يَوْمَ يَقُولُ الْمُنَافِقُونَ وَالْمُنَافِقَاتُ لِلَّذِينَ آمَنُوا انظُرُونَا نَقْتَبِسْ مِن نُّورِكُمْ قِيلَ ارْجِعُوا وَرَاءكُمْ فَالْتَمِسُوا نُورًا فَضُرِبَ بَيْنَهُم بِسُورٍ لَّهُ بَابٌ بَاطِنُهُ فِيهِ الرَّحْمَةُ وَظَاهِرُهُ مِن قِبَلِهِ الْعَذَابُ
﴿١٣﴾
Sofian S. Siregar
Op die Dag zullen de huichelaars en de huichelaarsters tegen degenen die geloven, zeggen: "Wacht op ons en zodat wij jullie licht gebruiken. " Er wordt gezegd: "Gaat terug, naar achteren jullie! Smeekt om licht!" Er zal dan een muur tussen hen worden geplaatst, die een poort heeft: aan de binnenkant is er de Barmhartigheid en aan de buitenkant is er de bestraffing.
Fred Leemhuis
Op de dag dat de huichelaars en de huichelaarsters zeggen tot hen die geloven: "Wacht toch, dan kunnen wij van jullie licht [het onze] aansteken." Dan wordt er tot hen gezegd: "Gaat maar naar achteren terug en zoekt zelf maar licht." Dan wordt er tussen hen een muur opgetrokken, met een poort; aan de binnenkant ervan is barmhartigheid, maar aan de buitenkant, ervoor, is de bestraffing.
Salomo Keyzer
Op dien dag zullen de huichelachtige mannen en de huichelachtige vrouwen tot degenen zeggen, die gelooven: Blijft vóór ons, opdat wij een weinig van uw licht mogen ontleenen. Er zal hun geantwoord worden: Keert in de wereld terug, en zoekt daar licht. En een hooge muur zal tusschen hen geplaatst worden, waarin eene poort: daar binnen zal genade wezen en daar buiten, en tegenover, de martelingen der hel.