وَإِذْ قَالَ مُوسَى لِقَوْمِهِ يَا قَوْمِ إِنَّكُمْ ظَلَمْتُمْ أَنفُسَكُمْ بِاتِّخَاذِكُمُ الْعِجْلَ فَتُوبُواْ إِلَى بَارِئِكُمْ فَاقْتُلُواْ أَنفُسَكُمْ ذَلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ عِندَ بَارِئِكُمْ فَتَابَ عَلَيْكُمْ إِنَّهُ هُوَ التَّوَّابُ الرَّحِيمُ
﴿٥٤﴾
Sofian S. Siregar
En (gedenkt) toen Môesa tot zijn volk zei: "O mijn volk! Voorwaar, jullie hebben jezelf onrecht aangedaa doordat jullie het kalf (ter aanbidding) hebben genomen, wendt jullie daarom in berouw tot jullie Schepper en doodt dan julliezelf, dat is beter voor jullie bij jullie Schepper." Toen aanvaardde Hij jullie berouw. Voorwaar, Hij is de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige.
Fred Leemhuis
En toen Moesa tot zijn volk zei: "Mijn volk, jullie hebben jezelf onrecht aangedaan doordat jullie het kalf hebben aangenomen. Wendt jullie berouwvol tot jullie maker en doodt dan jezelf. Dat is beter voor jullie bij jullie maker. Dan zal Hij zich genadig tot jullie wenden; Hij is de genadegever, de barmhartige."
Salomo Keyzer
Mozes zeide tot zijn volk: Gij hebt uwe zielen door dit kalf verontreinigd, keert tot uwen Schepper terug of doodt u zelven; dit zal uwen Schepper welgevalliger zijn. Hij zal zich weder tot u wenden; want Hij is vergevensgezind en albarmhartig.