Nederlands [Veranderen]

At-Taghabun 1-18, Soera Wederzijdse Winst en Verlies (64/At-Taghabun)

Soera At-Taghabun - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera At-Taghabun - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera At-Taghabun - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الـتغابن

Soera At-Taghabun

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يُسَبِّحُ لِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ لَهُ الْمُلْكُ وَلَهُ الْحَمْدُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ﴿١﴾
64/At-Taghabun-1: Yusabbihu lillahi ma fee alssamawati wama fee al-ardi lahu almulku walahu alhamdu wahuwa AAala kulli shay-in qadeerun
Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst de Glorie van Allah. Aan Hem behoort de heerschappij en aan Hem behoort de lofprijzing. En Hij is Almachtig over alle zaken. (1)
هُوَ الَّذِي خَلَقَكُمْ فَمِنكُمْ كَافِرٌ وَمِنكُم مُّؤْمِنٌ وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ ﴿٢﴾
64/At-Taghabun-2: Huwa allathee khalaqakum faminkum kafirun waminkum mu/minun waAllahu bima taAAmaloona baseerun
Hij is Degene Die jullie geschapen heeft, en onder jullie zijn er ongelovigen en onder jullie zijn gelovigen. En Allah is Alziende over wat jullie doen. (2)
خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ بِالْحَقِّ وَصَوَّرَكُمْ فَأَحْسَنَ صُوَرَكُمْ وَإِلَيْهِ الْمَصِيرُ ﴿٣﴾
64/At-Taghabun-3: Khalaqa alssamawati waal-arda bialhaqqi wasawwarakum faahsana suwarakum wa-ilayhi almaseeru
Hij heeft de hemelen en de aarde in Waarheid geschapen en Hij heeft jullie gevormd en jullie vorm nauwkeurig gemaakt. En tot Hem is de terugkeer. (3)
يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَيَعْلَمُ مَا تُسِرُّونَ وَمَا تُعْلِنُونَ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ ﴿٤﴾
64/At-Taghabun-4: YaAAlamu ma fee alssamawati waal-ardi wayaAAlamu ma tusirroona wama tuAAlinoona waAllahu AAaleemun bithati alssudoori
Hij kent wat er in de hemelen en op de aarde is en Hij kent wat jullie verbergen en wat jullie openlijk doen. En Allah is Alwetend over wat zich in de harten bevindt. (4)
أَلَمْ يَأْتِكُمْ نَبَأُ الَّذِينَ كَفَرُوا مِن قَبْلُ فَذَاقُوا وَبَالَ أَمْرِهِمْ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ ﴿٥﴾
64/At-Taghabun-5: Alam ya/tikum nabao allatheena kafaroo min qablu fathaqoo wabala amrihim walahum AAathabun aleemun
Is het bericht over degenen die vroeger ongelovig waren niet tot jullie gekomen? Die toen het kwaad van hun wandaden geproefd hebben? En voor hen is er een pijnlijke bestraffing. (5)
ذَلِكَ بِأَنَّهُ كَانَت تَّأْتِيهِمْ رُسُلُهُم بِالْبَيِّنَاتِ فَقَالُوا أَبَشَرٌ يَهْدُونَنَا فَكَفَرُوا وَتَوَلَّوا وَّاسْتَغْنَى اللَّهُ وَاللَّهُ غَنِيٌّ حَمِيدٌ ﴿٦﴾
64/At-Taghabun-6: Thalika bi-annahu kanat ta/teehim rusuluhum bialbayyinati faqaloo abasharun yahdoonana fakafaroo watawallaw waistaghna Allahu waAllahu ghaniyyun hameedun
Dat is omdat zij zeiden, toen hun Boodschappers met de duidelijke bewijzen tot hen kwamen: "Zullen mènsen ons leiden?" Waarop zij ongelovig werden en zich afwendden. Maar Allah heeft (hun geloof) niet nodig en Allah is Behoefteloos, Geprezen. (6)
زَعَمَ الَّذِينَ كَفَرُوا أَن لَّن يُبْعَثُوا قُلْ بَلَى وَرَبِّي لَتُبْعَثُنَّ ثُمَّ لَتُنَبَّؤُنَّ بِمَا عَمِلْتُمْ وَذَلِكَ عَلَى اللَّهِ يَسِيرٌ ﴿٧﴾
64/At-Taghabun-7: ZaAAama allatheena kafaroo an lan yubAAathoo qul bala warabbee latubAAathunna thumma latunabbaonna bima AAamiltum wathalika AAala Allahi yaseerun
Degenen die ongelovig zijn veronderstellen dat zij niet opgewekt zullen worden. Zeg: "Welzeker, bij mijn Heer! Jullie zullen zeker opgewekt worden en vervolgens zullen jullie op de hoogte gebracht worden van wat jullie bedreven hebben. En dat is voor Allah gemakkelijk. (7)
فَآمِنُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ وَالنُّورِ الَّذِي أَنزَلْنَا وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيرٌ ﴿٨﴾
64/At-Taghabun-8: Faaminoo biAllahi warasoolihi waalnnoori allathee anzalna waAllahu bima taAAmaloona khabeerun
Gelooft daarom in Allah en Zijn Boodschapper en het Licht (de Koran) dat Wij hebben neergezonden. En Allah is Alwetend over wat jullie doen. (8)
يَوْمَ يَجْمَعُكُمْ لِيَوْمِ الْجَمْعِ ذَلِكَ يَوْمُ التَّغَابُنِ وَمَن يُؤْمِن بِاللَّهِ وَيَعْمَلْ صَالِحًا يُكَفِّرْ عَنْهُ سَيِّئَاتِهِ وَيُدْخِلْهُ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا ذَلِكَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ ﴿٩﴾
