Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٦ / صفحة ٣١٩

Ta-Ha 99-113, Koran - Djuz' 16 - Pagina 319

Djuz'-16, Pagina-319 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-16, Pagina-319 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-16, Pagina-319 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
كَذَلِكَ نَقُصُّ عَلَيْكَ مِنْ أَنبَاء مَا قَدْ سَبَقَ وَقَدْ آتَيْنَاكَ مِن لَّدُنَّا ذِكْرًا ﴿٩٩﴾
20/Ta-Ha-99: Kathalika naqussu AAalayka min anba-i ma qad sabaqa waqad ataynaka min ladunna thikran
Zo verhalen Wij jou van de geschiedenissen van wat voorafgegaan is. En waarlijk, Wij hebben jou van Onze Zijde de Vermaning gegeven. (99)
مَنْ أَعْرَضَ عَنْهُ فَإِنَّهُ يَحْمِلُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وِزْرًا ﴿١٠٠﴾
20/Ta-Ha-100: Man aAArada AAanhu fa-innahu yahmilu yawma alqiyamati wizran
Hij, die zich ervan afwendt: voorwaar, hij zal op de Dag der Opstanding een zonde dragen. (100)
خَالِدِينَ فِيهِ وَسَاء لَهُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ حِمْلًا ﴿١٠١﴾
20/Ta-Ha-101: Khalideena feehi wasaa lahum yawma alqiyamati himlan
Zij zullen daarin eeuwig levenden zijn. Slecht zal de last voor hen zijn op de Dag der Opstanding! (101)
يَوْمَ يُنفَخُ فِي الصُّورِ وَنَحْشُرُ الْمُجْرِمِينَ يَوْمَئِذٍ زُرْقًا ﴿١٠٢﴾
20/Ta-Ha-102: Yawma yunfakhu fee alssoori wanahshuru almujrimeena yawma-ithin zurqan
Op de Dag, waarop op de bazuin wordt geblazen en Wij de zondaren verzamelen, met hun afschrikwekkende gezichten. (102)
يَتَخَافَتُونَ بَيْنَهُمْ إِن لَّبِثْتُمْ إِلَّا عَشْرًا ﴿١٠٣﴾
20/Ta-Ha-103: Yatakhafatoona baynahum in labithtum illa AAashran
Fluisterend onder elkaar zeggen ze: "Jullie hebben slechts tien dagen op aarde verbleven." (103)
نَحْنُ أَعْلَمُ بِمَا يَقُولُونَ إِذْ يَقُولُ أَمْثَلُهُمْ طَرِيقَةً إِن لَّبِثْتُمْ إِلَّا يَوْمًا ﴿١٠٤﴾
20/Ta-Ha-104: Nahnu aAAlamu bima yaqooloona ith yaqoolu amthaluhum tareeqatan in labithtum illa yawman
Wij weten het beste wat zij zeggen wanneer degene die het meest voorbeeldig de Weg volgde onder hen zegt. "Jullie hebben er slechts één dag verbleven." (104)
وَيَسْأَلُونَكَ عَنِ الْجِبَالِ فَقُلْ يَنسِفُهَا رَبِّي نَسْفًا ﴿١٠٥﴾
20/Ta-Ha-105: Wayas-aloonaka AAani aljibali faqul yansifuha rabbee nasfan
En zij vragen jou over de bergen. Zeg dan: "Mijn Heer zal ze als pulver doen uiteenvallen. (105)
فَيَذَرُهَا قَاعًا صَفْصَفًا ﴿١٠٦﴾
20/Ta-Ha-106: Fayatharuha qaAAan safsafan
En Hij laat hen achter als een kale vlakte. (106)
لَا تَرَى فِيهَا عِوَجًا وَلَا أَمْتًا ﴿١٠٧﴾
20/Ta-Ha-107: La tara feeha AAiwajan wala amtan
Waarop je geen lage en hoge (plaatsen) ziet." (107)
يَوْمَئِذٍ يَتَّبِعُونَ الدَّاعِيَ لَا عِوَجَ لَهُ وَخَشَعَت الْأَصْوَاتُ لِلرَّحْمَنِ فَلَا تَسْمَعُ إِلَّا هَمْسًا ﴿١٠٨﴾
20/Ta-Ha-108: Yawma-ithin yattabiAAoona alddaAAiya la AAiwaja lahu wakhashaAAati al-aswatu lilrrahmani fala tasmaAAu illa hamsan
Op die dag zullen zij de Oproeper volgen; er is geen (mogelijkeid) om aan hem te ontsnappen. En stemmen zullen zacht klinken tegenover de Barmhartige, zodat je niets dan gefluister hoort. (108)
يَوْمَئِذٍ لَّا تَنفَعُ الشَّفَاعَةُ إِلَّا مَنْ أَذِنَ لَهُ الرَّحْمَنُ وَرَضِيَ لَهُ قَوْلًا ﴿١٠٩﴾
20/Ta-Ha-109: Yawma-ithin la tanfaAAu alshshafaAAatu illa man athina lahu alrrahmanu waradiya lahu qawlan
Op de Dag is bemiddeling niet van nut, behalve voor hem, aan wie de Barmhartige toestemming geeft en wiens woorden Hem welgevallen. (109)
يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ وَلَا يُحِيطُونَ بِهِ عِلْمًا ﴿١١٠﴾
20/Ta-Ha-110: YaAAlamu ma bayna aydeehim wama khalfahum wala yuheetoona bihi AAilman
Hij weet wat vôôr hen is en wat achter hen is, en zij kunnen Hem met kennis niet omvatten. (110)
وَعَنَتِ الْوُجُوهُ لِلْحَيِّ الْقَيُّومِ وَقَدْ خَابَ مَنْ حَمَلَ ظُلْمًا ﴿١١١﴾
20/Ta-Ha-111: WaAAanati alwujoohu lilhayyi alqayyoomi waqad khaba man hamala thulman
En alle gezichten zullen eerbiedig neerbuigen voor de Levende, de Zelfstandige. En waarlijk, hij die onrecht pleegde zal teleurgesteld worden. (111)
وَمَن يَعْمَلْ مِنَ الصَّالِحَاتِ وَهُوَ مُؤْمِنٌ فَلَا يَخَافُ ظُلْمًا وَلَا هَضْمًا ﴿١١٢﴾
20/Ta-Ha-112: Waman yaAAmal mina alssalihati wahuwa mu/minun fala yakhafu thulman wala hadman
En hij die goede daden verrichtte en een gelovige was, hoeft niet bang te zijn voor onrecht of verlies. (112)
وَكَذَلِكَ أَنزَلْنَاهُ قُرْآنًا عَرَبِيًّا وَصَرَّفْنَا فِيهِ مِنَ الْوَعِيدِ لَعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ أَوْ يُحْدِثُ لَهُمْ ذِكْرًا ﴿١١٣﴾
20/Ta-Ha-113: Wakathalika anzalnahu qur-anan AAarabiyyan wasarrafna feehi mina alwaAAeedi laAAallahum yattaqoona aw yuhdithu lahum thikran
En zo hebben Wij hem neergezonden als een Arabische Koran en Wij hebben daarin waarschuwingen uiteengezet. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen of zal hij (de Koran) hen lering brengen. (113)