وَلَقَدْ هَمَّتْ بِهِ وَهَمَّ بِهَا لَوْلا أَن رَّأَى بُرْهَانَ رَبِّهِ كَذَلِكَ لِنَصْرِفَ عَنْهُ السُّوءَ وَالْفَحْشَاء إِنَّهُ مِنْ عِبَادِنَا الْمُخْلَصِينَ
﴿٢٤﴾
Sofian S. Siregar
En voorzeker, zij begeerde hem. Als hij geen Teken van zijn Heer had gezien. zou hij haar hebben begeerd. Zo was het, opdat Wij het kwaad en de zedeloosheid zouden afwenden. En voorwaar, hij is één van Onze oprechte dienaren.
Fred Leemhuis
Maar zij begeerde hem en hij zou haar begeerd hebben als hij niet het bewijs van zijn Heer gezien had. Zulks, opdat Wij het kwaad en de gruwelijkheid van hem afwendden. Hij behoorde tot Onze uitverkoren dienaren.
Salomo Keyzer
Maar zij hield bij hem aan, en hij had dezelfde bedoeling; doch hij ontving eene duidelijke waarschuwing van zijnen Heer. Zoo wendden wij het kwaad en de onreinheid van hem af, daar hij een onzer oprechte dienaren was.