64/At-Taghabun-9: Yawma yajmaAAukum liyawmi aljamAAi thalika yawmu alttaghabuni waman yu/min biAllahi wayaAAmal salihan yukaffir AAanhu sayyi-atihi wayudkhilhu jannatin tajree min tahtiha al-anharu khalideena feeha abadan thalika alfawzu alAAatheemu
(Gedenkt) de Dag waarop Hij jullie zal bijeenbrengen voor de Dag van de samenkomst. Dat is de Dag van de oplichterij. En wie dan in Allah gelooft en goede daden verricht: Hij (Allah) zal zijn zonden uitwissen en hem Tuinen (het Paradijs) doen binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin voor altijd eeuwig levenden, dat is de geweldige overwinning. (9)
وَالَّذِينَ كَفَرُوا وَكَذَّبُوا بِآيَاتِنَا أُوْلَئِكَ أَصْحَابُ النَّارِ خَالِدِينَ فِيهَا وَبِئْسَ الْمَصِيرُ ﴿١٠﴾
64/At-Taghabun-10: Waallatheena kafaroo wakaththaboo bi-ayatina ola-ika as-habu alnnari khalideena feeha wabi/sa almaseeru
Maar degenen die ongelovig waren en Onze Verzen loochenden: zij zijn degenen die de bewoners van de Hel zijn, zij zijn daarin eeuwig levenden. En slecht is de plaats van terugkeer! (10)
مَا أَصَابَ مِن مُّصِيبَةٍ إِلَّا بِإِذْنِ اللَّهِ وَمَن يُؤْمِن بِاللَّهِ يَهْدِ قَلْبَهُ وَاللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ ﴿١١﴾
64/At-Taghabun-11: Ma asaba min museebatin illa bi-ithni Allahi waman yu/min biAllahi yahdi qalbahu waAllahu bikulli shay-in AAaleemun
Er is niemand die een ramp overkomt, of deze gebeurt met het verlof van Allah. En wie in Allah gelooft: Hij zal diens hart leiden. En Allah is Alwetend over alle zaken. (11)
وَأَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ فَإِن تَوَلَّيْتُمْ فَإِنَّمَا عَلَى رَسُولِنَا الْبَلَاغُ الْمُبِينُ ﴿١٢﴾
64/At-Taghabun-12: WaateeAAoo Allaha waateeAAoo alrrasoola fa-in tawallaytum fa-innama AAala rasoolina albalaghu almubeenu
En gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper. Als jullie je afwenden, dan is aan Onze Boodschapper slechts de duidelijke verkondiging. (12)
اللَّهُ لَا إِلَهَ إِلَّا هُوَ وَعَلَى اللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ الْمُؤْمِنُونَ ﴿١٣﴾
64/At-Taghabun-13: Allahu la ilaha illa huwa waAAala Allahi falyatawakkali almu/minoona
Allah! Er is geen god dan Hij. En laat daarom de gelovigen op Allah vertrouwen. (13)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّ مِنْ أَزْوَاجِكُمْ وَأَوْلَادِكُمْ عَدُوًّا لَّكُمْ فَاحْذَرُوهُمْ وَإِن تَعْفُوا وَتَصْفَحُوا وَتَغْفِرُوا فَإِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ﴿١٤﴾
64/At-Taghabun-14: Ya ayyuha allatheena amanoo inna min azwajikum waawladikum AAaduwwan lakum faihtharoohum wa-in taAAfoo watasfahoo wataghfiroo fa-inna Allaha ghafoorun raheemun
O jullie die geloven, voorwaar, er zijn er onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven, dan is Allah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig. (14)
إِنَّمَا أَمْوَالُكُمْ وَأَوْلَادُكُمْ فِتْنَةٌ وَاللَّهُ عِندَهُ أَجْرٌ عَظِيمٌ ﴿١٥﴾
64/At-Taghabun-15: Innama amwalukum waawladukum fitnatun waAllahu AAindahu ajrun AAatheemun
Voorwaar, jullie bezittingen en jullie kinderen zijn slechts een beproeving. En bij Allah is een geweldige beloning. (15)
فَاتَّقُوا اللَّهَ مَا اسْتَطَعْتُمْ وَاسْمَعُوا وَأَطِيعُوا وَأَنفِقُوا خَيْرًا لِّأَنفُسِكُمْ وَمَن يُوقَ شُحَّ نَفْسِهِ فَأُوْلَئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ ﴿١٦﴾
64/At-Taghabun-16: Faittaqoo Allaha ma istataAAtum waismaAAoo waateeAAoo waanfiqoo khayran li-anfusikum waman yooqa shuhha nafsihi faola-ika humu almuflihoona
Vreest daarom Allah volgens jullie vermogen; en luistert en gehoorzaamt; en geeft bijdragen, het is beter voor jullie zelf. En wie wordt behoed voor zijn eigen gierigheid: zij zijn degenen die de welslagenden zijn. (16)
إِن تُقْرِضُوا اللَّهَ قَرْضًا حَسَنًا يُضَاعِفْهُ لَكُمْ وَيَغْفِرْ لَكُمْ وَاللَّهُ شَكُورٌ حَلِيمٌ ﴿١٧﴾
64/At-Taghabun-17: In tuqridoo Allaha qardan hasanan yudaAAifhu lakum wayaghfir lakum waAllahu shakoorun haleemun
Als jullie Allah een goede lening geven, dan zal Hij die voor jullie vermenigvuldigen en jullie vergeven. En Allah is Waarderend, Zachtmoedig. (17)
عَالِمُ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿١٨﴾
64/At-Taghabun-18: AAalimu alghaybi waalshshahadati alAAazeezu alhakeemu
De Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, de Almachtige, de Alwijze. (18)