Nederlands [Veranderen]

Al-'Imran-167, Soera Imrans Mensen Verset-167

3/Al-'Imran-167 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
167

Al-'Imran-167, Soera Imrans Mensen Verset-167

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-'Imran - vers 167

سورة آل عمران

Soera Al-'Imran

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَلْيَعْلَمَ الَّذِينَ نَافَقُواْ وَقِيلَ لَهُمْ تَعَالَوْاْ قَاتِلُواْ فِي سَبِيلِ اللّهِ أَوِ ادْفَعُواْ قَالُواْ لَوْ نَعْلَمُ قِتَالاً لاَّتَّبَعْنَاكُمْ هُمْ لِلْكُفْرِ يَوْمَئِذٍ أَقْرَبُ مِنْهُمْ لِلإِيمَانِ يَقُولُونَ بِأَفْوَاهِهِم مَّا لَيْسَ فِي قُلُوبِهِمْ وَاللّهُ أَعْلَمُ بِمَا يَكْتُمُونَ ﴿١٦٧﴾
3/Al-'Imran-167: WaliyaAAlama allatheena nafaqoo waqeela lahum taAAalaw qatiloo fee sabeeli Allahi awi idfaAAoo qaloo law naAAlamu qitalan laittabaAAnakum hum lilkufri yawma-ithin aqrabu minhum lil-eemani yaqooloona bi-afwahihim ma laysa fee quloobihim waAllahu aAAlamu bi

Sofian S. Siregar

En opdat Hij degenen die huichelen gekend deed worden, en er werd hun gezegd: "Kom en vecht op de Weg van Allah, of verdedigt (jullie zelf tenminste)." Zij zeiden: "Wanneer wij geweten hadden dat er een gevecht zou zijn, zouden wij zeker jullie gevolgd hebben." Zij waren op die dag dichter hij ongeloof dan bij geloof en zij zeiden met hun lippen wat niet in hun harten was. En Allah weet beter wat zij verbergen.

Fred Leemhuis

en opdat Hij de huichelaars kent. Tot hen werd gezegd: "Komt en strijdt op Gods weg of verdrijft [de vijand]." Zij zeiden: "Als wij van de strijd geweten hadden dan waren wij jullie zeker gevolgd." Op die dag waren zij dichter bij het ongeloof dan bij het geloof; met hun monden zeiden zij wat in hun harten niet was. God weet het best wat zij verbergen.

Salomo Keyzer

Toen men hun zeide: komt, vecht voor des Heeren godsdienst en drijft den vijand terug, zeiden zij: Indien wij konden vechten zouden wij u volgen. Toen waren zij het ongeloof nader dan het geloof. Zij spraken met hunne monden, wat niet in hunne harten was: maar God wist wat zij verborgen.
167