Nederlands [Veranderen]

Yunus-71, Soera Jonas Verset-71

10/Yunus-71 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
71

Yunus-71, Soera Jonas Verset-71

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Yunus - vers 71

سورة يونس

Soera Yunus

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَاتْلُ عَلَيْهِمْ نَبَأَ نُوحٍ إِذْ قَالَ لِقَوْمِهِ يَا قَوْمِ إِن كَانَ كَبُرَ عَلَيْكُم مَّقَامِي وَتَذْكِيرِي بِآيَاتِ اللّهِ فَعَلَى اللّهِ تَوَكَّلْتُ فَأَجْمِعُواْ أَمْرَكُمْ وَشُرَكَاءكُمْ ثُمَّ لاَ يَكُنْ أَمْرُكُمْ عَلَيْكُمْ غُمَّةً ثُمَّ اقْضُواْ إِلَيَّ وَلاَ تُنظِرُونِ ﴿٧١﴾
10/Yunus-71: Waotlu AAalayhim nabaa noohin ith qala liqawmihi ya qawmi in kana kabura AAalaykum maqamee watathkeeree bi-ayati Allahi faAAala Allahi tawakkaltu faajmiAAoo amrakum washurakaakum thumma la yakun amrukum AAalaykum ghummatan thumma iqdoo ilayya wala tunthir

Sofian S. Siregar

En lees ben de geschiedenis van Noeh voor, toen Hij tot zijn volk zei: "O mijn volk, als jullie bezwaar hebben tegen mijn plaats en mijn vermanen met Allah's Verzen: op Allah heb ik mijn vertrouwen gesteld. Neem dan jullie besluit, (samen met) jullie deelgenoten en laat jullie besluit vervolgens niet verborgen zijn voor jullie (onderling). Voert het vervolgens uit en geeft mij geen uitstel.

Fred Leemhuis

En draag hun de mededeling over Noeh voor. Toen hij tot zijn volk zei: "O mensen, al is mijn optreden en mijn herinneren aan Gods tekenen jullie te veel, toch blijf ik op God mijn vertrouwen stellen. Wordt het samen met jullie [zogenaamd goddelijke] metgezellen eens over jullie zaak en laat dat voor jullie dan ook niet vaag zijn. Houdt je dan met mij bezig en laat mij dan niet wachten.

Salomo Keyzer

Herlees hun de geschiedenis van Noach, toen hij tot zijn volk zeide: O mijn volk! indien mijn verblijf onder u en mijne herinnering van Gods teekenen u bedroeven, stel ik in God mijn vertrouwen. Smeedt dus uw plan tegen mij en verzamelt uwe valsche goden, maar verbergt uw voornemen niet in het duister. Komt dus tegen mij op en draalt niet.
71