وَلَقَدْ أَتَوْا عَلَى الْقَرْيَةِ الَّتِي أُمْطِرَتْ مَطَرَ السَّوْءِ أَفَلَمْ يَكُونُوا يَرَوْنَهَا بَلْ كَانُوا لَا يَرْجُونَ نُشُورًا
﴿٤٠﴾
Sofian S. Siregar
En voorzeker, zij (de ongelovigen) kwamen voorbij de stad, waarop een slechte regen geregend had. Hebben zij dat dan niet gezien? Maar nee, zij hoopten niet tot leven gebracht te worden.