أَوْ كَالَّذِي مَرَّ عَلَى قَرْيَةٍ وَهِيَ خَاوِيَةٌ عَلَى عُرُوشِهَا قَالَ أَنَّىَ يُحْيِي هََذِهِ اللّهُ بَعْدَ مَوْتِهَا فَأَمَاتَهُ اللّهُ مِئَةَ عَامٍ ثُمَّ بَعَثَهُ قَالَ كَمْ لَبِثْتَ قَالَ لَبِثْتُ يَوْمًا أَوْ بَعْضَ يَوْمٍ قَالَ بَل لَّبِثْتَ مِئَةَ عَامٍ فَانظُرْ إِلَى طَعَامِكَ وَشَرَابِكَ لَمْ يَتَسَنَّهْ وَانظُرْ إِلَى حِمَارِكَ وَلِنَجْعَلَكَ آيَةً لِّلنَّاسِ وَانظُرْ إِلَى العِظَامِ كَيْفَ نُنشِزُهَا ثُمَّ نَكْسُوهَا لَحْمًا فَلَمَّا تَبَيَّنَ لَهُ قَالَ أَعْلَمُ أَنَّ اللّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
﴿٢٥٩﴾
Sofian S. Siregar
Of degene die, toen hij langs een dorp kwam dat verlaten was en in ruïnes lag, zei: "Hoe kan Allah het na haar dood weer doen herleven?" Toen deed Allah hem voor honderd jaar dood zijn, en wekte hem weer op. Hij zei: "Hoe lang verbleef jij hier?" Hij zei: "Ik verbleef hier een dag of een gedeelte van een dag." Hij (Allah) zei: "Nee, jij verbleef hier honderd jaar; kijk naar je voedsel en je drank, zij zijn niet bedorven; en kijk naar je ezel, zodat Wij jou tot een Teken voor de mens maken. En kijk naar hoe Wij de beenderen in elkaar zetten en met vlees bedekken." En toen hem dit duidelijk werd, zei hij: "Ik weet dat Allah Almachtig is over alle dingen."
Fred Leemhuis
Of zoals hij, die aan een stad voorbijkwam die verlaten was en in ruïnes. Hij zei: "Hoe kan God haar na haar dood weer tot leven brengen." Toen liet God hem honderd jaar dood zijn en liet hem vervolgens weer opstaan. Hij zei: "Hoe lang heeft het voor jou geduurd?" Hij zei: "Het heeft een dag of een deel van een dag geduurd." Hij zei: "Welnee, het heeft voor jou honderd jaar geduurd en kijk eens naar je eten en je drinken; zij zijn niet bedorven en kijk eens naar je ezel. Zo maken Wij jou tot een teken voor de mensen. En kijk eens naar de beenderen, hoe Wij ze samenvoegen en dan bekleden met vlees." Toen het hem duidelijk werd zei hij: "Ik weet dat God almachtig is."
Salomo Keyzer
Of hebt ge niet teruggeblikt op hem die eene stad voorbijging, welke verwoest was tot op den grond en zeide: Hoe zal God deze stad weder doen herleven, nadat zij dood is. God liet hem daarop sterven en eerst na honderd jaren weder opstaan, en God zeide: Hoe lang hebt gij hier doorgebracht? Hij antwoordde: een dag of een deel van eenen dag. En God zeide: Neen, gij hebt hier honderd jaren doorgebracht. Zie op uw spijs en drank; zij zijn nog niet bedorven. Zie ook op uwen ezel, dien wij als een teeken voor de menschen hebben ingesteld. Betracht deze hoe wij die opwekken en met vleesch omkleeden. Toen hij dit wonder zag, riep hij uit: Nu weet ik dat God almachtig is.