Nederlands [Veranderen]

Al-'Imran-179, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
179

Al-'Imran-179, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-'Imran - vers 179

سورة آل عمران

Soera Al-'Imran

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

مَّا كَانَ اللّهُ لِيَذَرَ الْمُؤْمِنِينَ عَلَى مَآ أَنتُمْ عَلَيْهِ حَتَّىَ يَمِيزَ الْخَبِيثَ مِنَ الطَّيِّبِ وَمَا كَانَ اللّهُ لِيُطْلِعَكُمْ عَلَى الْغَيْبِ وَلَكِنَّ اللّهَ يَجْتَبِي مِن رُّسُلِهِ مَن يَشَاء فَآمِنُواْ بِاللّهِ وَرُسُلِهِ وَإِن تُؤْمِنُواْ وَتَتَّقُواْ فَلَكُمْ أَجْرٌ عَظِيمٌ ﴿١٧٩﴾
3/Al-'Imran-179: Ma kana Allahu liyathara almu/mineena AAala ma antum AAalayhi hatta yameeza alkhabeetha mina alttayyibi wama kana Allahu liyutliAAakum AAala alghaybi walakinna Allaha yajtabee min rusulihi man yashao faaminoo biAllahi warusulihi wa-in tu/minoo watattaqoo

Sofian S. Siregar

Allah zal de gelovigen niet in de toestand laten waarin jullie verkeren totdat Hij het slechte van het goede scheidt. En Allah brengt jullie niet op de hoogte van het onwaarneembare, maar Allah kiest uit Zijn Boodschappers wie Hij wil Gelooft dus in Allah en Zijn Boodschappers. En indien jullie geloven en (Allah) vrezen hebben, den is er voor jullie een geweldige beloning

Fred Leemhuis

God is niet zo dat Hij de gelovigen in de toestand laat waarin jullie nu zijn totdat Hij de slechte van de goede onderscheidt. God is niet zo dat Hij jullie op de hoogte stelt van het onzichtbare, maar God verkiest uit Zijn gezanten wie Hij wil. Gelooft dan in God en Zijn gezanten. En als jullie geloven en godvrezend zijn dan is er voor jullie een geweldig loon.

Salomo Keyzer

God zal de geloovigen niet langer in den toestand laten, waarin gij u thans bevindt, dan tot dat hij de slechten van de goeden heeft afgezonderd. God zal u ook niet met zijne geheimen bekend maken; maar God kiest hiertoe een zijner gezanten; naar zijn welbehagen. Gelooft daarom in God en zijne Gezanten: indien gij gelooft en God vreest, zult gij eene ruime belooning ontvangen.
179