Anfal-2: Innama almu/minoona allatheena itha thukira Allahu wajilat quloobuhum wa-itha tuliyat AAalayhim ayatuhu zadat-hum eemanan waAAala rabbihim yatawakkaloona
Voorwaar, de gelovigen zijn slechts degenen wiens harten sidderen wanneer Allah genoemd wordt en wameer Zijn Verzen aan hen worden voorgedragen; hun geloof neemt dan toe, en op hun Heer hebben zij hun vertrouwen gesteld. (2)
الَّذِينَ يُقِيمُونَ الصَّلاَةَ وَمِمَّا رَزَقْنَاهُمْ يُنفِقُونَ ﴿٣﴾
8/Al-Anfal-3: Allatheena yuqeemoona alssalata wamimma razaqnahum yunfiqoona
Zij die de shalât onderhouden en die bijdragen geven van de voorzieningen die Wij hun hebben geschonken. (3)
أُوْلَئِكَ هُمُ الْمُؤْمِنُونَ حَقًّا لَّهُمْ دَرَجَاتٌ عِندَ رَبِّهِمْ وَمَغْفِرَةٌ وَرِزْقٌ كَرِيمٌ ﴿٤﴾
8/Al-Anfal-4: Ola-ika humu almu/minoona haqqan lahum darajatun AAinda rabbihim wamaghfiratun warizqun kareemun
Zij zijn degenen die de ware gelovigen zijn, voor hen zijn er rangen bij hun Heer, en vergeving en een edele voorziening. (4)
كَمَا أَخْرَجَكَ رَبُّكَ مِن بَيْتِكَ بِالْحَقِّ وَإِنَّ فَرِيقاً مِّنَ الْمُؤْمِنِينَ لَكَارِهُونَ ﴿٥﴾
8/Al-Anfal-5: Kama akhrajaka rabbuka min baytika bialhaqqi wa-inna fareeqan mina almu/mineena lakarihoona
Zoals jouw Heer jou met de Waarheid uit jouw huis heeft doen gaan, (zo verdeelt Hij ook met de Waarheid de oorlogsbuit). En voorwaar, een groep van de gelovigen heeft ef een afkeer van. (5)
يُجَادِلُونَكَ فِي الْحَقِّ بَعْدَمَا تَبَيَّنَ كَأَنَّمَا يُسَاقُونَ إِلَى الْمَوْتِ وَهُمْ يَنظُرُونَ ﴿٦﴾
8/Al-Anfal-6: Yujadiloonaka fee alhaqqi baAAda ma tabayyana kaannama yusaqoona ila almawti wahum yanthuroona
Zij redetwisten met jou over de Waarheid nadat deze is duidelijk geworden, alsof zij naar de dood gedreven worden terwijl zij toezien. (6)
وَإِذْ يَعِدُكُمُ اللّهُ إِحْدَى الطَّائِفَتِيْنِ أَنَّهَا لَكُمْ وَتَوَدُّونَ أَنَّ غَيْرَ ذَاتِ الشَّوْكَةِ تَكُونُ لَكُمْ وَيُرِيدُ اللّهُ أَن يُحِقَّ الحَقَّ بِكَلِمَاتِهِ وَيَقْطَعَ دَابِرَ الْكَافِرِينَ ﴿٧﴾
8/Al-Anfal-7: Wa-ith yaAAidukumu Allahu ihda altta-ifatayni annaha lakum watawaddoona anna ghayra thati alshshawkati takoonu lakum wayureedu Allahu an yuhiqqa alhaqqa bikalimatihi wayaqtaAAa dabira alkafireena
En (gedenkt) toen Allah jullie beloofde dat er één van de twee groepen (van jullie vijanden) zeker voor jullie zou zijn. En jullie wensten dat zij die geen wapens bij zich droegen voor jullie zouden zijn. Maar Allah wenst dat de Waarheid bewaarheid wordt door zijn Woorden en Hij roeit de ongelovigen uit. (7)
لِيُحِقَّ الْحَقَّ وَيُبْطِلَ الْبَاطِلَ وَلَوْ كَرِهَ الْمُجْرِمُونَ ﴿٨﴾
8/Al-Anfal-8: Liyuhiqqa alhaqqa wayubtila albatila walaw kariha almujrimoona
Opdat de Waarheid bewaarheid zou worden en de valsheid als valsheid duidelijk zou worden, ook al hebben de misdadigers er een afkeer van. (8)