Nederlands [Veranderen]

Az-Zumar-38, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
38

Az-Zumar-38, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Az-Zumar - vers 38

سورة الزمر

Soera Az-Zumar

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَلَئِن سَأَلْتَهُم مَّنْ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ لَيَقُولُنَّ اللَّهُ قُلْ أَفَرَأَيْتُم مَّا تَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ إِنْ أَرَادَنِيَ اللَّهُ بِضُرٍّ هَلْ هُنَّ كَاشِفَاتُ ضُرِّهِ أَوْ أَرَادَنِي بِرَحْمَةٍ هَلْ هُنَّ مُمْسِكَاتُ رَحْمَتِهِ قُلْ حَسْبِيَ اللَّهُ عَلَيْهِ يَتَوَكَّلُ الْمُتَوَكِّلُونَ ﴿٣٨﴾
39/Az-Zumar-38: Wala-in saaltahum man khalaqa alssamawati waal-arda layaqoolunna Allahu qul afaraaytum ma tadAAoona min dooni Allahi in aradaniya Allahu bidurrin hal hunna kashifatu durrihi aw aradanee birahmatin hal hunna mumsikatu rahmatihi qul hasbiya Allahu AAalayhi

Sofian S. Siregar

En als jij hun vraagt wie de hemelen en de aarde heeft geschapen, dan zullen zij zeker zeggen: "Allah." Zeg: "Zien jullie dan niet wat jullie buiten Allah aanroepen? Als Allah voor mij rampspoed wenst, zijn zij (de afgoden) het dan die de ramp van Hem kunnen wegnemen? Of als Hij Barmhartigheid wenst, zijn zij het dan die Zijn Bamhartigheid kunnen tegenhouden? Zeg: "Allah is mij voldoende. Op Hem vertrouwen degenen die vertrouwen hebben."

Fred Leemhuis

En als jij hun vraagt wie de hemelen en de aarde geschapen heeft zeggen zij: "God." Zeg: "En hebben jullie wel gezien wat jullie in plaats van God aanroepen? Als God voor mij tegenspoed wenst, kunnen zij dan Zijn tegenspoed voor mij wegnemen? Of als Hij voor mij barmhartigheid wenst, kunnen zij dan Zijn barmhartigheid tegenhouden?" Zeg: "Voor mij is God goed genoeg, op Hem moeten zij die vertrouwen hebben hun vertrouwen stellen."

Salomo Keyzer

Indien gij hun vraagt, wie de hemelen en de aarde heeft geschapen, zullen zij zekerlijk antwoorden: God. Zeg: Denkt gij dus, dat de godheden, die gij naast God aanroept, in staat zijn, mij van zijne bezoeking te verlossen, indien het Gode behaagt mij te bezoeken? of dat zij in staat zijn, zijne genade te weerhouden, indien het hem behaagt mij genade te betoonen? Zeg: God is mijn toereikende ondersteuner; laten zij in hem hun vertrouwen stellen, die dat in niemand trachten te plaatsen.
38